32 C
Willemstad
• zondag 8 juni 2025
Home Blog Pagina 2919

Voedselbank Curacao

0

Middels het project ‘voedselbank’ worden kosteloos levensmiddelen verstrekt aan hen die financieel niet of nauwelijks in staat zijn om in hun levensonderhoud te voorzien. Dat er ook op Curaçao veel economische armoede bestaat heeft het CBS in 2008 aangetoond door te berekenen dat ruim eenderde van de huishoudens op Curaçao onder de armoedegrens leeft. In samenwerking met de  sociale partners van Stichting Hulp aan Curaça, worden gezinnen geselecteerd die het meest behoefte hebben aan steun in de vorm van een voedselpakket. In 2011 heeft de stichting voedselpakketten verstrekt aan een kleine 400 gezinnen.

Gemiddeld zitten er zo’n 25 artikelen in een standaardpakket. De vergelijkbare winkelwaarde is ongeveer 50 tot 60 Antilliaanse gulden (=ongeveer 25 Euro). Bij het samenstellen van het pakket wordt naast voedingswaarde met name gelet op houdbaarheid, helaas heeft een groep gezinnen geen beschikking over een koelkast.

Naast de reguliere verstrekking van voedselpakketten, worden er jaarlijks extra voedselpakketten (kerstpakketten) samengesteld in december. In afwijking van de standaard voedselpakketten, welke basisbehoeften bevatten zoals vlees en groente in blik en rijst etc, bevatten de kerstpakketten vooral ‘lekkere’ artikelen. Deze pakketten zijn dus echt bedoeld om éénmaal per jaar in december iets feestelijks te geven. In 2011 hebben ca 350 gezinnen een kerstpakket ontvangen.

In de loop der jaren is de Stichting Hulp aan Curaçao steeds meer gezinnen gaan helpen met maandelijkse voedselpakketten. Onderstaand een grafische weergave van de ontwikkeling in het aantal verstrekte voedselpakketten op jaarbasis.

 

Hoeveel voedselpakketten verstrekte de Voedselbank Curaçao jaarlijks in de afgelopen jaren?Hoeveel voedselpakketten verstrekte de Voedselbank Curaçao jaarlijks in de afgelopen jaren?

138 boa’s gevangen in een maand

0

 

ORANJESTAD — De boaactie van Parke Nacional Arikok, waarbij deelnemers voor elke levend ingeleverde boa 10 florin krijgen, heeft 138 boa’s opgeleverd. Dat bleek woensdag tijdens de prijsuitreiking in het bezoekerscentrum van het natuurpark in San Fuego.

Parkranger Salvador Franken noemt de actie een groot succes, mede vanwege het grote gevangen aantal slangen. Het is het driedubbele van de vorige boajacht.

De winnaar is Timo Koolman, die vorig jaar ook de titel van boakoning won. Hij ving ook nu weer de meeste boa’s, namelijk 27. Eén van ‘zijn’ boa’s was bovendien de grootste, 2.20 meter.

Daardoor won Koolman ook de extra prijs, een weekendarrangement in een hotel op Aruba.

Tweede werd Thomas. Hij bracht negentien levende boa’s naar het bezoekerscentrum. Alle gevangen boa’s zijn naar de Veterinaire Dienst gebracht, waar ze in de vrieskist gingen en daarna werden afgemaakt.

Franken kijkt terug op een succesvolle actie. “We hadden deelnemers uit verschillende districten, uit St. Cruz en Noord en zelfs uit San Nicolas. De winnaar ving al zijn boa’s in de omgeving van zijn woonplaats in Maria Mai”, aldus Franken.

De parkranger laat weten dat er voor dit jaar nog een nieuwe boajacht gepland staat. Dat zal in oktober zijn.

Bron: Amigoe

Aanhoudingen voor diefstal en seksueel misbruik minderjarige

0

 

ST. EUSTATIUS — De politie op St. Eustatius hield onlangs een 16-jarige en een 17-jarige man aan wegens diefstal van gereedschap uit een garage. Een andere 17-jarige tiener werd gearresteerd wegens seks met een minderjarige, zoals door het hoofd van de politie Willie Koolhof werd medegedeeld.

De goederen, die gestolen werden uit de garage, werden teruggevonden en zullen overhandigd worden aan de eigenaar, gaf Koolhof aan. Hij voegde eraan toe dat het politiekorps om medewerking heeft verzocht in de aanpak van de zaak van seksueel misbruik van een minderjarige.

Een expert in het onderzoeken van zedenzaken is ondertussen op St. Eustatius aangekomen om deze en andere zaken te onderzoeken. Het betreft het derde geval van een zedenmisdrijf met minderjarigen, dat gedurende de afgelopen weken op het eiland werd geregistreerd.

De twee arrestanten zijn onlangs naar Bonaire overgebracht, omdat St. Eustatius momenteel slechts cellen voor voorarrest heeft bij de politiewacht en niet de beschikking heeft over een Huis van Bewaring.

Verdachten kunnen voor een periode van maximaal tien dagen vastgehouden worden bij de politiewacht en indien hun voorarrest wordt verlengd moeten zij overgebracht worden naar het Huis van Bewaring. Zolang St. Eustatius niet de beschikking heeft over een eigen Huis van Bewaring moeten arrestanten overgebracht worden naar Bonaire, aldus Koolhof.

Het hoofd van de politie maakte ook bekend dat de politie eind mei van start zal gaan met verkeerscontroles. Aan eigenaren van voertuigen wordt verzocht alle documenten van hun vervoermiddel bij zich te hebben en erop toe te zien dat hun voertuigen in goede staat verkeren.

Bron: Amigoe

Jacoba: Wilsoe hindert onderzoek opzettelijk

0

 

Ook consensus over opzeggen Rijkswetten

WILLEMSTAD — Het verslag van minister van Justitie Elmer ‘Kadè’ Wilsoe (PS) bevestigt dat hij betrokken is bij het onderzoek naar loterijbaas Robbie dos Santos die verdacht wordt van het witwassen van geld, belastingontduiking en het houden van illegale loterijen. De minister zou opzettelijk het strafrechtelijk onderzoek hinderen, stelt PAR-Statenlid Magali Jacoba.

De minister deelt in zijn verslag mee dat hij van plan is een wetsvoorstel in te dienen om de consensus-Rijkswetten die betrekking hebben op justitie en die naar zijn mening ‘de democratie van Curaçao’ ondermijnen, ongedaan te maken. Ook zegt Wilsoe dat hij de procureur-generaal (PG) een instructie zal geven om het onderzoek en/of vervolging van Dos Santos stop te zetten. Naar mening van de minister is die vervolging illegaal. Jacoba zegt met verbazing kennis te hebben genomen van het verslag. Ze betreurt het dat de minister wel een uitgebreid verslag stuurt, maar de vragen die de PAR over het onderzoek aan minister Wilsoe gesteld onbeantwoord laat.

Volgens het PAR-Statenlid lijkt het er sterk op dat Wilsoe er bewust voor kiest om van de zaak van Dos Santos een Koninkrijksprobleem te maken. Ze komt tot deze conclusie omdat de minister de consensus-Rijkswetten ongedaan wil maken. Jacoba snapt niet waarom de minister niet wil dat een onafhankelijke rechter een oordeel velt over zijn meningsverschil met de PG over het onderzoek.

Wilsoe kiest ervoor om met een ‘algemene instructie’ te komen voor de PG”, aldus Jacoba.

Consensus-Rijkswetten

In de consensus-Rijkswetten die op 10 oktober 2010 in werking zijn getreden staat hoe deze weer opgezegd kunnen worden. Een enkel land binnen het Koninkrijk kan deze wetten niet eenzijdig opzeggen, stelt een lid van de eilandelijke commissie staatkundige structuur dat destijds betrokken was bij de onderhandelingen van de verschillende Rijkswetten.

Deze consensus-Rijkswetten kunnen uitsluitend opgezegd worden als alle partijen hier overeenstemming over hebben bereikt. De consensus is bereikt tussen de landen Nederland, Aruba, Curaçao, St. Maarten en de BES-eilanden vertegenwoordigd door Nederland.

In totaal zijn er vijf consensus-Rijkswetten.

Eén regelt het financieel toezicht op Curaçao en St. Maarten

en de vier andere Rijkswetten hebben betrekking op de justitieketen:

Raad voor de Rechtshandhaving,

Openbaar Ministerie,

Gemeenschappelijk Hof van Justitie en Politiewet.

In de consensus-Rijkswetten is ook een evaluatiemoment opgenomen. Na vijf jaar vindt deze evaluatie plaats. Het standpunt van Nederland, een van de partners waarmee consensus is bereikt over de Rijkswetten, is dat dit evaluatiemoment eerst moet worden afgewacht voordat enig besluit wordt genomen over het mogelijk opheffen van de wetten, aldus het lid van de voormalige commissie dat liever niet bij naam genoemd wilde worden.

Vragen

Jacoba stelt opnieuw een serie vragen aan Justitie-minister Wilsoe over de Bientu zaak. Deze keer spitsen de vragen zich toe op de relatie tussen de minister en de advocaten van verdachte Dos Santos.

Het Statenlid wil weten of de advocaat van Dos Santos, Eldon ‘Peppie’ Sulvaran, ook adviseur is van de minister.

Als dat niet het geval is, wil Jacoba weten wat de relatie tussen Sulvaran en Wilsoe dan wel is.

Ze wil ook weten of Wilsoe contact heeft gehad met Sulvaran over het Bientu-onderzoek en over de beslagen die op de bankrekeningen van Dos Santos zijn gelegd.

Ook vraagt Jacoba zich af of Wilsoe zelf de brief van 25 april aan de Amerikaanse autoriteiten en het verslag van 11 mei aan de Staten heeft geschreven of dat de advocaten van Dos Santos hem hierbij hebben geholpen.

Het PAR-Statenlid wil ten slotte weten waarom de minister zijn geschil met de PG niet voorlegt aan een rechter om hierover te beslissen

en ze vraagt om een kopie van de ‘algemene instructie’ die de minister in deze specifieke zaak naar de PG wil sturen.

Bron: Amigoe

Ingezonden: Mision Milagro

0

 

KU UN ‘big smile’ ministerpresidènt Gerrit Schotte i reportero Franklin Haseth sintá den nan king chair na tv8 a anunsiá e mishon ku e remarka ‘ken por ta kontra di un servisio asina anto pòrnada’! E reportero no a hasi ningun pregunta na minister-presidènt den e direkshon di kiko ta e preparashon promé i despues di e operashon ku ta importante pa pueblo ta na altura di dje. ‘Mision Milagro’ ta un proyekto ku kònsùl general di Venezuela Angiolillo Hernandez kier a introdusí aki na Kòrsou na 2007 ku a haña hopi krítika ku a wòrdu konsiderá komo un bakoba pa kue nos hendenan mas marginá i un atake dirèkt den nos asuntunan di nos kuido di salú pa popularisá i influensiá e pueblo di Kòrsou pa medio di e eksesivo petrodollar risibí pa skarsedat di petroli. For di inisio di e gabinete Schotte aki tur desishon di gobièrnu ta pa hinka Kòrsou bou di bandera di Venezuela pa gabinete su benefisio personal. PdVSA su operashon ta un molèster pa 20.000 hende. Gobièrnu ta bisa ku no ta PdVSA ta BOO, PdVSA ta haña koperashon di gobièrnu pa usa COT gana plaka na bòshi, Curoil si no por. No tin trabou pa yunan di Kòrsou pasombra kontratistanan a bira Venezolano i ta importá Venezolano. Pa sera boka di e sindikatonan ta duna nan tur 200.000 florin i ken ku reklamá no ta haña trabou òf ta pèrdè trabou. No ta laga duda ku tin suidadano, organisashon, partidonan ku ta simpatisá ku e akshon, pero ta bon para un ratu ketu i puntra nan mes ta kiko ta e konsekuensianan tras di e gesto aki. E pregunta ta e infrastruktura di salubridat por karga e kambio aki, ki ta posishon di nos dòkternan, ken ta sòru pa e preparashon promé i despues di operashon i asina mi por sigui. Un wowo di un hende ta 90 porshento di su bida, i bo no ta laga ken ku ta mishi ku bo wowo sin bo tin garantia ku e ta hasi un bon trabou. Nos sistema di kuido tin su problemanan, pero si mester evaluá nos sistema di kuido di salú pa tur ku ta biba na Kòrsou inkluso esnan ilegal. Kòrsou lo ta pará te den kabes di e lista. Kòrsou ta parti di Reino Hulandes ku aki aya tin su problemanan, pero ta bon pa gobièrnu di Kòrsou informá e pueblo pa loke ta e asuntu aki di ‘Mision Milagro’ pa e pueblo por husga promé e situashon sali for di man, pasombra ta un par di wowo un hende tin. Pa konkluí mi ta mira e proyekto di ‘Mision Milagro’ aki un hungamentu ku sintimentu di e pueblo ku no sa mihó i ku ta wòrdu mira komo un mete la pata dirèkt den asuntu intèrno di nos pais pa un posibel obligashon ku gabinete Schotte tin ku kumpli ku ñe. Mi pueblo lanta ariba, sta op i ekspresá bo opinion.

EDGAR LEITO

 (Movementu Solushon Isla)

 Curaçao

Ingezonden: Verzet is onze enige redding

0

 

IK MOET eerlijk bekennen, ik heb mij danig vergist. Voorheen was ik de mening toegedaan dat die enorme stunt die Schotte heeft uitgehaald met de VDC door buitenlandse agenten in te schakelen om staatsgevoelige informatie te ontfutselen van onze geheime dienst, zowat het ergste is wat deze schandalige regering ons land heeft aangedaan. Hoe onvoorstelbaar dan ook hebben wij thans te maken met een minister van Justitie die, eenmaal door de mand te zijn gevallen nadat zijn bewust afgeschermde brief aan het State Departement niettemin toch vanuit de USA is uitgelekt, alsnog het lef heeft zijn persoonlijke bemoeienis met een individuele strafzaak te willen verdedigen en goed te praten. Volledig onbeschaamd laat hij zich bovendien in zijn verdediging aansturen door de strafpleiters van de verdachte waar de zaak om gaat, die nemen het openlijk voor hem op. Feit is dat noch de minister noch degenen die met hem samenspannen enige verklaring geven voor al die heimelijkheid, ook de betreffende strafpleiters schieten enkel hun pijlen af op het OM en steunen de bewindsman in zijn kruistocht tegen het in hun ogen ontspoorde vervolgingsapparaat, maar leggen niet uit hoe het komt dat de bij deze minister blijkbaar spontaan ontsproten opwelling van rechtschapenheid zich nu juist voordoet in een rechtszaak waarbij het gaat om de persoonlijke belangen van de hoofdfinancier van de MFK en waarschijnlijk thans ook de geldschieter van Pueblo Soberano. Dat laatste verklaart waarschijnlijk ook die felle en mietjesachtige bedreiging van de heer Wiels aan het adres van AD-hoofdredacteur Mike Willemse vanwege diens openlijke plaatsing van de bewuste brief. De toenemende mate van schaamteloos deviant bestuurlijk gedrag begint nu echt griezelige en gevaarlijke vormen aan te nemen. Het griezelige schuilt ook in het onbegrijpelijk afstandelijke gedrag van de Statenleden van de coalitiepartijen, deze draaikonten ondernemen wederom geen actie en houden zich volledig op de vlakte ondanks dat het hier gaat om zeer ernstige ministeriële misdragingen, die in elk ander zichzelf respecterend land allang waren afgestraft. Duidelijk is dat de corruptie, de vriendjespolitiek en cliëntelisme thans dermate wijdvertakt en ingekankerd zijn binnen de gesloten kaste van de Schotte-kliek dat ontworteling en uitroeiing steeds moeilijker wordt. Dit gebeurt er nou met een land indien leiders behept met boevengedrag het staatsregime overnemen. Die constatering brengt ons terug op het heikele punt van de niet gescreende ministers. Schotte heeft in dat opzicht ons allen belazerd maar het moet van mijn hart dat zulks enkel heeft kunnen gebeuren doordat de voormalige minister van Binnenlandse Zaken de heer Donner, een grove inschattingsfout heeft gemaakt. In het rapport Rösenmoller staat immers vermeld dat toentertijd onze gouverneur duidelijk had aangegeven dat drie ministers niet ministeriabel waren. Het was Donners’ voorstel om de toetsing van deze ministers vervolgens in handen te stellen van het Openbaar Ministerie, waardoor de screening gereduceerd werd tot enkel een strafrechtelijke toetsing waardoor de toen reeds bekende gegevens over het consistente oplichterij-gedrag van Schotte niet werden meegenomen. Hoe het ook moge wezen, de grootste pessimisten onder ons hadden niet kunnen bevroeden dat wat voor een regering dan ook, het zou kunnen presteren om binnen een korte periode van maar anderhalf jaar een land dat een uitmuntende startpositie had, tot het niveau van een ‘failed country’ te laten afzakken. Kan men zich dan vervolgens de mate van destructie voorstellen indien deze ploeg nog tweeënhalf jaar aan de macht blijft? Hun achterbazen zijn standvastig en kapitaalkrachtig, zij hebben cruciale politici reeds in hun macht en deinzen blijkbaar voor niets terug getuige het aangestuurde gedrag van minister Wilsoe. Indien hun opmars niet snel wordt gestuit vrees ik het ergste voor ons voortbestaan. Ik blijf erop hameren, alleen het gezamenlijk verzet door de burgers kan ons nog redden, het wordt echt de hoogste tijd.

GEORGE LICHTVELD

Curaçao

Ingekort door Amigoe

Pais pleit voor versterking economie

0

 

WILLEMSTAD — De regering moet meer aandacht besteden aan het verstevigen van de lokale economie. Dit stelt Pais-leider Alex Rosaria. Volgens hem ziet het kabinet-Schotte niet in dat de economie op het eiland niet loopt en dat hierdoor alleen maar meer mensen in de problemen raken.

Rosaria is het niet eens met premier Gerrit Schotte (MFK), als hij zegt dat de economie op het eiland over het algemeen goed is. Volgens de Pais-leider geloven de leden van het kabinet- Schotte stellig dat als je de rijken rijker maakt door onder meer de loon- en winstbelasting te verlagen, je werk maakt van een inkeerregeling, waardoor met fraude verdiend geld het eiland weer in kan komen zonder een boete te betalen, je met een plan voor zonneenergie komt dat alleen de rijkeren kunnen betalen, dat de rijkdom automatisch door zal druppelen naar de lagere lagen van de samenleving. Deze neo-liberale filosofie van regeringspartij MFK, die ondersteund wordt door de twee partijen PS en MAN, die zich volgens Rosaria ‘socialistisch’ noemen, werkt niet, aldus de Pais-leider. Rosaria is van mening dat de regering zich meer moet gaan inzetten om de economie te versterken door zwakke plekken aan te pakken.

Bron: Amigoe

Motorrijders uiten zorgen

0

 

WILLEMSTAD — Op initiatief van MFK-Statenlid en ondervoorzitter van de Staten Amerigo Thodé hebben vertegenwoordigers van motorclubs deze week gesproken met de Commissie Verkeer en de politie.

De motorrijders hadden om een onderhoud verzocht, omdat zij zich zorgen maken over hun veiligheid in het verkeer. Aanleiding zijn de recente ongelukken, waarbij motor- en quadrijders zijn verongelukt omdat ze geen voorrang gekregen zouden hebben van een automobilist.

Thodé had al een serie vragen hierover gesteld aan de ministers van Justitie en Infrastructuur. De commissie Verkeer, bestaande uit Yves Cooper, Tico Ruiter en Sherwin Josepa, zal een rapport opmaken met aanbevelingen en dit rapport over twee weken aan de ministers overhandigen, aldus Thodé. Motorclub The Bikers gaf een presentatie, waarin onder andere zogenaamde ‘safety spots’ werden aanbevolen voor motorrijders. Ook werd eind april een actie georganiseerd, waarbij verkeersdeelnemers bewust gemaakt werden van de kwetsbaarheid van motorrijders.

Bron: Amigoe

Nieuwe scanner douane

0

 

WILLEMSTAD — De nieuwe super-geavanceerde mobiele containerscanner voor de douane is gisteren officieel in gebruik genomen. Dat gebeurde nadat pastoor Simon Wilson het apparaat had gezegend. De overheid zal de investering van 3 miljoen dollar terugverdienen door het innen van accijnzen en invoerrechten op goederen die voorheen werden onttrokken aan het zicht van de douane.

De ‘XRay Container Scanner’ van Nuctech Ltd kan containers één voor één scannen (één container per minuut), maar kan ook vanuit stilstand scannen (drie containers per minuut). De scanner heeft een gemiddelde levensduur van tien jaar.

Via X-rays kan het apparaat organisch materiaal onderscheiden van niet-organisch materiaal en dit in vier kleuren in beeld brengen. Onderdelen die niet in een container thuishoren kunnen snel gedetecteerd worden.

De scanner, die zelfs door 30 centimeter massief staal een spijker van twee millimeter kan onderscheiden, wordt manueel bediend door twee operators/analisten. De douane beschikt nu over twee containerscanners die praktisch alle containers, die gebruikmaken van de faciliteiten van de Curaçaose haven voor invoer, uitvoer en doorvoer, kunnen controleren.

Bovendien is de nieuw uitgeruste douane niet meer machteloos als een containerscanner voor onderhoudswerkzaamheden buiten gebruik is. De Curaçaose douane introduceerde in 2007 de eerste containerscanner. Dit apparaat moest de controle op goederen efficiënter laten verlopen. De overheidskas ontving sindsdien door de invoering van de scanner en de grootscheepse controle jaarlijks 20 miljoen gulden meer aan invoerrechten.

Bron: Amigoe

Taamskliniek in het ongelijk

0

 

WILLEMSTAD — De Taamskliniek/Doorman Holding moet de vakantiedagen van ex-directeur Karel Bade vergoeden. Dat bepaalde het Hof op 8 mei in hoger beroep.

De Taamskliniek moet de oud-directeur de 50 openstaande vakantiedagen per 1 september 2010 vergoeden, vermeerderd met 15 procent wettelijke verhoging en de wettelijke rente over het totaal vanaf 1 september tot aan de dag dat het wordt uitgekeerd.

Deze veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.

Ook moet de Taamskliniek de kosten van het principaal appel aan de zijde van Bade betalen. Het gaat om 15.000 gulden aan advocatenkosten. Het hoger beroep was door de Taamskliniek ingesteld. De kliniek vond dat er geen sprake was van ontslag, omdat de oud-directeur na het eerdere kort geding niet in beroep is gegaan tegen de uitspraak dat zijn ontslag per 1 september 2010 kon plaatsvinden.

Het Hof erkent dat het ontslag door Taams niet juist is uitgevoerd, maar erkent tegelijk het belang van Bade. De oud-directeur eiste in dit hoger beroep een hogere vergoeding en uitbetaling van vakantiedagen. Het Hof is meegegaan met zijn laatste eis, maar niet met een hogere vergoeding. Deze vergoeding had hij met name geëist vanwege de valse beschuldigingen en de persoonlijke schade die hij daardoor had opgelopen.

De Taamskliniek moet ook nog zijn pensioen over 2008 en 2010 afdragen.

Bron: Amigoe

Rechter spreekt zich nogmaals uit tegen eisen uitzendkrachten

0

 

WILLEMSTAD — Personeel van uitzendbureaus wordt niet automatisch in dienst genomen, als zij meer dan een jaar bij het bedrijf waar zij werden ingezet hebben gewerkt. Dit is de strekking van een vonnis in een rechtszaak, die twee uitzendkrachten tegen vervoersbedrijf Antillean General Transport (AGT) en uitzendbureau Impacto hebben ingediend.

In de rechtszaak, die eind vorig jaar werd ingediend en waarin eerder deze maand een uitspraak kwam, moest de rechter zich weer uitspreken over een dispuut tussen uitzendkrachten en het bedrijf waar zij worden ingezet.

Twee uitzendkrachten hadden AGT en Impacto voor de rechter gesleept. De ene is in 2007 in dienst getreden van Impacto en wordt sindsdien ingezet bij AGT. De andere is sinds 2004 werkzaam bij Impacto en werkt sinds dat jaar onafgebroken bij AGT.

De twee menen, verwijzend naar de landsverordening op het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, dat de houder van een vergunning een arbeidskracht voor een tijdvak van ten hoogste twaalf maanden aan een onderneming ter beschikking kan stellen.

Hieruit concluderen de verzoekers dat, gezien het feit dat na het tijdvak van twaalf maanden dat zij bij AGT te werk zijn gesteld ‘de tussen hen en Impacto bestaande arbeidsovereenkomst is geëindigd, er tussen verzoekers en AGT (stilzwijgend) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan’.

Het argument voor de arbeidsovereenkomst met AGT putten de uitzendkrachten uit het feit dat AGT zich altijd als werkgever tegenover hen heeft gedragen, dat zij vanaf het begin onafgebroken bij AGT te werk zijn gesteld, dat AGT bepaalt welke werkzaamheden tot hun takenpakket behoort, dat AGT roosters en werkschema’s bepaalt en dat zij bij afwezigheid zij niet werden vervangen door andere arbeidskrachten.

Ook zijn de verzoekers van mening dat zowel AGT als Impacto niet alleen tegen de wet heeft gehandeld, maar ook in strijd met de beginselen van goed werkgeverschap heeft gehandeld.

Maar de rechter ging niet in op de eis van de twee uitzendkrachten. Hun stelling, dat de tussen hen en Impacto bestaande overeenkomst na het verstrijken van twaalf maanden is geëindigd en dat er tussen verzoekers en AGT (stilzwijgend) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen, heeft volgens de rechter ‘geen wettelijke grondslag en vindt ook anderszins geen steun in het recht’.

Daargelaten dat AGT geen salaris aan verzoekers betaalt, is de door de verzoekers geschetste situatie immers kenmerkend voor iedere (arbeids)relatie tussen een uitzendkracht en het inlenend bedrijf, terwijl de omstandigheid dat verzoekers vanaf het begin onafgebroken in dienst zijn geweest van AGT niet relevant is. Hetzelfde geldt voor het gegeven dat gedurende afwezigheid van verzoekers door AGT geen andere uitzendkrachten werden ingehuurd.”

In zijn vonnis gaat de rechter niet in op de vraag of Impacto en AGT onrechtmatig en in strijd met goed werkgeverschap hebben gehandeld. De verzoekers wilden van de rechter dat deze vooruit zou lopen op de conceptlandsverordening Kortlopende Contracten, die het continu verlengen van kortlopende arbeidsovereenkomsten aan banden legt. Maar de rechter ging hier echter niet op in.

De rechter dient zeer terughoudend te zijn bij het anticiperen op (nog) niet bestaande wetgeving. Daarvoor is des te meer reden, aangezien de in het ontwerp voorgestelde regeling van onder meer de rechtspositie van uitzendkrachten een controversiële kwestie betreft en het zeer de vraag is of het ontwerp in zijn huidige vorm zal worden aangenomen.”

Bron: Amigoe

Weigering financiële steun

0

Minister Jacinta Scoop-Constancia van Gezondheid ontkent dat ze financiële steun vanuit Nederland voor de lokale gezondheidszorg heeft afgeslagen, zoals de VMSC in haar brief aanstipt.

Volgens de VMSC gaan er hardnekkige geruchten dat minister Schippers begin 2012 in een overleg met de regering van Curaçao financiële hulp ten behoeve van de gezondheidszorg op Curaçao heeft aangeboden.

De Curaçaose regering zou deze hulp hebben afgewezen met de mededeling dat voor zover zij geinteresseerd zou zijn in financiële hulp, dit uitsluitend in een bijdrage aan de bouwkosten van een nieuw ziekenhuis zou zijn.

Volgens Scoop-Constancia heeft zij tijdens haar werkbezoek aan Nederland gesproken over versterking van de Curaçaose Inspectie voor de Volksgezondheid. In juni wordt de samenwerkingsovereenkomst met de Nederlandse Inspectie getekend. Met hulp van Nederland wordt het St. Elisabeth Hospitaal algemeen doorgelicht. Ook hebben de twee ambtsgenoten gesproken over het zenden van Nederlandse arts-assistenten naar Curaçao. Scoop-Constancia: “Ik heb op geen enkel moment de kans laten lopen op financiële hulp van Nederland. Ik heb daarvoor niet eens de kans gekregen.”

Bron: Amigoe

Oogartsen sceptisch tegenover Misión Milagro

0

 

WILLEMSTAD — De Vereniging Oogartsen Curaçao (VOC) reageert in een persbericht verbaasd op het humanitaire medische programma Misión Milagro, dat ook zijn diensten aan Curaçao gaat aanbieden. Het programma, dat belangeloos oogoperaties uitvoert, wordt nergens ter wereld erkend als een medisch bevoegde instantie, behalve in Venezuela en Cuba.

De acht oogartsen vernamen het voornemen uit de media. Net als het nieuws dat Curaçao een lange wachtlijst kent voor oogaandoeningen. Tijdens de persconferentie woensdag zei minister Jacinta Scoop-Constancia (MFK) dat tussen de 8000 en 9000 patiënten een oogbehandeling moeten ondergaan.

Naast de duizenden mensen, die al onder behandeling van onze eigen oogartsen zijn, zou dit dus betekenen dat ten minste een op de vijf inwoners van Curaçao een ernstige oogaandoening heeft”, stelt de VOC.

De vereniging vraagt zich af op welk onderzoek deze cijfers gebaseerd zijn. Sinds het openstellen van de oogheelkundige zorg voor PP-patiënten, overigens na langdurig aandringen van de Vereniging Medisch Specialisten in juli 2010, hebben de oogartsen reeds vele honderden operaties verricht bij PP-patiënten, die daarvoor inderdaad een beperkte toegang tot de zorg hadden. Dit geldt ook voor vele overige specialismen.

Volgens de VOC leidt dit tot de vraag of de regering ook voornemens is om in de toekomst andere patiënten naar het buitenland te sturen, bijvoorbeeld voor prostaatoperaties, knie- of heupoperaties? Ook vraagt de vereniging zich af of de regering enig zicht heeft op de klinieken waar de patiënten naartoe zullen worden gestuurd en of deze klinieken voldoen aan de eisen zoals die in de Curaçaose wetgeving vastgelegd is.

Risico

Volgens de VOC brengt medisch handelen altijd een risico op complicaties met zich mee. De door een complicatie getroffen patiënt moet wellicht nog meerdere malen voor nabehandeling terug naar de kliniek waar hij is geholpen.

Of heeft de regering overleg gehad met de lokale specialisten om te kijken of deze opvang alhier mogelijk is?”, aldus de VOC.

De lokale oogartsen vragen zich af of de regering zich ervan bewust is dat een zeer groot deel van het geld dat in de gezondheidszorg wordt gebruikt, terugstroomt in onze economie in de vorm van premies, belastingen, salarissen, investeringen en al hetgeen de werkers in de zorg uitgeven aan kosten voor levensonderhoud.

Andere vragen, die de VOC voor de overheid heeft, hebben betrekking op het verlies aan inkomsten door medische uitzending.

“Heeft de regering erbij stilgestaan dat het helpen en opereren van patiënten buiten ons eiland tevens kan betekenen dat zowel de werkers in de gezondheidszorg als de ziekenhuizen hierdoor aanzienlijk aan inkomsten gaan verliezen en is de regering erop voorbereid dat dat kan leiden tot verlies van werkgelegenheid en toenemende tekorten voor onze toch al noodlijdende ziekenhuizen?”

Minvermogenden hebben sinds jaar en dag recht op gratis medische zorg middels de PP-kaart. Ondanks deze wettelijke garantie zijn er toch mensen die kennelijk geen toegang hebben tot medische zorg.

De VOC vraagt zich af wat de onderliggende redenen zouden kunnen zijn.

Zouden het niet onwetendheid, armoede of anderszins slechte sociale omstandigheden zijn waardoor het de patiënten niet lukt tijdig een dokter te bezoeken? Of wordt mensen wellicht een PP-kaart geweigerd omdat ze teveel inkomen hebben, maar ook een aandoening waarvan zij de behandeling niet zelf kunnen bekostigen? Is de regering zich ervan bewust dat sinds haar aantreden het busgeld dermate hoog is geworden dat dat een extra belemmering kan zijn om naar de dokter te gaan?”, aldus de VOC.

Verder vraagt de beroepsgroep zich af of de regering, alvorens te besluiten met Misión Milagro in zee te gaan, pogingen heeft gedaan om in samenwerking met de lokale oogartsen en de lokale klinieken de problemen te inventariseren en zonodig te komen tot een inhaalprogramma?

Tot slot wil de groep de regering complimenteren met het feit dat zij een oplossing heeft gevonden voor een deel van de ziektekosten van op ons eiland verblijvende illegalen, zodat deze kosten tenminste niet meer vallen onder de exploitatiekosten van het St. Elisabeth Hospitaal.

Bron: Amigoe

Boedelscheiding gaat te langzaam

0

 

Algemene Rekenkamer

DEN HAAG — De boedelscheiding van de voormalige Nederlandse Antillen verloopt te traag. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in haar oordeel over het jaarverslag voor 2011 van het ministerie van Koninkrijksrelaties dat gisteren met de jaarverslagen van andere ministeries aan de Tweede Kamer is aangeboden.

De Algemene Rekenkamer constateert dat het ministerie zijn beleid en gerelateerde uitgaven op vrijwel alle punten goed onderbouwt en verantwoordt, maar dat er weinig vooruitgang is geboekt bij de boedelscheiding. De commissie ‘Inventarisatie en waardering boedel van de Nederlandse Antillen’ is pas dit jaar bezig is met het bijwerken van de boedelbalans naar de stand op 9 oktober 2010. Een vereffeningscommissie adviseert de betrokken landen over financiële vorderingen over en weer.

Wij constateren dat de vereffening van de boedelscheiding traag verloopt. Verder merken wij op dat de vereffeningscommissie de vereffening zal baseren op de geactualiseerde boedelbalans en niet op de jaarrekeningen van de landen. Wij bezien in 2012 of de boedelbalans een toereikende basis vormt voor de vereffening”, aldus de Rekenkamer.

In de jaarrekening wordt de late benoeming van de vereffeningscommissie genoemd als oorzaak voor de vertraging.

De vereffeningscommissie heeft in 2011 oude rekeningen afgedaan, vorderingen toegevoegd aan de (geactualiseerde) boedelbalans en enkele zaken ter nadere beoordeling aan de betreffende ministers binnen het Koninkrijk voorgelegd. Vele zaken zijn, na controles, inmiddels afgehandeld. Wel zijn er enkele duizenden vorderingen van voormalige ambtenaren in dienst van het land Nederlandse Antillen ingekomen. Deze worden onder verantwoordelijkheid van de landen zelf (en dus niet van de vereffeningscommissie) uitgezocht”, schrijft het ministerie.

Stichtingen De Rekenkamer vindt verder dat de uitgaven aan de stichtingen Antilliaanse Mede Financieringsorganisatie (Amfo) en Fondo Desaroyo Aruba (FDA) beter verantwoord moeten worden.

We constateren, evenals vorig jaar, dat de minister in 2011 onvoldoende inhoudelijke informatie over de besteding van de subsidies heeft opgevraagd bij FDA en Amfo. Er is beperkt actie ondernomen om het toezicht op de voortgang van projecten van FDA en Amfo te verbeteren. Daardoor kan de minister de Tweede Kamer onvoldoende informeren en kan zij zich niet verantwoorden over de geleverde prestaties van de stichtingen”, oordeelt de organisatie.

In een reactie op het advies van de Rekenkamer schrijft minister Liesbeth Spies dat de wijze van rapportage veranderd zal worden om de resultaten zo beter te kunnen beoordelen. Met de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen worden vergelijkbare afspraken gemaakt. Overigens loopt de Nederlandse financiering van projecten door de Amfo dit jaar ten einde. De organisatie maakte gisteren bekend dat er nog niet door de Curaçaose en Sintmaartense overheid gereageerd is op het verzoek van de Nederlandse regering om de financiering over te nemen.

Bron: Amigoe

Maatregelen nekslag voor importeurs medicijnen

0

 

WILLEMSTAD — Het voortbestaan van geneesmiddelenimporteurs komt in gevaar als de overheid de maximale mark-up van deze sector verlaagt. Dat stelt de Vereniging van Importeurs van Pharmaceutische Producten (VIPP) in een persbericht. Voor sommige importeurs zal dit de nekslag betekenen, met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid en voor de levering van medicijnen, aldus de VIPP.

Per 1 juli past het kabinet de winstmarges (mark-up) van importeurs van geneesmiddelen aan naar 20 procent. Volgens de regering moeten de kosten drastisch naar beneden. De kosten van geneesmiddelen slokken 25 procent van de gezondheidsbegroting op. De VIPP heeft zich altijd begripvol opgesteld tegenover de besparingsmaatregelen van de overheid. Echter, de ideeën die door de belangenvereniging zijn aangedragen om snel en effectief een reeks besparingen door te voeren, zijn door de overheid in de wind geslagen.

Dat bevestigt de indruk, die ook leeft bij andere belangengroepen, dat de regering formeel wel met partijen om tafel zit, maar toch de eigen plannen doorvoert en geen boodschap heeft aan de inbreng van de sector”, aldus VIPP.

Ernstige gevolgen

De kosten van geneesmiddelen moeten met de helft omlaag. Volgens de regering wordt er bij de bezuinigingsmaatregelen rekening gehouden met aspecten als toegankelijkheid, beschikbaarheid en de financiële beheersbaarheid. Onder de noemer ‘kwaliteit’ zou er worden gekeken naar de effectiviteit van de bedrijfsvoering, de communicatie en de fysieke omgeving. Doordat de regering de begrippen ‘mark-up’ en ‘winstmarge’ door elkaar husselt, gaat straks het mes er diep in bij de circa twaalf importeurs van geneesmiddelen die Curaçao kent, zegt de VIPP.

De mark-up is het verschil tussen inkoop en verkoop. Slechts een deel ervan is de winstmarge, want het overgrote deel is bestemd voor de bedrijfsoperatie, personeelskosten, maar ook opslag, distributie (naar de apotheken), financiën en administratie.

De overheid heeft eenzijdig en zonder nulmeting besloten de mark-up te verlagen van 37 naar 20 procent, waarbij de kwaliteit van de voorzieningen wordt genegeerd. De regering wil coûte que coûte in één keer 47 miljoen gulden op jaarbasis bezuinigen om tegemoet te komen aan de begrotingseisen van het College financieel toezicht. Bij dit besluitvormingsproces, dat gekenmerkt wordt door een pakket aan ondoordachte en voor de VIPP niet aantoonbaar onderbouwde maatregelen, gaat de regering eraan voorbij dat hier straks behalve de importeurs en de apotheken dus ook de burgers en patiënten op Curaçao het slachtoffer van worden. De regering zet zo de veiligheid en de kwaliteit van de gezondheidszorg en de geneesmiddelenvoorziening op het spel”, aldus de VIPP.

De belangenvereniging heeft zelf een accountantskantoor ingeschakeld om onderzoek te doen naar de financiële gevolgen van de bezuinigingsmaatregel. Ook heeft de VIPP een advocaat in de armen genomen. De gang naar de rechter ligt in het verschiet.

Bron: Amigoe

Medisch specialisten willen duidelijkheid van Schippers

0

 

Medefinanciering faciliteiten Sehos’

WILLEMSTAD — De medisch specialisten vragen aan de Nederlandse minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Edith Schippers, om meer duidelijkheid over haar uitspraken dat het niveau van de medischspecialistische zorg op Curaçao onder de maat zou zijn en de keuze om patiënten van de BES-eilanden niet meer naar Curaçao te sturen.

De Vereniging van Medisch Specialisten Curaçao (VMSC) wil graag weten waarop Schippers haar uitlatingen baseert. Zij heeft het over twee rapporten, die volgens de vereniging gedateerd zijn. Maar de vereniging erkent dat er problemen zijn. Die worden veroorzaakt door een gebrek aan middelen, dan wel een onevenredige allocatie van middelen voor de gezondheidszorg. Vervolgens zet de vereniging een aantal feiten op een rij, waaronder het geld dat Nederland besteedt aan medische zorg op de BESeilanden en op Curaçao. Zo komen de specialisten tot de conclusie dat per bewoner op de BES-eilanden bijna 30 procent meer wordt besteed aan medische zorg dan op Curaçao. Ondanks de beperkte middelen is het aan de inzet van de specialisten, verpleegkundigen en andere professionals in de zorg te danken dat er doorgaans op hoog niveau gezondheidszorg wordt geboden. “De intrinsieke kwaliteit van de medisch specialisten staat buiten kijf. Het overgrote deel is in Nederland opgeleid, BIGgeregistreerd en voldoet aan de nascholingscriteria om BIG-geregistreerd te blijven

De kritiek van Schippers is daarom niet in goede aarde gevallen, vooral niet omdat er nu voor gekozen wordt om noodzakelijke uitzendingen zoveel mogelijk naar Colombia te doen en indien enigszins mogelijk Curaçao voortaan links te laten liggen. De Vereniging wijst op bevindingen van het Sociaal Cultureel Planbureau, dat de zorg in Nederland ook een onvoldoende geeft. “Uw ministerie gaat dan toch ook niet voortaan Nederlandse patiënten uitzenden naar landen als Zweden of Zwitserland, die wel veel betere rapportcijfers hebben dan Nederland?”, aldus VMSC. De indruk wordt gewekt dat het politiek gezien ‘en vogue’ is om zeer kritisch naar de gezondheidszorg op Curaçao te kijken en een zo groot mogelijke afstand tussen Caribisch Nederland en Curaçao te creëren. Intensive Care De VMSC wil graag samenwerken met het ministerie om ook de bewoners van de BES-eilanden de vereiste specialistische zorg te kunnen bieden, zodat deze patiënten niet zo ver van huis hoeven bij een medische uitzending. De vereniging heeft daarom in een brief eerder deze week een aantal vragen gesteld aan Schippers, waaronder de vraag of de minister bereid is om in het kader van de uitzending van patiënten naar Curaçao bepaalde financiële, facilitaire of personele hulp te bieden om het niveau van de zorg te verbeteren. De vereniging noemt bijvoorbeeld medefinanciering van uitbreiding van de capaciteit van intensive care units voor zowel volwassenen als baby’s; investeringen ten behoeve van de interventiecardiologie en detachering van medisch specialisten. Dit is vergelijkbaar met een recent aanbod dat Schippers deed aan het ziekenhuis op St. Maarten.

Bron: Amigoe

OM-functionaris Seksueel misbruikt

0

 

WILLEMSTAD — Het Openbaar Ministerie is in rep en roer over een verkrachtingszaak, die zich in de nacht van vrijdag op zaterdag heeft voorgedaan. Een medewerkster van het OM zou zijn ontvoerd en verkracht. Het betreft een Europese Nederlandse, die een topfunctie bezet binnen het OM. Ze is echter geen officier van Justitie. Noch het OM, noch de politie wil een officiële verklaring afleggen tegenover de pers. Politiewoordvoerder Alfred Suares zegt dat de politie nooit informatie verschaft over dit soort zaken.

Bron: Amigoe

Solar eclipse ring of fire Zonsverduistering

0

Aanstaande zondag kunnen de inwoners van de noordelijke landen weer een zonsverduistering meemaken. De maan zal echter niet de hele zon kunnen bedekken waardoor er langs de randen van de maan de zon nog zichtbaar zal zijn. De zonsverduisteringen vinden plaats als de aarde, maan en zon precies op een lijn staan. In Noord Amerika zal deze om die reden het best te bezichtigen zijn.

Bron: iNews

 

Venus eclipse met de Zon Venus zal de Zon doorkruisen

0

2012 is het Maya jaar van unieke verschijnselen in de cosmos en ons zonnestelsel. Op 12-12-12 zal het centrum van ons Melkweg in lijn komen te staan met de Zon een Aarde. Vijfduizend jaar geleden wisten de Maya’s dit al te voorspellen. Zelfs nu met al onze kennis en computers kunnen wij nog steeds niet begrijpen hoe de Maya kalender zo nauwkeurig kon worden opgesteld. Voorafgaand aan dit komende feneomeen kregen we dit jaar al een zonsverduistering op 4 janauri en een super maan op 5 mei te zien. Aanstaande zondag zal er weer een zonsverduistering waargenomen kunnen worden en kan de planeet Venus in een baan voor de Zon worden bekeken.

Bron: iNews

Zorghulp afgeslagen

0

Willemstad – De minister van Gezondheid, Jacinta Scoop- Contancia (MFK) zou Nederlandse financiële hulp voor de gezondheidszorg afgewezen hebben met de mededeling dat voor zover zij geïnteresseerd zou zijn in financiële hulp, dit uitsluitend in een bijdrage aan de bouwkosten van een nieuwe ziekenhuis zou zijn.

Dit valt op te maken uit een brief die de Vereniging van Medisch Specialisten Curaçao (VMSC) afgelopen week stuurde naar de Nederlandse demissionaire minister van Volksgezondheid, Edith Schippers (VVD).

,,Indien een en ander zich conform de bestaande geruchten heeft afgespeeld, dan heeft Curaçao een kans op onmiddellijke verbetering van de financiële armslag voor de gezondheidszorg laten lopen”, zo stelt de vereniging.

,,U kunt zich voorstellen dat, vooral ook met het oog op de verschillen in het uitgavenniveau voor de gezondheidszorg tussen Curaçao en de BESeilanden en de voortdurende budgettaire problemen op Curaçao, de werkelijke gang van zaken bij een eventueel overleg over financiële hulp ten behoeve van de gezondheidszorg op Curaçao de warme belangstelling heeft van de VMSC.”

De vereniging heeft in de brief een reeks vragen opgenomen waaronder ook de vraag of er sinds het aantreden van het kabinet Rutte op 14 oktober 2010 een aanbod gedaan is aan de regering van Curaçao voor financiële hulp, dan wel hulp in natura ten behoeve van de gezondheidszorg op Curaçao.

,,Indien u de vorige vraag bevestigend kunt beantwoorden, waaruit bestond de aangeboden hulp en is deze hulp ook tot stand gekomen en zo nee, waarom niet?”, zo luidt de daaropvolgende vraag.

De specialisten vragen Schippers vervolgens of zij bereid is Curaçao financiële, facilitaire of personele hulp te bieden met betrekking tot patiënten die vanuit de BES-eilanden voor behandeling naar Curaçao gestuurd moeten worden.

,,Bijvoorbeeld door medefinanciering van uitbreiding van de capaciteit van intensive care units, facilitering van de investeringen ten behoeve van de interventiecardiologie, detachering van medisch specialisten, een en ander vergelijkbaar met het recente aanbod dat u aan het ziekenhuis van Sint Maarten hebt gedaan”, aldus de VMSC.

De brief eindigt met: ,,De VMSC staat te allen tijde open voor een samenwerking met uw ministerie teneinde goede medische specialistische zorg te bieden aan inwoners van de BES-eilanden, die op die manier dicht bij en in een hun meer bekende omgeving kunnen worden behandeld. Wij zijn hoopvol dat een dergelijke bereidheid ook bij u aanwezig is.”

Bron: Antiliaans Dagblad

Archief: GOBIERNUNAN DI ANTIA I KORSOU TA FIRMA PROTOKOL PA INTEGRASHON DI SVB I BZV

0

GOBIERNUNAN DI ANTIA I KORSOU TA FIRMA PROTOKOL PA INTEGRASHON DI SVB I BZV

Friday, 03 April 2009

WILLEMSTAD,- Minister i Diputado di Salubridat Públiko, Omayra Leeflang i Humphrey Davelaar, a firma un protokòl pa integrashon di Banko pa Seguro Sosial (SVB) i Büró pa Provishonnan di Gastunan Médiko (BZV).

Tabata iróniko pa tuma nota ku Victor Monk, kende ta un di esnan ku di parti di BZV a traha duru riba e parti preparatorio di e integrashon ku a inisiá for di 2007 no tabata presente ayera den sala di reunion di Konseho di Minister djaweps 2 di aprel momento ku firmamentu di e protokòl a tuma lugá. Ku e integrashon di e dos entidatnan aki ta spera ku ta krea un ekonomisashon den gastu di por lo ménos NAf. 15 mion pa aña. Esaki ta un ekonomisashon riba tur tereno, pues kompra di kuida, gastunan atministrativo etc. direktor di SVB, Philip Martis a duna di konosé.

El a basa su mes riba kalkulashonnan hasí den pasado ora Leeflang i Davelaar a menshoná vários aspekto di benefisio ku e koperashon lo por trese kuné. Un di e aspektonan aki ta ku ta yega na uniformidat den tarifanan i un solo pakete di seguro médiko pa tur esnan sigurá. “Dor di efisiensia por yega na bahamentu di gastu i tambe por sinkronisá e paketenan di seguro i hasi areglonan uniforme. Den tur sentido e integrashon aki tin benefisio”, Leeflang a bisa. Alabes ta evitá ku tin personanan dòbel sigurá i ku ta hasi uso di burakunan den e sistema, di akuerdo ku e minister.

Davelaar di su parti a mustra ku a disidí ku no ta warda te ora ku pais Kòrsou ta un realidat, pero a kuminsá awor di moda ku por kuminsá haña e benefisionan for di awor. Segun Davelaar e integrashon ta bai tin hopi benefisio pa komunidat manera un pakete básiko pa seguro médiko i un manera mas efisiente pa paga gastunan di kuido médiko. SVB i BZV huntu tin alrededor di 80 porshento di e poblashon kurasoleño sigurá pa gastunan médiko i e ophetivo ta, esta Davelaar, pa yega na 100 porshento.

Pa lokual ta uniformidat den tarifanan i tambe e pakete di seguro pa tur asegurado. Leeflang a bisa ku mester yega na un kaminda mei mei. “Nunka ora dos partido bini huntu no por bisa ta régimen di esun partido so ta konta. Ta trese nan huntu, ‘shake it up’ i yega na algu mas mihó balansa”. Davelaar a añadí bisando ku Kòrsou a indiká na gobièrnu di Antia ku e isla ke yega na un Seguro di Malesa General (AZV), pues un pakete básiko ku por sera un seguro komplementario riba dje. “No por bisa ainda kiko e pakete ta kontené pero ya kaba SVB mes ta hasiendo trámitenan pa amplia su pakete. Ora t’asina leu ta anunsiá kiko e pakete básiko ta”. Leeflang i Davelaar a enfatisá ku ta garantisá tur kupo di trabou aktual tantu na SVB komo BZV.

Foto | …Momento ku Minister Omayra Leeflang i Diputado Humphrey Davelaar ta den sala di reunion di Konseho di Minister ta firma e protokòl pa integrashon di BZV i SVB…

Bron: Archief Extra

Met dank aan Omayra Leeflang

Zonne-energie goedkoper dan gewone stroom

0

Amsterdam – Zonne-energie is voor het eerst goedkoper dan gewone stroom. Dat komt doordat de prijzen van energie sterk zijn gestegen en die van zonnepanelen daalden. Deze week werd bekend dat de nota van de energiebedrijven met 160 tot 170 euro per jaar zal stijgen. Daardoor zijn consumenten volgens deskundigen voor het eerst goedkoper uit met zonne-energie. Zonnepanelen zijn in tien jaar terugverdiend, terwijl de panelen twintig jaar meegaan, zeggen de deskundigen. De panelen worden volgend jaar nog goedkoper door de verlaging van de btw van 19 naar 6 procent.

Oasis Game Otrobanda: Dromenavond

0

PERSBERICHT FEDERASHON OTROBANDA (NL/PAP)

 

 

Oasis Game Otrobanda: Dromenavond

 

Willemstad, 18 mei 2012

 

Op zondag 20 mei vanaf 19:00 uur organiseren de deelnemers en begeleiders van de OASIS GAME Otrobanda een ‘dromenavond’ in Wijkcentrum Otrobanda (SBO). Iedereen met een een droom voor de wijk is welkom deze te delen op deze avond.

 

Onder het genot van drankje en een hapje zullen we de meest gezamenlijke droom van de buurt bepalen, samen een actieplan maken en op korte termijn te realiseren. Nieuwsgierig wat er gaat gebeuren? Benieuwd wat anderen dromen? Kom dan zondag langs. De dromenavond is een onderdeel van de OASIS GAME Otrobanda, een project van Federason Otrobanda dat afgelopen woensdag begon met een presentatie in het wijkcentrum.

 

Voor meer informatie: Lai Fong How(Federashon Otrobanda), 515 5900, laifong@federashonotrobanda.com of Ron Oei Email: gtroei@gmail.com

 

 

 

Oasis Game Otrobanda: Nochi di Soño

 

Willemstad, 18 mei 2012

 

Federashon Otrobanda ta invitá tur hende bini Sentro di Bario Otrobanda (SBO) dia 20 di mei pa shet’or di anochi (19.00) kaminda lo tin un evenemento importante di e OASIS GAME Otrobanda.

Tur hende ku tin un soño pa ku Otrobanda ta bon biní, i den un ambiente ameno ku un pida koi kome i algu di bebe, huntu e partisipantenan lo por yega na un plan di akshon komun pa bai ehekutá riba un tèrminó korto den Otrobanda.

 

Bo tambe a bira kurioso? Bo kier sa más di e evenemento aki ? Djis kue téléfòn yama Sra Lai Fong How (515 5900, laifong@federashonotrobanda.com) i bo ta haña kontesta riba tur bo preguntanan.

 

Nos ta warda’bo!

 

Een zware pil!

0

Een zware pil!

Ik vraag me af uit welke catalogus wij onze ministers vandaan hebben gehaald want wat deze mensen uithalen slaat écht nergens op.

Lees ik nou dat minster Sjeik El Hakim besloten heeft om de maximumprijs van bepaalde medicijnen vast te stellen omdat hij vindt dat de prijs van medicijnen te hoog is.

Op zich goed bedoeld en alles maar als je verder denkt dan je Arabische neus lang is kom je tot de ontdekking dat het juist een averechtse reactie heeft.

Soms moet je dingen simplificeren en dan kom je tot een oplossing van een probleem.

Winstmarges worden berekend op basis van vraag en aanbod waarin ook gecalculeerd word je operational cost zoals lonen, water, licht, rente op leningen belasting etc. etc.

Als mijn winstmarge door de Sjeik bepaald wordt en ik niet uit mijn kosten kan komen omdat om de haverklap de prijs van water en licht omhoog gaan bijvoorbeeld en ik moeilijk om de twee weken mijn prijzen kan aanpassen dan VERKOOP IK DAT SPUL NIET MEER!

Wat krijg je dan, speculatie met de prijzen, die schieten gegarandeerd omhoog, mensen gaan via andere wegen proberen aan die medicijnen te komen, zoals de Venezolanen en Dominicanen hier doen, die kopen hier de medicijnen om naar hun familieleden te sturen, mensen gaan op Internet dubieuze medicijnen bestellen, het wordt een “Free for all” wat hele nare gevolgen met zich mee kan brengen en ons op kosten kan jagen omdat mensen de verkeerde medicijnen gaan slikken en ziek worden en SVB en BZV moeten gaan dokken voor de ziekenhuiskosten.

Maar ja wie ben ik, we hebben een minister van economische zaken en een minister van volksgezondheid die de apotheken gaan vertellen hoeveel ze MOGEN verdienen, wat is dit Venezuela?

Daar bepaalt het gouvernement wat je wel en niet mag, al druist het tegen alle principes en de grondwet in, zij hebben het voor het zeggen en als je niet mee wil doen sluiten we je toko of nationaliseren we je tent en geven het aan een vriendje.

Kijk maar naar hun land reform program, de grootste mislukking aller tijden, ze vonden de prijzen van melkproducten en vlees te hoog en hebben alle grote boerderijen overgenomen en verdeeld onder de kleine boeren in de hoop dat de prijzen zouden dalen.

De kleine boeren konden het niet en nu moet Venezuela, die ooit vlees exporteerde, zelf vlees en melkproducten importeren omdat men zo nodig de prijs naar beneden wilden halen.

Maar hier hebben we slimmere mensen want ze reizen de hele wereld rond om expertise op te doen alleen horen wij daar nooit wat van en komen ze onze apothekers zeggen hoeveel ze mogen verdienen en wij over een poos de dupe zijn omdat wij niet aan onze hartpillen kunnen komen want ze worden niet meer lokaal verkocht.

Ik blijf lachen op deze klip want deze Sjeik hoort écht in een tent thuis, maar dan een circus tent!

Arthur Donker

Lichte strafvermindering voor agent

0
Bron: Versgeperst
Door: Leoni Leidel-Schenk

Versgeperst strafvermindering politieagenten NIEUWS mishandeling hoge raad grotten van hato Curaçao  politiebureau" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Eén van de twee politieagenten die in 2006 Freddy Girigorie (toen 53 jaar) ernstig mishandelde en bij de grotten van Hato achterliet, heeft een lichte strafvermindering gekregen. De Hoge Raad kwam tot deze beslissing doordat de zaak, na ruim vier jaar, te lang heeft geduurd.

De agenten Davelaar (34) en Wanga (44) hadden op 31 maart 2011 beide een celstraf van achttien maanden, waarvan zes voorwaardelijk, opgelegd gekregen voor de mishandeling van Girigorie.

Strafvermindering

Maar advocaat Wendenburg van agent Wanga had cassatie bij de Hoge Raad gevraagd omdat ze na ruim vier jaar nog steeds geen zekerheid hadden betreffende hun positie en status. De duur van de zaak is in strijd met het Europees Verdrag (EVRM) en daarmee is bij de strafmaat geen rekening gehouden. De Hoge Raad erkent dat het Hof geen aandacht heeft besteed aan deze zaak, wat kan leiden tot strafvermindering.

Drie weken

De Hoge Raad heeft besloten dat in dit geval de straf met drie weken verminderd wordt, waardoor de straf zeventien maanden en één week wordt, waarvan zes voorwaardelijk. Daarnaast mag de agent voor vijf jaar geen ambt bekleden. De twee agenten mishandelde op 15 november 2006 Girigorie nadat ze een melding binnenkregen dat Girigorie zijn ex-vriendin, die aan de Kaya Castellatus woonde, had lastig gevallen. Het was niet de eerste keer dat de politie moest uitrukken omdat Girigorie zijn ex-vriendin lastig viel.

Mishandeling

De agenten pikten de man op bij de Seru Fortunaweg. De agenten hadden het slachtoffer geboeid en daarna mishandeld. Hij werd meerdere malen met knuppels geslagen, geschopt en in het gezicht geslagen. Bij het huis van zijn ex-vriendin kreeg hij traangas in het gezicht en ogen gespoten. Daarop werd de man meegenomen naar het parkeerterrein voor de Grotten van Hato, waar hij nog een keer in elkaar werd geslagen. De agenten lieten hem vervolgens achter op het parkeerterrein.

Overdracht BZV naar SVB

0

Bron: Versgeperst

Door: Leoni Leidel-Schenk

zorgcontract Versgeperst svb overdracht NIEUWS Curaçao Constancia BZV  SVB1" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Het akkoord voor de overdracht van Bureau Ziektekostenvoorzieningen (BZV) naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is getekend. Minister Jacinta Constancia (Gezondheid), minister George Jamaloodin (Financiën) en de directeur van de SVB zette woensdag hun handtekening onder het akkoord.

De overdracht van taken brengt geen veranderingen in het pakket. De partijen zijn overeengekomen dat de SVB vanaf 1 mei 2012 belast is met de uitvoering van de regelingen van PP, ambtenaren en de Stichting Garantie.

Zorgcontract

De regering en de SVB zijn ook overeengekomen dat gezamenlijk gewerkt zal worden aan een zorgcontract en dat de regering daar fondsen voor beschikbaar zal stellen. De regering verwacht op deze manier te komen tot een verantwoordelijke manier om de uitgaven in de zorg te controleren en de kwaliteit te garanderen en de zorg toegankelijk te houden.

Concrete stap

Constancia is tevreden met dit resultaat. “We voeren verschillende veranderingen door in de openbare gezondheidszorg. Behalve dat de openbare gezondheidszorg toegankelijk moet zijn en van een hoge kwaliteit, moet het ook betaalbaar zijn. Na jarenlang overleg zijn wij erin geslaagd om een andere concrete stap te zetten”.

Tweede beslaglegging Dos Santos blijft van kracht

0
Bron: Versgeperst
Door: Leoni Leidel-Schenk

Versgeperst tegoeden Robbies Lottery Robbie Dos Santos NIEUWS Elmer Wilsoe Dick Piar Curaçao beslaglegging  Lottery 127x85" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Het beslag op de tegoeden van de vennootschappen van loterijbaas Robbie dos Santos blijft van kracht. Dat heeft de Amerikaanse rechter gisteren besloten. Minister Elmer Wilsoe (Justitie) verzocht in april de Justitie in Washington om de beslaglegging op te heffen.

De rechter in Washington oordeelde gisteren dat het rechtshulpverzoek van procureur-generaal Dick Piar op verzoek van de Amerikaanse Justitie moet worden gehonoreerd en dat het verzoek van de vennootschappen van Dos Santos wordt afgewezen. Dit betekent dat de tegoeden van Dos Santos toch bevroren blijven.

Conservatoir beslag

Het beslag is gebaseerd op een tweede verzoek tot beslaglegging in januari, ditmaal voor een conservatoir beslag. Dat is een beslaglegging die wordt gedaan voordat het vonnis wordt uitgesproken, om zo zeker te weten dat er wat te halen valt bij de partij voordat er een duur proces wordt gestart. Het beslag is door de US District Court for the District of Columbia nu aangepast tot een bedrag van zestig miljoen dollar. Minister Wilsoe zou naar zeggen niet op de hoogte zijn geweest van het tweede verzoek tot beslaglegging. Op 5 april verzocht het OM de Amerikanen om, in plaats van de eerste beslaglegging, de tweede beslaglegging uit te voeren.

Fraude

Robbie dos Santos wordt ervan beschuldigd dat hij zijn loterijketen Robbie’s Lottery sinds 2004 als dekmantel gebruikt voor het witwassen van geld en belastingsfraude. Daarnaast zou Robbie’s Lottery achter de schermen gebruikt worden voor een grotere illegale loterij en de verkoop van valse loten. Het Openbaar Ministerie is in 2008 begonnen met het strafrechtelijk onderzoek in deze zaak, dat de Bientu-zaak wordt genoemd.

Zie ook: https://knipselkrant-curacao.com/2012/05/2463/

 

 

Fata Morgana

0
Er is een hele delegatie naar Holland om onze afgestudeerden en hoogopgeleide eilandgenoten over te halen om naar deze klip terug te komen om ons eilandje te helpen opbouwen om zo een rooskleurige toekomst te garanderen. Anderhalve ton aan reis- en verblijfskosten voor een paar dagen verblijf daar. … Op zich heb ik daar geen moeite mee zolang de return on investment er is. Ik ben geen genius maar ik zou het anders gedaan hebben ik zou eerst kijken welke professionals wij in de toekomst nodig zullen hebben, zoals personeel voor het nieuwe ziekenhuis, mid- en hoger management voor het hotelwezen, mensen die Curaçao om kunnen zetten in een ecologisch paradijs zoals Bonaire dat doet. Maar wat doet deze club circusartiesten, die gaan op de bonnefooi proberen de landgenoten over te halen met allerlei loze beloftes waarvan  ze van te voren weten dat ze die niet waar kunnen maken, spelen in op de frustraties van deze mensen zoals discriminatie , slecht Nederlands, mentaliteit en dergelijke en gebruiken hun populariteit in de media om hun op emotionele basis over te halen om terug te komen. Vorige week stond er in de kranten dat Nederland een van de landen is met de hoogste salarissen ter wereld en nou wil je dat ik terug kom om minder dan de helft te verdienen van wat ik in Nederland krijg alleen omdat jij zegt dat het goed is en dat ik nodig ben om Curaçao te helpen opbouwen? We hebben een werkeloosheid probleem, de economie ligt op z’n gat, corruptie, bedreigingen en politiek via de media viert hoog tij, we hebben een regering die het beter in Cirque de Soleil kan doen  dan in Fort Amsterdam, ons onderwijs wat om te huilen is, een Premier die niet eens een HAVO diploma heeft die wil dat ik met mijn universitaire opleiding zijn domme beslissingen moet opvolgen? Laat me niet lachen ik lig al de hele dag in een deuk hier op deze klip!
Arthur Donker

UNITED STATES DISTRICT COURT FOR THE DISTRICT OF COLUMBIA

0

UNITED STATES DISTRICT COURT FOR THE DISTRICT OF COLUMBIA

IN RE RESTRAINT OF ALL ASSETS

CONTAINED OR FORMERLY CONTAINED

IN CERTAIN INVESTMENT ACCOUNTS AT

UBS FINANCIAL SERVICES, INC. HELD IN

THE NAMES OF CARIBBEAN

INVESTMENT GROUP, LTD., PONSFORD

OVERSEAS LTD., AND TULA FINANCE

LTD.

 

Misc. Action No. 11-00452 (CKK)

 

MEMORANDUM OPINION AND ORDER

 

(May 17, 2012)

Upon receiving a request for legal assistance from Curaçao, the United States brought

this action seeking to restrain assets contained in three investment accounts at UBS Financial

Services, Inc. (“UBS”) held in the names of Caribbean Investment Group, Ltd. (“CIG”), Ponsford

Overseas, Ltd. (“Ponsford”), and Tula Finance Ltd. (“Tula”) (collectively, the “Companies”).

1

On August 12, 2011, the United States applied to this Court for a restraining order under 28

U.S.C. § 2467(d)(3), claiming that a restraint on the three UBS accounts is necessary to

preserve the assets for potential forfeiture in connection with an ongoing criminal

investigation by Curaçao authorities. The Court entered an appropriate restraining order on

August 23, 2011, and, upon the United States’ application, amended that order to cover two

additional UBS accounts on November 2, 2011.

Since then, there have been a number of developments. Most notably, upon a challenge

by Ponsford and Tula, the Court of First Instance of Curaçao (the “Curaçao Court”) essentially

1

The three UBS accounts are: Account # R2 66631, held in the name of CIG; Account # R2 67045 37, held

in the name of Ponsford; and Account # R2 67187 37, held in the name of Tula

.

1

vacated the order that supports this Court’s restraining order, insofar as it applies to the three

UBS accounts. But the Curaçao Court also issued another order authorizing a restraint on the

three UBS accounts on different grounds. The Curaçao Court has, furthermore, rejected the

Companies’ challenge to that separate order, leaving it untouched and in force. Accordingly,

the matter returns to this Court in the following posture: the original foundation for the Court’s

restraining order has disappeared, but a new one has been put in place.

Two pending motions address this new state of affairs: the United States’ [8] Second

Motion to Amend the Retraining Order Pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3) and 18 U.S.C. §

983(j)(1)(A) (“Motion to Amend”); and Ponsford and Tula’s [9] Emergency Motion to Dissolve

Restraining Order (“Motion to Dissolve”). Upon careful consideration of the parties’

submissions, the relevant authorities, and the record as a whole, the Court shall GRANT the

United States’ [8] Motion to Amend and DENY Ponsford and Tula’s [9] Motion to Dissolve.

 

I. BACKGROUND

 

Curaçao and the United States have agreed to provide one another mutual legal

assistance in their criminal investigations and proceedings.

See TREATY BETWEEN THE UNITED

S

TATES OF AMERICA AND THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS ON MUTUAL ASSISTANCE IN CRIMINAL

M

ATTERS, U.S.-Neth., June 12, 1981, 35 U.S.T. 1361; AGREEMENT BETWEEN THE GOVERNMENT OF THE

U

NITED STATES AND THE GOVERNMENT OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS REGARDING MUTUAL

C

OOPERATION IN THE TRACING, FREEZING, SEIZURE, AND FORFEITURE OF PROCEEDS AND

I

NSTRUMENTALITIES OF CRIME AND THE SHARING OF FORFEITED ASSETS, U.S.-Neth., Nov. 20, 1992,

T.I.A.S. No. 12,482.

2 Among other things, Curaçao may seek the United States’ assistance in

2

Curaçao is now a constituent country within the Kingdom of the Netherlands and has adopted both of

the cited accords.

2

enforcing a “forfeiture or confiscation judgment”—a “final order” compelling the forfeiture of

property or proceeds traceable to “any violation of [Curaçao] law that would constitute a

violation or an offense for which property could be forfeited under Federal law if the offense

were committed in the United States”—and district courts may register and enforce such

judgments. 28 U.S.C. § 2467(a)(2), (c)(1), (d)(1). In addition, and more germane to the

pending motions, Congress has authorized district courts to issue “restraining order[s] at any

time before or after the initiation of forfeiture proceedings by [Curaçao]” in order “[t]o

preserve the availability of property subject to civil or criminal forfeiture under [Curaçao]

law.” Id. § 2467(d)(3)(A)(i).

 

A. The Investigation

 

In 2008, Curaçao began an investigation into large cash deposits allegedly made by a

Curaçao national, Robertico Alejandro dos Santos (“dos Santos”), into a bank account held by

CIG in Sint Maarten. (See Decl.

3 of Curaçao Public Prosecutor Jasper Marc Mul in Supp. of

United States’ Opp’n to Mot. to Dissolve Restraining Order, ECF No. [14-1] (“Mul Decl.”), ¶ 8.)

4

As the investigation developed, Curaçao authorities came to believe that dos Santos was

engaged in, among other things, money laundering.

Under Curaçao law, a final order of forfeiture can only be issued once a criminal

defendant has been convicted. (See id. ¶¶ 18, 20.) However, when the Public Prosecutor’s

Office (the “PPO”) believes that significant assets will need to be restrained during a criminal

3

To be precise, the investigation began in Sint Maarten, which like Curaçao was then part of the former

Netherlands Antilles. Curaçao authorities took over the investigation in 2010.

4

Where appropriate, the Court cites to declarations describing the nature of the investigation and

proceedings in Curaçao. See 28 U.S.C. § 2467(d)(3)(B) (“The court, in issuing a restraining order . . . may rely on

information set forth in an affidavit describing the nature of the proceeding or investigation underway . . . .”).

3

investigation, it may ask the Curaçao Court to authorize a parallel criminal financial

investigation known as a

Strafechtelijk Financieel Onderzoek (“SFO”), the principal purpose of

which is to identify and preserve assets for post-conviction forfeiture proceedings. (See id. ¶¶

15, 18.)

To secure authorization for an SFO, the PPO must show that there is

redelijk vermoeden,

or reasonable suspicion, that a felony has been committed that is punishable by four or more

years imprisonment and/or that has generated substantial ill-gotten gains. (See id. ¶¶ 16-17.)

In this case, on June 15, 2011, the PPO sought the Curaçao Court’s authorization to conduct an

SFO into dos Santos and CIG.

5 (See Decl. of Curaçao Attorney Eldon Sulvaran in Supp. of

Emergency Mot., ECF No. [9-2] (“Sulvaran Decl.”), Ex. 1; see also Mul Decl. ¶ 22.) The Curaçao

Court authorized the SFO on June 16, 2011, basing its order on “the reasons” identified in the

PPO’s underlying application. (Sulvaran Decl. Ex. 1.) That is, the Curaçao Court accepted that:

(1) there was reasonable suspicion that dos Santos and CIG were involved in, among other

things, money laundering; and (2) the launch of a criminal financial investigation for the

“detection, tracing, and establishment of the scope of the benefit unlawfully obtained by the

suspect[s] and the confiscation thereof . . . must be deemed necessary.” (Id.)

 

B. The Curaçao Court’s July 2011 Order

 

Generally speaking, the authorization of an SFO vests the PPO with broad authority to

seize assets without further judicial intervention. But where, as here, assets are located

abroad or are held by third parties, the PPO typically seeks a separate court order authorizing

their seizure. (See Mul Decl. ¶¶ 26, 28.) On July 14, 2011, the PPO sought the Curaçao Court’s

5

A Sint Maarten entity known as Jamaroma Lotteries N.V. was also named.

4

authorization to seize the assets in the three UBS accounts, which are domiciled in Miami,

Florida and held in the Companies’ names. (See Supplemental Decl. of Curaçao Public

Prosecutor Jasper Marc Mul, ECF No. [20-5] (“Suppl. Mul Decl.”), Attach. 1.) In so doing, the

PPO only named dos Santos as the relevant suspect; it did not identify the Companies

themselves as suspects at the time.

6 (See id.) Instead, the PPO claimed that dos Santos was

the true owner of the accounts and had the ability to dispose of the assets. (See id; Mul Decl.

¶¶ 32-35.) On July 14, 2011, the Curaçao Court authorized the seizure up to $50 million in

assets in the three UBS accounts “on the grounds as reported” (the “July 2011 Order”). (Suppl.

Mul Decl. Attach. 1; see also Mul Decl. ¶¶ 32, 36; Sulvaran Decl. ¶ 19.) That is, the Curaçao

Court accepted that: (1) there is reason to believe that dos Santos “played an active role” in,

among other things, money laundering; and (2) dos Santos “apparently can dispose” of the

assets in the three UBS accounts. (Suppl. Mul Decl. Attach. 1.)

 

C. This Court’s Restraining Order

 

On July 29, 2011, Curaçao requested the United States’ assistance in the enforcement

of the July 2011 Order. (See Mul Decl. ¶ 36.) On August 8, 2011, the Attorney General of the

United States, through his delegee, determined that certifying Curaçao’s request was in the

interest of justice pursuant to 28 U.S.C. § 2467(b)(2), (d)(3)(B)(ii). (See United States’ Ex Parte

Appl. to Enforce & Register a Foreign Restraining Order Pursuant to § 2467(d)(3) & Stmt. of

P. & A. in Supp. Thereof, ECF No. [1] (“United States’ Appl.”), Exs. B-C.) On August 12, 2011, the

United States applied to this Court for an order restraining the assets in the three UBS accounts

pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3). (See United States’ Appl.) On August 22, 2011, upon the

6

Although CIG had been a suspect in the SFO from the outset, it was not identified as a relevant suspect

in the PPO’s July 14, 2011 application. (See Suppl. Mul Decl. Attach. 1; Sulvaran Decl. Ex. 1.)

5

Court’s request, the United States provided additional briefing as to how the relief requested

was consistent with case law interpreting the reach of § 2467(d)(3). (See United States’

Supplemental Mem. in Resp. to the Court’s Aug. 17, 2011 Minute Order Regarding the Proper

Appl. of 28 U.S.C. § 2467(d)(3), ECF No. [2]; United States’ Supplemental Mem. in Resp. to the

Court’s Aug. 22, 2011 Minute Order Regarding the Legislative History of 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

as Am., ECF No. [3].)

7

After carefully reviewing the United States’ submissions and the relevant authorities,

the Court granted the application. (See Restraining Order pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

& 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [4].) Subsequently, upon the United States’ application, the

Court amended its order to cover two additional UBS accounts on November 2, 2011.

8 (See

United States’ Ex Parte Mot. to Amend Restraining Order Pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

& 18 U.S.C. 983(j)(1)(A), ECF No. [5]; Am. Restraining Order Pursuant to 28 U.S.C. §

2467(d)(3)(A) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [6-1] (“Am. Restraining Order”).) In its

current form, the Court’s restraining order, insofar as it applies to the three UBS accounts,

rests on the validity of the July 2011 Order of the Curaçao Court. (See Am. Restraining Order

¶ 1.)

7

On December 22, 2010, through the Preserving Foreign Criminal Assets for Forfeiture Act of 2010, Pub.

L. No. 111-342, 124 Stat. 3607 (2010), Congress amended 28 U.S.C. § 2467(d)(3) partly in response to case law

interpreting the prior iteration of the statute as limiting courts’ authority to freezing assets only

after a foreign

court enters a final forfeiture judgment. See, e.g., In re Any & All Funds or Other Assets, in Brown Bros. Harriman

& Co. Account # 8870792 in the Name of Tiger Eye Invs. Ltd., 613 F.3d 1122 (D.C. Cir. 2010). As amended, the

statute now clearly authorizes courts to issue a restraining order “at any time before or after the initiation of

forfeiture proceedings by a foreign nation.” 28 U.S.C. § 2467(d)(3)(A)(i).

8

The two additional UBS accounts are: Account # R2 66409, held in the name of dos Santos; and Account

# R2 66410.37, held in the name of dos Santos’ spouse. Because these two accounts are not presently at issue, the

Court omits further discussion of them herein.

6

 

D. The Article 150 Proceedings in Curaçao

 

Article 150 Sv of Curaçao’s Code of Criminal Procedure (“Article 150”) provides a

vehicle for parties to challenge an authorization of seizure. (See Suppl. Mul Decl. ¶ 4; Expert

Op. of Jan Reijntjes, ECF No. [15-1] (“Reijntjes Decl.”), ¶ 21.) On December 15, 2011, dos

Santos commenced an Article 150 proceeding in the Curaçao Court challenging the July 2011

Order. (See Mul Decl. ¶ 40; Sulvaran Decl. ¶ 34.) On February 22, 2012, Ponsford and Tula

commenced a separate Article 150 proceeding after the PPO took the position that dos Santos

was without standing to pursue his challenge because the assets in the UBS accounts are the

sole property of the Companies. (See Mul Decl. ¶¶ 41-42; Sulvaran Decl. ¶ 34.)

 

E. The Curaçao Court’s January 2012 Order

 

On January 12, 2012, while the Article 150 proceedings were ongoing, the PPO returned

to the Curaçao Court, again seeking authorization to seize the assets in the three UBS accounts.

(See Suppl. Mul Decl. Attach. 2.) As before, the PPO proffered that dos Santos was the

animating force behind the underlying criminal activity, but this time the PPO also named the

Companies themselves as suspects in the money laundering scheme. (See id.; Mul Decl. ¶ 38;

Sulvaran Decl. ¶ 35.) On January 19, 2012, the Curaçao Court authorized the seizure of up to

$60 million in assets in the three UBS accounts “on the grounds as reported” (the “January

2012 Order”). (Suppl. Mul Decl. Attach. 2.)

9 That is, the Curaçao Court accepted that: (1) the

Companies “can (now) also be regarded as suspects and the balances in the . . . investment

accounts with UBS can also be seized under them as holder and/or beneficiary of . . . those

accounts”; and (2) there is reason to believe that the Companies “have played an active role”

9

The English translation was signed on January 26, 2012. (See Suppl. Mul Decl. Attach. 2.)

7

in money laundering. (Id.)

On February 15, 2012, Curaçao requested the United States’ assistance in the

enforcement of the January 2012 Order. (See Mul Decl. ¶ 39). However, Curaçao and the

United States were apparently content with this Court’s restraining order in the form that it

then existed, resting as it did on the July 2011 Order, because neither Curaçao nor the United

States pressed the matter until subsequent events called into question the validity of the July

2011 Order. (See id.)

 

F. The Article 43 Proceedings in Curaçao

 

Article 43 Sv of Curaçao’s Code of Criminal Procedure (“Article 43”) provides a vehicle

for parties to seek interim relief in criminal proceedings. (See Mul Decl. ¶ 49.) On March 14,

2012, while the Article 150 proceedings concerning the July 2011 Order were still ongoing, the

Companies commenced separate Article 43 proceedings challenging the January 2012 Order.

(Id.) In those proceedings, the Companies petitioned the Curaçao Court to enjoin the PPO from

using the January 2012 Order to restrain the three UBS accounts. (See Sulvaran Decl. Ex. 4.)

 

G. The Curaçao Court’s April 2012 Orders

 

On April 4, 2012, the Curaçao Court issued two orders altering the landscape of this

case.

First, in one order, the Curaçao Court sustained Ponsford and Tula’s Article 150

challenge and, in effect, vacated the July 2011 Order as it applied to them (the “First April 2012

Order”).

10 (See Sulvaran Decl. Ex. 3.) As aforementioned, in the application that ultimately led

to the July 2011 Order, the PPO identified only dos Santos as the relevant suspect, claiming that

10

Meanwhile, the Curaçao Court agreed that dos Santos lacked standing to challenge the July 2011 Order

because that order involved a “third-party seizure.” (Sulvaran Decl. Ex. 3.)

8

he was the actual owner of the accounts and had the ability to dispose of the assets. (See

Suppl. Mul Decl. Attach. 1.) In its First April 2012 Order, the Curaçao Court concluded that the

July 2011 Order was invalid because Ponsford and Tula were not encompassed “within the

framework of [the] criminal financial investigation” and because the PPO had failed to show

“beyond a reasonable doubt that the respective claims do not belong to Ponsford and Tula.”

11

(Sulvaran Decl. Ex. 3.) On that basis, the Curaçao Court directed that the seizure, as authorized

by the July 2011 Order, “be lifted.” (Id.)

Second, in a separate order, the Curaçao Court dismissed the Companies’ Article 43

challenge to the January 2012 Order (the “Second April 2012 Order”). (See Sulvaran Decl. Ex.

4.) The Curaçao Court found that the Companies could not bring their challenge under Article

43 because “Article 43 of the Code of Criminal Procedure does not allow for the requested

provision, since Article 150 of the Code of Criminal Procedure includes a stipulation with

regard to complaints about a seizure.” (Id.) The parties disagree as to the Curaçao Court’s

reasoning. On the one hand, the Ponsford and Tula suggest, without any support in the Second

April 2012 Order, that the Curaçao Court found that their challenge was unripe because no

assets had actually been restrained under the January 2012 Order. (See Reijntjes Decl. ¶ 26.)

Meanwhile, the United States, citing the language of the order itself, takes the position that the

Curaçao Court simply found that Article 43 was not the proper procedural vehicle for the

Companies’ challenge, and that the Companies should instead resort to Article 150. (See Mul.

11

Under Curaçao law, there is a presumption that assets held in the name of a legal entity in fact belong

to the entity, and that presumption can only be overcome by showing beyond a reasonable doubt that the assets

are in fact the property of the suspect. (See Sulvaran Decl. Ex. 3; Suppl. Mul Decl. ¶ 6; but see Reijntjes Decl. ¶ 23.)

The PPO admits that it did not present evidence that the UBS accounts actually belong to dos Santos, claiming that

it did so for strategic reasons. (See Mul Decl. ¶¶ 39, 53; Suppl. Mul Decl. ¶ 6.)

9

Decl. ¶¶ 56-57.) Regardless, this much is clear: the Curaçao Court’s Second April 2012 Order

dismissed the Companies’ challenge, leaving the January 2012 Order untouched and in force.

12

 

H. The Instant Motions

 

The vacatur of the July 2011 Order—the foundation for this Court’s restraining

order—prompted Curaçao to ask the United States to seek the enforcement of the January

2012 Order. Curaçao renewed its request on April 5, 2012, and the Attorney General, through

his delegee, determined that certifying Curaçao’s request was in the interest of justice. (See

Mul Decl. ¶ 39; United States’ Second Mot. to Amend the Restraining Order Pursuant to 28

U.S.C. § 2467(d)(3) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [8] (“United States’ Mot. to Amend

Mem.”), Ex. 2.) On April 9, 2012, the United States filed the pending Motion to Amend, seeking

an order restraining the assets in the three UBS accounts pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

based upon the Curaçao Court’s January 2012 Order. (See United States’ Mot. to Amend Mem.)

Ponsford and Tula filed their opposition on April 24, 2012. (See Ponsford Overseas Ltd.’s &

Tula Finance Ltd.’s Opp’n to the United States’ Second Mot. to Amend the Restraining Order

Pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [15] (“Ponsford & Tula’s

Mot. to Amend Opp’n”).) The United States filed its reply on May 9, 2012. (See United States’

Reply Mem. in Supp. of its Second Mot. to Amend the Restraining Order Pursuant to 28 U.S.C.

§ 2467(d)(3) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [20] (“United States’ Mot. to Amend Reply”).)

Similarly, the vacatur of the July 2011 Order prompted Ponsford and Tula to seek the

Ponsford and Tula interpret the “be lifted” language in the First April 2012 Order as

12 requiring that the

assets in the three UBS accounts to be released irrespective of what the Curaçao Court set forth in the January

2012 Order. The Court cannot agree. The Curaçao Court issued its April 2012 Orders on the same day, evidencing

that it then understood that the January 2012 Order, which authorizes the seizure of the assets in the three UBS

accounts, would remain in effect going forward. Under these circumstances, absent an unequivocal statement

from the Curaçao Court that it no longer intends its January 2012 Order to permit the seizure of the assets in the

three UBS accounts, the Court will honor the terms of the January 2012 Order as a matter of comity.

10

dissolution of this Court’s restraining order, which in its current form rests on the validity of

the July 2011 Order. Shortly after the United States filed its Motion to Amend, Ponsford and

Tula filed their pending Motion to Dissolve. (See Mem. in Supp. of Ponsford Overseas Ltd.’s &

Tula Finance Ltd.’s Emergency Mot. to Dissolve Restraining Order & for a Hr’g on the

Government’s Second Mot. to Amend the Restraining Order, ECF No. [9-1] (“Ponsford & Tula’s

Mot. to Dissolve Mem.”).) The United States filed its opposition on April 24, 2012. (See United

States’ Mem. in Opp’n to Ponsford Overseas Ltd.’s & Tula Finance Ltd.’s Emergency Mot. to

Dissolve Restraining Order & for a Hr’g on the Government’s Second Mot. to Amend the

Restraining Order, ECF No. [14] (“United States’ Mot. to Dissolve Opp’n”).) Ponsford and Tula

filed their reply on May 8, 2012. (See Ponsford Overseas Ltd.’s & Tula Finance Ltd.’s Reply

Mem. in Supp. of the Emergency Mot. to Dissolve Restraining Order & for a Hr’g on the

Government’s Second Mot. to Amend the Restraining Order, ECF No. [17] (“Ponsford & Tula’s

Mot. to Dissolve Reply”).)

 

II. PRELIMINARY MATTERS

 

Ponsford and Tula contend that they are entitled to a hearing on the United States’

Motion to Amend. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Mem. at 9-11.) The contention rests

on the assumption that 18 U.S.C. § 983(j)(1)(B), which affords interested persons a right to

“notice . . . and opportunity for a hearing,” applies here. 18 U.S.C. § 983(j)(1)(B). It does not.

The parties are in agreement that § 983(j)(1)(B) only applies at the pre-filing stage of

foreign criminal or forfeiture proceedings and when there is no proceeding in which to

challenge the restraint in the foreign country. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Mem.

11

at 10; United States’ Mot. to Dissolve Opp’n at 12.)

13 In this case, the Curaçao Court has

approved the PPO’s criminal financial investigation, the SFO; the purpose of the SFO is to

identify and preserve assets for potential forfeiture; the SFO remains ongoing; the Companies

are now regarded as suspects; and the Curaçao Court has authorized the restraint of the very

assets at issue in this action. (See Mul Decl. ¶¶ 15-18; Suppl. Mul Decl. Attach. 2; Sulvaran Decl.

Ex. 1.) Moreover, the Curaçao Court’s Second April 2012 Order strongly suggests that the

Companies can commence Article 150 proceedings to challenge the January 2012 Order in

Curaçao right now and, absent a contrary statement from the Curaçao Court, this Court will

defer to that judgment.

14 (See Sulvaran Decl. Ex. 4; see also Mul Decl. ¶¶ 56-57.)15 Under these

circumstances, § 983(j)(1)(B) does not apply.

In any event, Ponsford and Tula have not even attempted to explain why certain

matters could only be elucidated in the context of a hearing and they have not identified any

evidence that has not already been presented to the Court on the papers. They have, in short,

failed to articulate any

reason for a hearing.

For the foregoing reasons, the Court declines to hold a hearing on the pending motions.

13

In light of the parties’ agreement on this point, the Court need not address whether this interpretation

is the correct one here. But see Mem. Order at 3, In re Enforcement of a Retraining Order by the High Court, Misc.

Action 11-00208 (GK) (D.D.C. Apr. 4, 2012) (“[Section] 983(j)(1)(B) applies at the pre-filing stage of ‘foreign

criminal or forfeiture proceedings’ where there is no proceeding of any type yet pending in the foreign country

in which to challenge the restraint or forfeitable assets.”), ECF No. [14].

14

On this record, the Court cannot accept Ponsford and Tula’s alternative reading of the Second April

2012 Order, which lacks textual support.

15

Ponsford and Tula concede that they can bring a challenge to the January 2012 Order in Curaçao as

soon as this Court issues a restraining order enforcing the January 2012 Order. (See Ponsford & Tula’s Mot. to

Dissolve Mem. at 10; Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 4; Reijntjes Decl. ¶ 26.)

12

 

III. DISCUSSION

 

There are two motions pending before the Court: the United States’ [8] Motion to

Amend; and Ponsford and Tula’s [9] Motion to Dissolve. The Court addresses each in turn.

 

A. The United States’ Motion to Amend

 

Through its Motion to Amend, the United States asks the Court to issue a new

restraining order that would effectively substitute the January 2012 Order for the July 2011

Order as the basis for the restraint. Ponsford and Tula tender a litany of reasons as to why the

requested relief should be denied. The Court addresses those reasons here

seriatim.

 

First, Ponsford and Tula argue that the United States may not invoke 28 U.S.C. §

2467(d)(3) because it has not shown that the proper Curaçao authority made the underlying

request for legal assistance. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 5-6; Ponsford &

Tula’s Mot. to Dissolve Reply at 3-5.) However, nothing in § 2467(d)(3) authorizes or requires

this Court to pierce the veil of authority behind a request for legal assistance. Instead,

consistent with the general preference to leave matters of foreign affairs in the hands of the

Executive, Congress left it to the Attorney General to determine whether a request should be

certified and presented to the district court, and that determination is not subject to judicial

review. See 28 U.S.C. § 2467(b)(2), (d)(3)(B)(ii). In this case, because the Attorney General

has certified Curaçao’s request for enforcement of the January 2012 Order (see United States’

Mot. to Amend Mem. Ex. 2), the Court’s inquiry is at an end. Even assuming,

arguendo, that the

Court were inclined to probe further, the United States has introduced ample evidence

showing that, at the time it received the request, the PPO was authorized to make requests

under the applicable treaties. (See United States’ Mot. to Amend Reply Exs. A, C-D; see also id.

13

at 4-8.) The Court defers to the Executive’s reasonable conclusion that the treaties have been

properly invoked in this instance.

16 See Hwang Geum Joo v. Japan, 413 F.3d 45, 52 (D.C. Cir.

2005) (“[T]he Executive’s interpretation of a treaty is ordinarily entitled to ‘great weight.’”)

(quoting Sumitomo Shoji Am., Inc. v. Avagliano, 457 U.S. 176, 184-85 (1982)), cert. denied, 546

U.S. 1208 (2006); Zivotofsky ex rel. Zivotofsky v. Clinton, __ U.S. __, 132 S. Ct. 1421, 1437 (2012)

(Breyer, J., dissenting) (“The Constitution primarily delegates the foreign affairs powers to the

political departments of the government, Executive and Legislative, not to the Judiciary.”)

(internal quotation marks omitted). Therefore, the origins of Curaçao’s request for assistance

do not present an obstacle to the Court granting the United States’ Motion to Amend.

Second, Ponsford and Tula argue that the United States has failed to show that the

alleged conduct underlying the January 2012 Order can support forfeiture under both Curaçao

and federal law—a reference to the concept of “dual forfeiture.” (See Ponsford & Tula’s Mot.

to Amend Opp’n at 6-9; Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Reply at 5-9.) The argument

proceeds from an uncertain premise—namely, that the dual forfeiture requirement actually

applies where, as here, the United States is seeking the enforcement of a foreign restraining

order pending final forfeiture proceedings, and not a final order of forfeiture.

17 In this context,

the district court “may register and enforce a restraining order that has been issued by a court

of competent jurisdiction in the foreign country and certified by the Attorney General.” 28

U.S.C. § 2467(d)(3)(A)(ii)(bb). Although the statute speaks here of “property subject to civil

16

That includes the Executive’s determination that an April 25, 2012 letter from the Curaçao Minister

of Justice did not retroactively repudiate the authority of the PPO to make requests for legal assistance under the

applicable treaties. (See United States Mot. to Amend Reply at 6-8.)

17

Despite Ponsford and Tula’s assertion to the contrary (see Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Reply

at 5), the United does not concede that the dual forfeiture requirement applies here (see United States’ Mot. to

Amend Reply at 8-10).

14

or criminal forfeiture under foreign law,” id. § 2467(d)(3)(A)(i), it does not expressly

incorporate the dual forfeiture requirement that applies to final orders of forfeiture, see id. §

2467(a)(2)(A), (c). Ultimately, however, the Court need not resolve the question of whether

the dual forfeiture requirement applies here because, even assuming its applicability, it is

satisfied in this case. With respect to Curaçao law, the Curaçao Court granted the PPO’s

application “on the grounds as reported,” thereby accepting that the Companies are suspects

in money laundering punishable under Article 435 of the Criminal Code of Curaçao and that

the seizure of the assets in the three UBS accounts is necessary for the purpose of “maintaining

the right of recovery” in future forfeiture proceedings. (Suppl. Mul Decl. Attach. 2.) Unless and

until the Curaçao Court vacates the January 2012 Order, the Court will defer to the terms of the

January 2012 Order. With respect to federal law, the Court is satisfied at this stage of the

Curaçao proceedings that the Companies’ alleged criminal conduct could support forfeiture

under 18 U.S.C. §§ 981(a)(1), 1956, and 1957; whether or not the United States will ultimately

be able to make this showing must await further development of the record in Curaçao.

Third, Ponsford and Tula argue that the January 2012 Order was not issued consistently

with the requirements of due process. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 9-16.)

In this regard, the district court must enter a restraining order unless it finds that the foreign

proceedings or procedures are “incompatible with the requirements of due process of law.”

28 U.S.C. § 2467(d)(1)(A), (d)(3)(A)(ii)(I). The district court should not lightly sit in judgment

of the legal system of a foreign sovereign; to do so would run the risk of entangling the federal

courts in matters of foreign affairs, the province of the political branches of our government,

and would ask courts to opine on legal questions that they would generally be ill-equipped to

15

handle. Therefore, the showing required is not strenuous, cf. Piper Aircraft Co. v. Reyno, 454

U.S. 235, 254 n.22 (1981), and the district court should begin with the premise that the foreign

proceedings or procedures are in fact compatible with due process. In this case, the

procedures employed to obtain the January 2012 Order—which required the PPO to present

an application and investigative reports setting forth the grounds for the requested restraint

to a neutral judicial decision-maker—are analogous to procedures used in the United States.

See 18 U.S.C. §§ 981(b)(2), (b)(3), 983(a); 21 U.S.C. § 853(f); F

ED. R. CRIM. P. 41(d). The

procedures are not incompatible with due process merely because the PPO’s request was

made

ex parte and supported by evidence that has not been made public; such features are

unremarkable and, indeed, have analogs in our own legal system. See, e.g., United States v.

$129,727.00 U.S. Currency, 129 F.3d 486, 493 (9th Cir. 1997) (“Forfeitable personal property

was appropriate to seize without a prior hearing because the res could be moved or hidden,

thwarting the Government’s interest in it.”), cert. denied sub nom. Trujillo v. United States, 523

U.S. 1065 (1998). Nor are those procedures incompatible with due process because the

Companies could not directly “appeal” the January 2012 Order; the Companies can challenge

the validity of the January 2012 Order by commencing Article 150 proceedings in the Curaçao

Court.

18 (See Mul Decl. ¶¶ 56-57; Sulvaran Decl. Ex. 4.)

Fourth, Ponsford and Tula argue that 18 U.S.C. § 983(j)(1)(B), and not § 983(j)(1)(A),

applies to this case. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 16-24; Ponsford & Tula’s

Mot. to Dissolve Reply at 9-11.) For the reasons set forth above (see supra. Part II), the Court

18

Even Ponsford and Tula concede that they will be able to invoke the process provided by the Curaçao

legal system by commencing Article 150 proceedings as soon as this Court issues a restraining order enforcing

the January 2012 Order. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Mem. at 10; Ponsford & Tula’s Mot. to Amend

Opp’n at 4; Reijntjes Decl. ¶ 26.)

16

rejects the argument on the record before it. The Curaçao Court has approved the PPO’s

criminal financial investigation, the SFO, to identify and preserve assets for potential

forfeiture; the SFO remains ongoing and the Companies are now regarded as suspects; the

Curaçao Court authorized the restraint of the very assets at issue after accepting that there is

reason to believe that the Companies have played an active role in money laundering; and the

Curaçao Court has strongly suggested that the Companies have the ability to challenge the

restraint in Curaçao right now. (See Mul Decl. ¶¶ 15-18, 56-67; Suppl. Mul Decl. Attach. 2;

Sulvaran Decl. Exs. 1, 4.) Under these circumstances, § 983(j)(1)(B) does not apply, and §

983(j)(1)(A) has been satisfied. Cf. Mem. Order at 3-4, In re Enforcement of a Retraining Order

by the High Court, Misc. Action 11-00208 (GK) (D.D.C. Apr. 4, 2012), ECF No. [14].

Fifth, Ponsford and Tula argue that, even if the United States has made the showing

required to support the issuance of a restraining order under28 U.S.C. § 2467(d)(3), the Court

should nonetheless exercise its discretion not to grant the motion based on the history of the

proceedings in Curaçao. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 24-26.) The United

States concedes that “[e]nforcement of a foreign restraining order . . . is discretionary,” but

contends that the Court should exercise its discretion in favor of enforcement. (United States’

Mot. to Amend Reply at 22.) Considering the record as a whole, the Court shall exercise its

discretion to honor the January 2012 Order. Because the Curaçao Court’s Second April 2012

Order rejected the Companies’ Article 43 challenge, the January 2012 Order remains in effect,

and this Court will defer to its directives unless and until it is vacated or reconsidered by the

Curaçao Court or the Attorney General determines that it is no longer in the interest of justice

to honor Curaçao’s request for legal assistance. See 28 U.S.C. § 2467(b)(2), (d)(3)(B)(ii).

17

The Court has considered the remaining arguments tendered by Ponsford and Tula, and

has concluded that they are without merit. The Court finds that the United States has met its

burden of showing an entitlement to the issuance of a restraining order under 28 U.S.C. §

2467(d)(3). Accordingly, the Court shall GRANT the United States’ Motion to Amend.

 

B. Ponsford and Tula’s Motion to Dissolve

 

Through their Motion to Dissolve, Ponsford and Tula claim that this Court’s restraining

order must be dissolved because the July 2011 Order “is no longer in effect.” (Ponsford &

Tula’s Mot. to Dissolve Mem. at 7.) However, because the Court shall grant the United States’

Motion to Amend, which will effectively substitute the January 2012 Order for the July 2011

Order as the basis for the Court’s restraining order, Ponsford and Tula’s Motion to Dissolve

shall be DENIED as moot.

 

IV. CONCLUSION

 

For the reasons set forth above, it is, this 17th day of May, 2012, hereby

 

ORDERED

 

that the United States’ [8] Motion to Amend is GRANTED and Ponsford and

Tula’s [9] Motion to Dissolve is DENIED. An appropriate restraining order accompanies this

Memorandum Opinion and Order.

It is

FURTHER ORDERED that the parties shall file a Joint Status Report within ten (10)

calendar days of the conclusion of any Article 150 proceedings concerning the three UBS

accounts in the Curaçao Court.

 

SO ORDERED.

 

/s/

 

COLLEEN KOLLAR-KOTELLY

 

United States District Judge

18

 

PDF-File: US-Distrct-Court-Columbia-17MAY2012-Memorandum-Opinion-and-Order-Ponsford-and-Tula

Vonnis:

UNITED STATES DISTRICT COURT FOR THE DISTRICT OF COLUMBIA

 

‘Regering Curaçao brengt werkgelegenheid in gevaar’

0

Door: Dick Drayer

De weifelende houding van de Curaçaose overheid zet honderden banen op het spel. Dat stelt Reinoudt Karsdorp, algemeen directeur van de AMFO.

De Antilliaanse Medefinanciering Organisatie ondersteunt maatschappelijke organisaties op Curaçao met behulp van Nederlands subsidiegelden. De organisatie richt zich op armoedebestrijding en financiert projecten die voor de jeugd, ouderen, zieken, gehandicapten, tienermoeders en integrale wijkaanpak.   Nederland draagt op Curaçao jaarlijks acht miljoen gulden bij. Daar komt in 2013 een einde aan. Beide landen spraken in het kader van de staatkundige verandering af dat Curaçao de financiering over zou nemen, maar dat lijkt nu allerminst zeker.

Twee miljoen

Vanwege de beëindiging van de Nederlandse subsidie en de afspraken over de overname door Curaçao heb ik de regering gevraagd dit jaar twee miljoen gulden te stoppen in de medefinanciering. Zie het als een soort overgang naar 2013, wanneer het land de subsidies helemaal overneemt.”

Omdat het hier om extra geld gaat, heeft Karsdorp aan Nederland gevraagd om twee miljoen gulden voor 2012 door te mogen schuiven naar 2013. Curaçao heeft echter nog steeds niet aangegeven of het überhaupt de financiering van acht miljoen gulden voort wil zetten, ondanks de afspraken.

Voortbestaan

Daarmee komt ook het voortbestaan van AMFO in gevaar. “Dat op zich is geen probleem”, zegt Karsdorp. “Als de overheid kiest voor een ander model om lokale Ngo’s te financieren, dan heb ik daar geen bezwaar tegen.”

We hebben wel een enorme hoeveelheid kennis en ervaring en de structuur om deze gelden verantwoord weg te zetten. Door dat niet te gebruiken loop je de kans het kind met het badwater weg te gooien.”

Werkgelegenheid

Karsdorp maakt zich meer zorgen om de werkgelegenheid die lokale Ngo’s creëren en die zonder medefinanciering door AMFO of welke ander organisatie dan ook, in gevaar komen.

Met het subsidiegeld uit Nederland zijn direct 107 fulltime en 267 parttime arbeidsplaatsen op Curaçao gemoeid.

Ook Sint Maarten heeft nog niet aangegeven de subsidie in 2013 over te nemen van Nederland.  Het totale Nederandse budget van 6,5 miljoen EURO wordt volgens een verdeelsleutel over beide eilanden verspreid. Curaçao krijgt 64 procent en Sint Maarten 36 procent van de gelden. Intotaal zijn daar 214 arbeidsplaatsen fulltime en 533 parttime meegemoeid.

Tot aan de constitutionele veranderingen in 2010 was AMFO actief op alle vijf eilanden van de Nederlandse Antillen.

Doordat de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) per 10-10-2010 bijzondere gemeentes van Nederland zijn geworden is de financiering door AMFO op deze eilanden met ingang van 2011 stopgezet. Lopende projecten worden evenwel volgens de geldende procedures afgerond.

Dat geldt ook voor de projecten op Curaçao en Sint Maarten voor 2013.

Bron: RNW/Carbiana