27.1 C
Willemstad
• zondag 27 april 2025
Home Blog Pagina 2917

Boedelscheiding gaat te langzaam

0

 

Algemene Rekenkamer

DEN HAAG — De boedelscheiding van de voormalige Nederlandse Antillen verloopt te traag. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in haar oordeel over het jaarverslag voor 2011 van het ministerie van Koninkrijksrelaties dat gisteren met de jaarverslagen van andere ministeries aan de Tweede Kamer is aangeboden.

De Algemene Rekenkamer constateert dat het ministerie zijn beleid en gerelateerde uitgaven op vrijwel alle punten goed onderbouwt en verantwoordt, maar dat er weinig vooruitgang is geboekt bij de boedelscheiding. De commissie ‘Inventarisatie en waardering boedel van de Nederlandse Antillen’ is pas dit jaar bezig is met het bijwerken van de boedelbalans naar de stand op 9 oktober 2010. Een vereffeningscommissie adviseert de betrokken landen over financiële vorderingen over en weer.

Wij constateren dat de vereffening van de boedelscheiding traag verloopt. Verder merken wij op dat de vereffeningscommissie de vereffening zal baseren op de geactualiseerde boedelbalans en niet op de jaarrekeningen van de landen. Wij bezien in 2012 of de boedelbalans een toereikende basis vormt voor de vereffening”, aldus de Rekenkamer.

In de jaarrekening wordt de late benoeming van de vereffeningscommissie genoemd als oorzaak voor de vertraging.

De vereffeningscommissie heeft in 2011 oude rekeningen afgedaan, vorderingen toegevoegd aan de (geactualiseerde) boedelbalans en enkele zaken ter nadere beoordeling aan de betreffende ministers binnen het Koninkrijk voorgelegd. Vele zaken zijn, na controles, inmiddels afgehandeld. Wel zijn er enkele duizenden vorderingen van voormalige ambtenaren in dienst van het land Nederlandse Antillen ingekomen. Deze worden onder verantwoordelijkheid van de landen zelf (en dus niet van de vereffeningscommissie) uitgezocht”, schrijft het ministerie.

Stichtingen De Rekenkamer vindt verder dat de uitgaven aan de stichtingen Antilliaanse Mede Financieringsorganisatie (Amfo) en Fondo Desaroyo Aruba (FDA) beter verantwoord moeten worden.

We constateren, evenals vorig jaar, dat de minister in 2011 onvoldoende inhoudelijke informatie over de besteding van de subsidies heeft opgevraagd bij FDA en Amfo. Er is beperkt actie ondernomen om het toezicht op de voortgang van projecten van FDA en Amfo te verbeteren. Daardoor kan de minister de Tweede Kamer onvoldoende informeren en kan zij zich niet verantwoorden over de geleverde prestaties van de stichtingen”, oordeelt de organisatie.

In een reactie op het advies van de Rekenkamer schrijft minister Liesbeth Spies dat de wijze van rapportage veranderd zal worden om de resultaten zo beter te kunnen beoordelen. Met de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen worden vergelijkbare afspraken gemaakt. Overigens loopt de Nederlandse financiering van projecten door de Amfo dit jaar ten einde. De organisatie maakte gisteren bekend dat er nog niet door de Curaçaose en Sintmaartense overheid gereageerd is op het verzoek van de Nederlandse regering om de financiering over te nemen.

Bron: Amigoe

Maatregelen nekslag voor importeurs medicijnen

0

 

WILLEMSTAD — Het voortbestaan van geneesmiddelenimporteurs komt in gevaar als de overheid de maximale mark-up van deze sector verlaagt. Dat stelt de Vereniging van Importeurs van Pharmaceutische Producten (VIPP) in een persbericht. Voor sommige importeurs zal dit de nekslag betekenen, met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid en voor de levering van medicijnen, aldus de VIPP.

Per 1 juli past het kabinet de winstmarges (mark-up) van importeurs van geneesmiddelen aan naar 20 procent. Volgens de regering moeten de kosten drastisch naar beneden. De kosten van geneesmiddelen slokken 25 procent van de gezondheidsbegroting op. De VIPP heeft zich altijd begripvol opgesteld tegenover de besparingsmaatregelen van de overheid. Echter, de ideeën die door de belangenvereniging zijn aangedragen om snel en effectief een reeks besparingen door te voeren, zijn door de overheid in de wind geslagen.

Dat bevestigt de indruk, die ook leeft bij andere belangengroepen, dat de regering formeel wel met partijen om tafel zit, maar toch de eigen plannen doorvoert en geen boodschap heeft aan de inbreng van de sector”, aldus VIPP.

Ernstige gevolgen

De kosten van geneesmiddelen moeten met de helft omlaag. Volgens de regering wordt er bij de bezuinigingsmaatregelen rekening gehouden met aspecten als toegankelijkheid, beschikbaarheid en de financiële beheersbaarheid. Onder de noemer ‘kwaliteit’ zou er worden gekeken naar de effectiviteit van de bedrijfsvoering, de communicatie en de fysieke omgeving. Doordat de regering de begrippen ‘mark-up’ en ‘winstmarge’ door elkaar husselt, gaat straks het mes er diep in bij de circa twaalf importeurs van geneesmiddelen die Curaçao kent, zegt de VIPP.

De mark-up is het verschil tussen inkoop en verkoop. Slechts een deel ervan is de winstmarge, want het overgrote deel is bestemd voor de bedrijfsoperatie, personeelskosten, maar ook opslag, distributie (naar de apotheken), financiën en administratie.

De overheid heeft eenzijdig en zonder nulmeting besloten de mark-up te verlagen van 37 naar 20 procent, waarbij de kwaliteit van de voorzieningen wordt genegeerd. De regering wil coûte que coûte in één keer 47 miljoen gulden op jaarbasis bezuinigen om tegemoet te komen aan de begrotingseisen van het College financieel toezicht. Bij dit besluitvormingsproces, dat gekenmerkt wordt door een pakket aan ondoordachte en voor de VIPP niet aantoonbaar onderbouwde maatregelen, gaat de regering eraan voorbij dat hier straks behalve de importeurs en de apotheken dus ook de burgers en patiënten op Curaçao het slachtoffer van worden. De regering zet zo de veiligheid en de kwaliteit van de gezondheidszorg en de geneesmiddelenvoorziening op het spel”, aldus de VIPP.

De belangenvereniging heeft zelf een accountantskantoor ingeschakeld om onderzoek te doen naar de financiële gevolgen van de bezuinigingsmaatregel. Ook heeft de VIPP een advocaat in de armen genomen. De gang naar de rechter ligt in het verschiet.

Bron: Amigoe

Medisch specialisten willen duidelijkheid van Schippers

0

 

Medefinanciering faciliteiten Sehos’

WILLEMSTAD — De medisch specialisten vragen aan de Nederlandse minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Edith Schippers, om meer duidelijkheid over haar uitspraken dat het niveau van de medischspecialistische zorg op Curaçao onder de maat zou zijn en de keuze om patiënten van de BES-eilanden niet meer naar Curaçao te sturen.

De Vereniging van Medisch Specialisten Curaçao (VMSC) wil graag weten waarop Schippers haar uitlatingen baseert. Zij heeft het over twee rapporten, die volgens de vereniging gedateerd zijn. Maar de vereniging erkent dat er problemen zijn. Die worden veroorzaakt door een gebrek aan middelen, dan wel een onevenredige allocatie van middelen voor de gezondheidszorg. Vervolgens zet de vereniging een aantal feiten op een rij, waaronder het geld dat Nederland besteedt aan medische zorg op de BESeilanden en op Curaçao. Zo komen de specialisten tot de conclusie dat per bewoner op de BES-eilanden bijna 30 procent meer wordt besteed aan medische zorg dan op Curaçao. Ondanks de beperkte middelen is het aan de inzet van de specialisten, verpleegkundigen en andere professionals in de zorg te danken dat er doorgaans op hoog niveau gezondheidszorg wordt geboden. “De intrinsieke kwaliteit van de medisch specialisten staat buiten kijf. Het overgrote deel is in Nederland opgeleid, BIGgeregistreerd en voldoet aan de nascholingscriteria om BIG-geregistreerd te blijven

De kritiek van Schippers is daarom niet in goede aarde gevallen, vooral niet omdat er nu voor gekozen wordt om noodzakelijke uitzendingen zoveel mogelijk naar Colombia te doen en indien enigszins mogelijk Curaçao voortaan links te laten liggen. De Vereniging wijst op bevindingen van het Sociaal Cultureel Planbureau, dat de zorg in Nederland ook een onvoldoende geeft. “Uw ministerie gaat dan toch ook niet voortaan Nederlandse patiënten uitzenden naar landen als Zweden of Zwitserland, die wel veel betere rapportcijfers hebben dan Nederland?”, aldus VMSC. De indruk wordt gewekt dat het politiek gezien ‘en vogue’ is om zeer kritisch naar de gezondheidszorg op Curaçao te kijken en een zo groot mogelijke afstand tussen Caribisch Nederland en Curaçao te creëren. Intensive Care De VMSC wil graag samenwerken met het ministerie om ook de bewoners van de BES-eilanden de vereiste specialistische zorg te kunnen bieden, zodat deze patiënten niet zo ver van huis hoeven bij een medische uitzending. De vereniging heeft daarom in een brief eerder deze week een aantal vragen gesteld aan Schippers, waaronder de vraag of de minister bereid is om in het kader van de uitzending van patiënten naar Curaçao bepaalde financiële, facilitaire of personele hulp te bieden om het niveau van de zorg te verbeteren. De vereniging noemt bijvoorbeeld medefinanciering van uitbreiding van de capaciteit van intensive care units voor zowel volwassenen als baby’s; investeringen ten behoeve van de interventiecardiologie en detachering van medisch specialisten. Dit is vergelijkbaar met een recent aanbod dat Schippers deed aan het ziekenhuis op St. Maarten.

Bron: Amigoe

OM-functionaris Seksueel misbruikt

0

 

WILLEMSTAD — Het Openbaar Ministerie is in rep en roer over een verkrachtingszaak, die zich in de nacht van vrijdag op zaterdag heeft voorgedaan. Een medewerkster van het OM zou zijn ontvoerd en verkracht. Het betreft een Europese Nederlandse, die een topfunctie bezet binnen het OM. Ze is echter geen officier van Justitie. Noch het OM, noch de politie wil een officiële verklaring afleggen tegenover de pers. Politiewoordvoerder Alfred Suares zegt dat de politie nooit informatie verschaft over dit soort zaken.

Bron: Amigoe

Solar eclipse ring of fire Zonsverduistering

0

Aanstaande zondag kunnen de inwoners van de noordelijke landen weer een zonsverduistering meemaken. De maan zal echter niet de hele zon kunnen bedekken waardoor er langs de randen van de maan de zon nog zichtbaar zal zijn. De zonsverduisteringen vinden plaats als de aarde, maan en zon precies op een lijn staan. In Noord Amerika zal deze om die reden het best te bezichtigen zijn.

Bron: iNews

 

Venus eclipse met de Zon Venus zal de Zon doorkruisen

0

2012 is het Maya jaar van unieke verschijnselen in de cosmos en ons zonnestelsel. Op 12-12-12 zal het centrum van ons Melkweg in lijn komen te staan met de Zon een Aarde. Vijfduizend jaar geleden wisten de Maya’s dit al te voorspellen. Zelfs nu met al onze kennis en computers kunnen wij nog steeds niet begrijpen hoe de Maya kalender zo nauwkeurig kon worden opgesteld. Voorafgaand aan dit komende feneomeen kregen we dit jaar al een zonsverduistering op 4 janauri en een super maan op 5 mei te zien. Aanstaande zondag zal er weer een zonsverduistering waargenomen kunnen worden en kan de planeet Venus in een baan voor de Zon worden bekeken.

Bron: iNews

Zorghulp afgeslagen

0

Willemstad – De minister van Gezondheid, Jacinta Scoop- Contancia (MFK) zou Nederlandse financiële hulp voor de gezondheidszorg afgewezen hebben met de mededeling dat voor zover zij geïnteresseerd zou zijn in financiële hulp, dit uitsluitend in een bijdrage aan de bouwkosten van een nieuwe ziekenhuis zou zijn.

Dit valt op te maken uit een brief die de Vereniging van Medisch Specialisten Curaçao (VMSC) afgelopen week stuurde naar de Nederlandse demissionaire minister van Volksgezondheid, Edith Schippers (VVD).

,,Indien een en ander zich conform de bestaande geruchten heeft afgespeeld, dan heeft Curaçao een kans op onmiddellijke verbetering van de financiële armslag voor de gezondheidszorg laten lopen”, zo stelt de vereniging.

,,U kunt zich voorstellen dat, vooral ook met het oog op de verschillen in het uitgavenniveau voor de gezondheidszorg tussen Curaçao en de BESeilanden en de voortdurende budgettaire problemen op Curaçao, de werkelijke gang van zaken bij een eventueel overleg over financiële hulp ten behoeve van de gezondheidszorg op Curaçao de warme belangstelling heeft van de VMSC.”

De vereniging heeft in de brief een reeks vragen opgenomen waaronder ook de vraag of er sinds het aantreden van het kabinet Rutte op 14 oktober 2010 een aanbod gedaan is aan de regering van Curaçao voor financiële hulp, dan wel hulp in natura ten behoeve van de gezondheidszorg op Curaçao.

,,Indien u de vorige vraag bevestigend kunt beantwoorden, waaruit bestond de aangeboden hulp en is deze hulp ook tot stand gekomen en zo nee, waarom niet?”, zo luidt de daaropvolgende vraag.

De specialisten vragen Schippers vervolgens of zij bereid is Curaçao financiële, facilitaire of personele hulp te bieden met betrekking tot patiënten die vanuit de BES-eilanden voor behandeling naar Curaçao gestuurd moeten worden.

,,Bijvoorbeeld door medefinanciering van uitbreiding van de capaciteit van intensive care units, facilitering van de investeringen ten behoeve van de interventiecardiologie, detachering van medisch specialisten, een en ander vergelijkbaar met het recente aanbod dat u aan het ziekenhuis van Sint Maarten hebt gedaan”, aldus de VMSC.

De brief eindigt met: ,,De VMSC staat te allen tijde open voor een samenwerking met uw ministerie teneinde goede medische specialistische zorg te bieden aan inwoners van de BES-eilanden, die op die manier dicht bij en in een hun meer bekende omgeving kunnen worden behandeld. Wij zijn hoopvol dat een dergelijke bereidheid ook bij u aanwezig is.”

Bron: Antiliaans Dagblad

Archief: GOBIERNUNAN DI ANTIA I KORSOU TA FIRMA PROTOKOL PA INTEGRASHON DI SVB I BZV

0

GOBIERNUNAN DI ANTIA I KORSOU TA FIRMA PROTOKOL PA INTEGRASHON DI SVB I BZV

Friday, 03 April 2009

WILLEMSTAD,- Minister i Diputado di Salubridat Públiko, Omayra Leeflang i Humphrey Davelaar, a firma un protokòl pa integrashon di Banko pa Seguro Sosial (SVB) i Büró pa Provishonnan di Gastunan Médiko (BZV).

Tabata iróniko pa tuma nota ku Victor Monk, kende ta un di esnan ku di parti di BZV a traha duru riba e parti preparatorio di e integrashon ku a inisiá for di 2007 no tabata presente ayera den sala di reunion di Konseho di Minister djaweps 2 di aprel momento ku firmamentu di e protokòl a tuma lugá. Ku e integrashon di e dos entidatnan aki ta spera ku ta krea un ekonomisashon den gastu di por lo ménos NAf. 15 mion pa aña. Esaki ta un ekonomisashon riba tur tereno, pues kompra di kuida, gastunan atministrativo etc. direktor di SVB, Philip Martis a duna di konosé.

El a basa su mes riba kalkulashonnan hasí den pasado ora Leeflang i Davelaar a menshoná vários aspekto di benefisio ku e koperashon lo por trese kuné. Un di e aspektonan aki ta ku ta yega na uniformidat den tarifanan i un solo pakete di seguro médiko pa tur esnan sigurá. “Dor di efisiensia por yega na bahamentu di gastu i tambe por sinkronisá e paketenan di seguro i hasi areglonan uniforme. Den tur sentido e integrashon aki tin benefisio”, Leeflang a bisa. Alabes ta evitá ku tin personanan dòbel sigurá i ku ta hasi uso di burakunan den e sistema, di akuerdo ku e minister.

Davelaar di su parti a mustra ku a disidí ku no ta warda te ora ku pais Kòrsou ta un realidat, pero a kuminsá awor di moda ku por kuminsá haña e benefisionan for di awor. Segun Davelaar e integrashon ta bai tin hopi benefisio pa komunidat manera un pakete básiko pa seguro médiko i un manera mas efisiente pa paga gastunan di kuido médiko. SVB i BZV huntu tin alrededor di 80 porshento di e poblashon kurasoleño sigurá pa gastunan médiko i e ophetivo ta, esta Davelaar, pa yega na 100 porshento.

Pa lokual ta uniformidat den tarifanan i tambe e pakete di seguro pa tur asegurado. Leeflang a bisa ku mester yega na un kaminda mei mei. “Nunka ora dos partido bini huntu no por bisa ta régimen di esun partido so ta konta. Ta trese nan huntu, ‘shake it up’ i yega na algu mas mihó balansa”. Davelaar a añadí bisando ku Kòrsou a indiká na gobièrnu di Antia ku e isla ke yega na un Seguro di Malesa General (AZV), pues un pakete básiko ku por sera un seguro komplementario riba dje. “No por bisa ainda kiko e pakete ta kontené pero ya kaba SVB mes ta hasiendo trámitenan pa amplia su pakete. Ora t’asina leu ta anunsiá kiko e pakete básiko ta”. Leeflang i Davelaar a enfatisá ku ta garantisá tur kupo di trabou aktual tantu na SVB komo BZV.

Foto | …Momento ku Minister Omayra Leeflang i Diputado Humphrey Davelaar ta den sala di reunion di Konseho di Minister ta firma e protokòl pa integrashon di BZV i SVB…

Bron: Archief Extra

Met dank aan Omayra Leeflang

Zonne-energie goedkoper dan gewone stroom

0

Amsterdam – Zonne-energie is voor het eerst goedkoper dan gewone stroom. Dat komt doordat de prijzen van energie sterk zijn gestegen en die van zonnepanelen daalden. Deze week werd bekend dat de nota van de energiebedrijven met 160 tot 170 euro per jaar zal stijgen. Daardoor zijn consumenten volgens deskundigen voor het eerst goedkoper uit met zonne-energie. Zonnepanelen zijn in tien jaar terugverdiend, terwijl de panelen twintig jaar meegaan, zeggen de deskundigen. De panelen worden volgend jaar nog goedkoper door de verlaging van de btw van 19 naar 6 procent.

Oasis Game Otrobanda: Dromenavond

0

PERSBERICHT FEDERASHON OTROBANDA (NL/PAP)

 

 

Oasis Game Otrobanda: Dromenavond

 

Willemstad, 18 mei 2012

 

Op zondag 20 mei vanaf 19:00 uur organiseren de deelnemers en begeleiders van de OASIS GAME Otrobanda een ‘dromenavond’ in Wijkcentrum Otrobanda (SBO). Iedereen met een een droom voor de wijk is welkom deze te delen op deze avond.

 

Onder het genot van drankje en een hapje zullen we de meest gezamenlijke droom van de buurt bepalen, samen een actieplan maken en op korte termijn te realiseren. Nieuwsgierig wat er gaat gebeuren? Benieuwd wat anderen dromen? Kom dan zondag langs. De dromenavond is een onderdeel van de OASIS GAME Otrobanda, een project van Federason Otrobanda dat afgelopen woensdag begon met een presentatie in het wijkcentrum.

 

Voor meer informatie: Lai Fong How(Federashon Otrobanda), 515 5900, [email protected] of Ron Oei Email: [email protected]

 

 

 

Oasis Game Otrobanda: Nochi di Soño

 

Willemstad, 18 mei 2012

 

Federashon Otrobanda ta invitá tur hende bini Sentro di Bario Otrobanda (SBO) dia 20 di mei pa shet’or di anochi (19.00) kaminda lo tin un evenemento importante di e OASIS GAME Otrobanda.

Tur hende ku tin un soño pa ku Otrobanda ta bon biní, i den un ambiente ameno ku un pida koi kome i algu di bebe, huntu e partisipantenan lo por yega na un plan di akshon komun pa bai ehekutá riba un tèrminó korto den Otrobanda.

 

Bo tambe a bira kurioso? Bo kier sa más di e evenemento aki ? Djis kue téléfòn yama Sra Lai Fong How (515 5900, [email protected]) i bo ta haña kontesta riba tur bo preguntanan.

 

Nos ta warda’bo!

 

Een zware pil!

0

Een zware pil!

Ik vraag me af uit welke catalogus wij onze ministers vandaan hebben gehaald want wat deze mensen uithalen slaat écht nergens op.

Lees ik nou dat minster Sjeik El Hakim besloten heeft om de maximumprijs van bepaalde medicijnen vast te stellen omdat hij vindt dat de prijs van medicijnen te hoog is.

Op zich goed bedoeld en alles maar als je verder denkt dan je Arabische neus lang is kom je tot de ontdekking dat het juist een averechtse reactie heeft.

Soms moet je dingen simplificeren en dan kom je tot een oplossing van een probleem.

Winstmarges worden berekend op basis van vraag en aanbod waarin ook gecalculeerd word je operational cost zoals lonen, water, licht, rente op leningen belasting etc. etc.

Als mijn winstmarge door de Sjeik bepaald wordt en ik niet uit mijn kosten kan komen omdat om de haverklap de prijs van water en licht omhoog gaan bijvoorbeeld en ik moeilijk om de twee weken mijn prijzen kan aanpassen dan VERKOOP IK DAT SPUL NIET MEER!

Wat krijg je dan, speculatie met de prijzen, die schieten gegarandeerd omhoog, mensen gaan via andere wegen proberen aan die medicijnen te komen, zoals de Venezolanen en Dominicanen hier doen, die kopen hier de medicijnen om naar hun familieleden te sturen, mensen gaan op Internet dubieuze medicijnen bestellen, het wordt een “Free for all” wat hele nare gevolgen met zich mee kan brengen en ons op kosten kan jagen omdat mensen de verkeerde medicijnen gaan slikken en ziek worden en SVB en BZV moeten gaan dokken voor de ziekenhuiskosten.

Maar ja wie ben ik, we hebben een minister van economische zaken en een minister van volksgezondheid die de apotheken gaan vertellen hoeveel ze MOGEN verdienen, wat is dit Venezuela?

Daar bepaalt het gouvernement wat je wel en niet mag, al druist het tegen alle principes en de grondwet in, zij hebben het voor het zeggen en als je niet mee wil doen sluiten we je toko of nationaliseren we je tent en geven het aan een vriendje.

Kijk maar naar hun land reform program, de grootste mislukking aller tijden, ze vonden de prijzen van melkproducten en vlees te hoog en hebben alle grote boerderijen overgenomen en verdeeld onder de kleine boeren in de hoop dat de prijzen zouden dalen.

De kleine boeren konden het niet en nu moet Venezuela, die ooit vlees exporteerde, zelf vlees en melkproducten importeren omdat men zo nodig de prijs naar beneden wilden halen.

Maar hier hebben we slimmere mensen want ze reizen de hele wereld rond om expertise op te doen alleen horen wij daar nooit wat van en komen ze onze apothekers zeggen hoeveel ze mogen verdienen en wij over een poos de dupe zijn omdat wij niet aan onze hartpillen kunnen komen want ze worden niet meer lokaal verkocht.

Ik blijf lachen op deze klip want deze Sjeik hoort écht in een tent thuis, maar dan een circus tent!

Arthur Donker

Lichte strafvermindering voor agent

0
Bron: Versgeperst
Door: Leoni Leidel-Schenk

Versgeperst strafvermindering politieagenten NIEUWS mishandeling hoge raad grotten van hato Curaçao  politiebureau" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Eén van de twee politieagenten die in 2006 Freddy Girigorie (toen 53 jaar) ernstig mishandelde en bij de grotten van Hato achterliet, heeft een lichte strafvermindering gekregen. De Hoge Raad kwam tot deze beslissing doordat de zaak, na ruim vier jaar, te lang heeft geduurd.

De agenten Davelaar (34) en Wanga (44) hadden op 31 maart 2011 beide een celstraf van achttien maanden, waarvan zes voorwaardelijk, opgelegd gekregen voor de mishandeling van Girigorie.

Strafvermindering

Maar advocaat Wendenburg van agent Wanga had cassatie bij de Hoge Raad gevraagd omdat ze na ruim vier jaar nog steeds geen zekerheid hadden betreffende hun positie en status. De duur van de zaak is in strijd met het Europees Verdrag (EVRM) en daarmee is bij de strafmaat geen rekening gehouden. De Hoge Raad erkent dat het Hof geen aandacht heeft besteed aan deze zaak, wat kan leiden tot strafvermindering.

Drie weken

De Hoge Raad heeft besloten dat in dit geval de straf met drie weken verminderd wordt, waardoor de straf zeventien maanden en één week wordt, waarvan zes voorwaardelijk. Daarnaast mag de agent voor vijf jaar geen ambt bekleden. De twee agenten mishandelde op 15 november 2006 Girigorie nadat ze een melding binnenkregen dat Girigorie zijn ex-vriendin, die aan de Kaya Castellatus woonde, had lastig gevallen. Het was niet de eerste keer dat de politie moest uitrukken omdat Girigorie zijn ex-vriendin lastig viel.

Mishandeling

De agenten pikten de man op bij de Seru Fortunaweg. De agenten hadden het slachtoffer geboeid en daarna mishandeld. Hij werd meerdere malen met knuppels geslagen, geschopt en in het gezicht geslagen. Bij het huis van zijn ex-vriendin kreeg hij traangas in het gezicht en ogen gespoten. Daarop werd de man meegenomen naar het parkeerterrein voor de Grotten van Hato, waar hij nog een keer in elkaar werd geslagen. De agenten lieten hem vervolgens achter op het parkeerterrein.

Overdracht BZV naar SVB

0

Bron: Versgeperst

Door: Leoni Leidel-Schenk

zorgcontract Versgeperst svb overdracht NIEUWS Curaçao Constancia BZV  SVB1" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Het akkoord voor de overdracht van Bureau Ziektekostenvoorzieningen (BZV) naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is getekend. Minister Jacinta Constancia (Gezondheid), minister George Jamaloodin (Financiën) en de directeur van de SVB zette woensdag hun handtekening onder het akkoord.

De overdracht van taken brengt geen veranderingen in het pakket. De partijen zijn overeengekomen dat de SVB vanaf 1 mei 2012 belast is met de uitvoering van de regelingen van PP, ambtenaren en de Stichting Garantie.

Zorgcontract

De regering en de SVB zijn ook overeengekomen dat gezamenlijk gewerkt zal worden aan een zorgcontract en dat de regering daar fondsen voor beschikbaar zal stellen. De regering verwacht op deze manier te komen tot een verantwoordelijke manier om de uitgaven in de zorg te controleren en de kwaliteit te garanderen en de zorg toegankelijk te houden.

Concrete stap

Constancia is tevreden met dit resultaat. “We voeren verschillende veranderingen door in de openbare gezondheidszorg. Behalve dat de openbare gezondheidszorg toegankelijk moet zijn en van een hoge kwaliteit, moet het ook betaalbaar zijn. Na jarenlang overleg zijn wij erin geslaagd om een andere concrete stap te zetten”.

Tweede beslaglegging Dos Santos blijft van kracht

0
Bron: Versgeperst
Door: Leoni Leidel-Schenk

Versgeperst tegoeden Robbies Lottery Robbie Dos Santos NIEUWS Elmer Wilsoe Dick Piar Curaçao beslaglegging  Lottery 127x85" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Het beslag op de tegoeden van de vennootschappen van loterijbaas Robbie dos Santos blijft van kracht. Dat heeft de Amerikaanse rechter gisteren besloten. Minister Elmer Wilsoe (Justitie) verzocht in april de Justitie in Washington om de beslaglegging op te heffen.

De rechter in Washington oordeelde gisteren dat het rechtshulpverzoek van procureur-generaal Dick Piar op verzoek van de Amerikaanse Justitie moet worden gehonoreerd en dat het verzoek van de vennootschappen van Dos Santos wordt afgewezen. Dit betekent dat de tegoeden van Dos Santos toch bevroren blijven.

Conservatoir beslag

Het beslag is gebaseerd op een tweede verzoek tot beslaglegging in januari, ditmaal voor een conservatoir beslag. Dat is een beslaglegging die wordt gedaan voordat het vonnis wordt uitgesproken, om zo zeker te weten dat er wat te halen valt bij de partij voordat er een duur proces wordt gestart. Het beslag is door de US District Court for the District of Columbia nu aangepast tot een bedrag van zestig miljoen dollar. Minister Wilsoe zou naar zeggen niet op de hoogte zijn geweest van het tweede verzoek tot beslaglegging. Op 5 april verzocht het OM de Amerikanen om, in plaats van de eerste beslaglegging, de tweede beslaglegging uit te voeren.

Fraude

Robbie dos Santos wordt ervan beschuldigd dat hij zijn loterijketen Robbie’s Lottery sinds 2004 als dekmantel gebruikt voor het witwassen van geld en belastingsfraude. Daarnaast zou Robbie’s Lottery achter de schermen gebruikt worden voor een grotere illegale loterij en de verkoop van valse loten. Het Openbaar Ministerie is in 2008 begonnen met het strafrechtelijk onderzoek in deze zaak, dat de Bientu-zaak wordt genoemd.

Zie ook: http://knipselkrant-curacao.com/2012/05/2463/

 

 

Fata Morgana

0
Er is een hele delegatie naar Holland om onze afgestudeerden en hoogopgeleide eilandgenoten over te halen om naar deze klip terug te komen om ons eilandje te helpen opbouwen om zo een rooskleurige toekomst te garanderen. Anderhalve ton aan reis- en verblijfskosten voor een paar dagen verblijf daar. … Op zich heb ik daar geen moeite mee zolang de return on investment er is. Ik ben geen genius maar ik zou het anders gedaan hebben ik zou eerst kijken welke professionals wij in de toekomst nodig zullen hebben, zoals personeel voor het nieuwe ziekenhuis, mid- en hoger management voor het hotelwezen, mensen die Curaçao om kunnen zetten in een ecologisch paradijs zoals Bonaire dat doet. Maar wat doet deze club circusartiesten, die gaan op de bonnefooi proberen de landgenoten over te halen met allerlei loze beloftes waarvan  ze van te voren weten dat ze die niet waar kunnen maken, spelen in op de frustraties van deze mensen zoals discriminatie , slecht Nederlands, mentaliteit en dergelijke en gebruiken hun populariteit in de media om hun op emotionele basis over te halen om terug te komen. Vorige week stond er in de kranten dat Nederland een van de landen is met de hoogste salarissen ter wereld en nou wil je dat ik terug kom om minder dan de helft te verdienen van wat ik in Nederland krijg alleen omdat jij zegt dat het goed is en dat ik nodig ben om Curaçao te helpen opbouwen? We hebben een werkeloosheid probleem, de economie ligt op z’n gat, corruptie, bedreigingen en politiek via de media viert hoog tij, we hebben een regering die het beter in Cirque de Soleil kan doen  dan in Fort Amsterdam, ons onderwijs wat om te huilen is, een Premier die niet eens een HAVO diploma heeft die wil dat ik met mijn universitaire opleiding zijn domme beslissingen moet opvolgen? Laat me niet lachen ik lig al de hele dag in een deuk hier op deze klip!
Arthur Donker

UNITED STATES DISTRICT COURT FOR THE DISTRICT OF COLUMBIA

0

UNITED STATES DISTRICT COURT FOR THE DISTRICT OF COLUMBIA

IN RE RESTRAINT OF ALL ASSETS

CONTAINED OR FORMERLY CONTAINED

IN CERTAIN INVESTMENT ACCOUNTS AT

UBS FINANCIAL SERVICES, INC. HELD IN

THE NAMES OF CARIBBEAN

INVESTMENT GROUP, LTD., PONSFORD

OVERSEAS LTD., AND TULA FINANCE

LTD.

 

Misc. Action No. 11-00452 (CKK)

 

MEMORANDUM OPINION AND ORDER

 

(May 17, 2012)

Upon receiving a request for legal assistance from Curaçao, the United States brought

this action seeking to restrain assets contained in three investment accounts at UBS Financial

Services, Inc. (“UBS”) held in the names of Caribbean Investment Group, Ltd. (“CIG”), Ponsford

Overseas, Ltd. (“Ponsford”), and Tula Finance Ltd. (“Tula”) (collectively, the “Companies”).

1

On August 12, 2011, the United States applied to this Court for a restraining order under 28

U.S.C. § 2467(d)(3), claiming that a restraint on the three UBS accounts is necessary to

preserve the assets for potential forfeiture in connection with an ongoing criminal

investigation by Curaçao authorities. The Court entered an appropriate restraining order on

August 23, 2011, and, upon the United States’ application, amended that order to cover two

additional UBS accounts on November 2, 2011.

Since then, there have been a number of developments. Most notably, upon a challenge

by Ponsford and Tula, the Court of First Instance of Curaçao (the “Curaçao Court”) essentially

1

The three UBS accounts are: Account # R2 66631, held in the name of CIG; Account # R2 67045 37, held

in the name of Ponsford; and Account # R2 67187 37, held in the name of Tula

.

1

vacated the order that supports this Court’s restraining order, insofar as it applies to the three

UBS accounts. But the Curaçao Court also issued another order authorizing a restraint on the

three UBS accounts on different grounds. The Curaçao Court has, furthermore, rejected the

Companies’ challenge to that separate order, leaving it untouched and in force. Accordingly,

the matter returns to this Court in the following posture: the original foundation for the Court’s

restraining order has disappeared, but a new one has been put in place.

Two pending motions address this new state of affairs: the United States’ [8] Second

Motion to Amend the Retraining Order Pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3) and 18 U.S.C. §

983(j)(1)(A) (“Motion to Amend”); and Ponsford and Tula’s [9] Emergency Motion to Dissolve

Restraining Order (“Motion to Dissolve”). Upon careful consideration of the parties’

submissions, the relevant authorities, and the record as a whole, the Court shall GRANT the

United States’ [8] Motion to Amend and DENY Ponsford and Tula’s [9] Motion to Dissolve.

 

I. BACKGROUND

 

Curaçao and the United States have agreed to provide one another mutual legal

assistance in their criminal investigations and proceedings.

See TREATY BETWEEN THE UNITED

S

TATES OF AMERICA AND THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS ON MUTUAL ASSISTANCE IN CRIMINAL

M

ATTERS, U.S.-Neth., June 12, 1981, 35 U.S.T. 1361; AGREEMENT BETWEEN THE GOVERNMENT OF THE

U

NITED STATES AND THE GOVERNMENT OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS REGARDING MUTUAL

C

OOPERATION IN THE TRACING, FREEZING, SEIZURE, AND FORFEITURE OF PROCEEDS AND

I

NSTRUMENTALITIES OF CRIME AND THE SHARING OF FORFEITED ASSETS, U.S.-Neth., Nov. 20, 1992,

T.I.A.S. No. 12,482.

2 Among other things, Curaçao may seek the United States’ assistance in

2

Curaçao is now a constituent country within the Kingdom of the Netherlands and has adopted both of

the cited accords.

2

enforcing a “forfeiture or confiscation judgment”—a “final order” compelling the forfeiture of

property or proceeds traceable to “any violation of [Curaçao] law that would constitute a

violation or an offense for which property could be forfeited under Federal law if the offense

were committed in the United States”—and district courts may register and enforce such

judgments. 28 U.S.C. § 2467(a)(2), (c)(1), (d)(1). In addition, and more germane to the

pending motions, Congress has authorized district courts to issue “restraining order[s] at any

time before or after the initiation of forfeiture proceedings by [Curaçao]” in order “[t]o

preserve the availability of property subject to civil or criminal forfeiture under [Curaçao]

law.” Id. § 2467(d)(3)(A)(i).

 

A. The Investigation

 

In 2008, Curaçao began an investigation into large cash deposits allegedly made by a

Curaçao national, Robertico Alejandro dos Santos (“dos Santos”), into a bank account held by

CIG in Sint Maarten. (See Decl.

3 of Curaçao Public Prosecutor Jasper Marc Mul in Supp. of

United States’ Opp’n to Mot. to Dissolve Restraining Order, ECF No. [14-1] (“Mul Decl.”), ¶ 8.)

4

As the investigation developed, Curaçao authorities came to believe that dos Santos was

engaged in, among other things, money laundering.

Under Curaçao law, a final order of forfeiture can only be issued once a criminal

defendant has been convicted. (See id. ¶¶ 18, 20.) However, when the Public Prosecutor’s

Office (the “PPO”) believes that significant assets will need to be restrained during a criminal

3

To be precise, the investigation began in Sint Maarten, which like Curaçao was then part of the former

Netherlands Antilles. Curaçao authorities took over the investigation in 2010.

4

Where appropriate, the Court cites to declarations describing the nature of the investigation and

proceedings in Curaçao. See 28 U.S.C. § 2467(d)(3)(B) (“The court, in issuing a restraining order . . . may rely on

information set forth in an affidavit describing the nature of the proceeding or investigation underway . . . .”).

3

investigation, it may ask the Curaçao Court to authorize a parallel criminal financial

investigation known as a

Strafechtelijk Financieel Onderzoek (“SFO”), the principal purpose of

which is to identify and preserve assets for post-conviction forfeiture proceedings. (See id. ¶¶

15, 18.)

To secure authorization for an SFO, the PPO must show that there is

redelijk vermoeden,

or reasonable suspicion, that a felony has been committed that is punishable by four or more

years imprisonment and/or that has generated substantial ill-gotten gains. (See id. ¶¶ 16-17.)

In this case, on June 15, 2011, the PPO sought the Curaçao Court’s authorization to conduct an

SFO into dos Santos and CIG.

5 (See Decl. of Curaçao Attorney Eldon Sulvaran in Supp. of

Emergency Mot., ECF No. [9-2] (“Sulvaran Decl.”), Ex. 1; see also Mul Decl. ¶ 22.) The Curaçao

Court authorized the SFO on June 16, 2011, basing its order on “the reasons” identified in the

PPO’s underlying application. (Sulvaran Decl. Ex. 1.) That is, the Curaçao Court accepted that:

(1) there was reasonable suspicion that dos Santos and CIG were involved in, among other

things, money laundering; and (2) the launch of a criminal financial investigation for the

“detection, tracing, and establishment of the scope of the benefit unlawfully obtained by the

suspect[s] and the confiscation thereof . . . must be deemed necessary.” (Id.)

 

B. The Curaçao Court’s July 2011 Order

 

Generally speaking, the authorization of an SFO vests the PPO with broad authority to

seize assets without further judicial intervention. But where, as here, assets are located

abroad or are held by third parties, the PPO typically seeks a separate court order authorizing

their seizure. (See Mul Decl. ¶¶ 26, 28.) On July 14, 2011, the PPO sought the Curaçao Court’s

5

A Sint Maarten entity known as Jamaroma Lotteries N.V. was also named.

4

authorization to seize the assets in the three UBS accounts, which are domiciled in Miami,

Florida and held in the Companies’ names. (See Supplemental Decl. of Curaçao Public

Prosecutor Jasper Marc Mul, ECF No. [20-5] (“Suppl. Mul Decl.”), Attach. 1.) In so doing, the

PPO only named dos Santos as the relevant suspect; it did not identify the Companies

themselves as suspects at the time.

6 (See id.) Instead, the PPO claimed that dos Santos was

the true owner of the accounts and had the ability to dispose of the assets. (See id; Mul Decl.

¶¶ 32-35.) On July 14, 2011, the Curaçao Court authorized the seizure up to $50 million in

assets in the three UBS accounts “on the grounds as reported” (the “July 2011 Order”). (Suppl.

Mul Decl. Attach. 1; see also Mul Decl. ¶¶ 32, 36; Sulvaran Decl. ¶ 19.) That is, the Curaçao

Court accepted that: (1) there is reason to believe that dos Santos “played an active role” in,

among other things, money laundering; and (2) dos Santos “apparently can dispose” of the

assets in the three UBS accounts. (Suppl. Mul Decl. Attach. 1.)

 

C. This Court’s Restraining Order

 

On July 29, 2011, Curaçao requested the United States’ assistance in the enforcement

of the July 2011 Order. (See Mul Decl. ¶ 36.) On August 8, 2011, the Attorney General of the

United States, through his delegee, determined that certifying Curaçao’s request was in the

interest of justice pursuant to 28 U.S.C. § 2467(b)(2), (d)(3)(B)(ii). (See United States’ Ex Parte

Appl. to Enforce & Register a Foreign Restraining Order Pursuant to § 2467(d)(3) & Stmt. of

P. & A. in Supp. Thereof, ECF No. [1] (“United States’ Appl.”), Exs. B-C.) On August 12, 2011, the

United States applied to this Court for an order restraining the assets in the three UBS accounts

pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3). (See United States’ Appl.) On August 22, 2011, upon the

6

Although CIG had been a suspect in the SFO from the outset, it was not identified as a relevant suspect

in the PPO’s July 14, 2011 application. (See Suppl. Mul Decl. Attach. 1; Sulvaran Decl. Ex. 1.)

5

Court’s request, the United States provided additional briefing as to how the relief requested

was consistent with case law interpreting the reach of § 2467(d)(3). (See United States’

Supplemental Mem. in Resp. to the Court’s Aug. 17, 2011 Minute Order Regarding the Proper

Appl. of 28 U.S.C. § 2467(d)(3), ECF No. [2]; United States’ Supplemental Mem. in Resp. to the

Court’s Aug. 22, 2011 Minute Order Regarding the Legislative History of 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

as Am., ECF No. [3].)

7

After carefully reviewing the United States’ submissions and the relevant authorities,

the Court granted the application. (See Restraining Order pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

& 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [4].) Subsequently, upon the United States’ application, the

Court amended its order to cover two additional UBS accounts on November 2, 2011.

8 (See

United States’ Ex Parte Mot. to Amend Restraining Order Pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

& 18 U.S.C. 983(j)(1)(A), ECF No. [5]; Am. Restraining Order Pursuant to 28 U.S.C. §

2467(d)(3)(A) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [6-1] (“Am. Restraining Order”).) In its

current form, the Court’s restraining order, insofar as it applies to the three UBS accounts,

rests on the validity of the July 2011 Order of the Curaçao Court. (See Am. Restraining Order

¶ 1.)

7

On December 22, 2010, through the Preserving Foreign Criminal Assets for Forfeiture Act of 2010, Pub.

L. No. 111-342, 124 Stat. 3607 (2010), Congress amended 28 U.S.C. § 2467(d)(3) partly in response to case law

interpreting the prior iteration of the statute as limiting courts’ authority to freezing assets only

after a foreign

court enters a final forfeiture judgment. See, e.g., In re Any & All Funds or Other Assets, in Brown Bros. Harriman

& Co. Account # 8870792 in the Name of Tiger Eye Invs. Ltd., 613 F.3d 1122 (D.C. Cir. 2010). As amended, the

statute now clearly authorizes courts to issue a restraining order “at any time before or after the initiation of

forfeiture proceedings by a foreign nation.” 28 U.S.C. § 2467(d)(3)(A)(i).

8

The two additional UBS accounts are: Account # R2 66409, held in the name of dos Santos; and Account

# R2 66410.37, held in the name of dos Santos’ spouse. Because these two accounts are not presently at issue, the

Court omits further discussion of them herein.

6

 

D. The Article 150 Proceedings in Curaçao

 

Article 150 Sv of Curaçao’s Code of Criminal Procedure (“Article 150”) provides a

vehicle for parties to challenge an authorization of seizure. (See Suppl. Mul Decl. ¶ 4; Expert

Op. of Jan Reijntjes, ECF No. [15-1] (“Reijntjes Decl.”), ¶ 21.) On December 15, 2011, dos

Santos commenced an Article 150 proceeding in the Curaçao Court challenging the July 2011

Order. (See Mul Decl. ¶ 40; Sulvaran Decl. ¶ 34.) On February 22, 2012, Ponsford and Tula

commenced a separate Article 150 proceeding after the PPO took the position that dos Santos

was without standing to pursue his challenge because the assets in the UBS accounts are the

sole property of the Companies. (See Mul Decl. ¶¶ 41-42; Sulvaran Decl. ¶ 34.)

 

E. The Curaçao Court’s January 2012 Order

 

On January 12, 2012, while the Article 150 proceedings were ongoing, the PPO returned

to the Curaçao Court, again seeking authorization to seize the assets in the three UBS accounts.

(See Suppl. Mul Decl. Attach. 2.) As before, the PPO proffered that dos Santos was the

animating force behind the underlying criminal activity, but this time the PPO also named the

Companies themselves as suspects in the money laundering scheme. (See id.; Mul Decl. ¶ 38;

Sulvaran Decl. ¶ 35.) On January 19, 2012, the Curaçao Court authorized the seizure of up to

$60 million in assets in the three UBS accounts “on the grounds as reported” (the “January

2012 Order”). (Suppl. Mul Decl. Attach. 2.)

9 That is, the Curaçao Court accepted that: (1) the

Companies “can (now) also be regarded as suspects and the balances in the . . . investment

accounts with UBS can also be seized under them as holder and/or beneficiary of . . . those

accounts”; and (2) there is reason to believe that the Companies “have played an active role”

9

The English translation was signed on January 26, 2012. (See Suppl. Mul Decl. Attach. 2.)

7

in money laundering. (Id.)

On February 15, 2012, Curaçao requested the United States’ assistance in the

enforcement of the January 2012 Order. (See Mul Decl. ¶ 39). However, Curaçao and the

United States were apparently content with this Court’s restraining order in the form that it

then existed, resting as it did on the July 2011 Order, because neither Curaçao nor the United

States pressed the matter until subsequent events called into question the validity of the July

2011 Order. (See id.)

 

F. The Article 43 Proceedings in Curaçao

 

Article 43 Sv of Curaçao’s Code of Criminal Procedure (“Article 43”) provides a vehicle

for parties to seek interim relief in criminal proceedings. (See Mul Decl. ¶ 49.) On March 14,

2012, while the Article 150 proceedings concerning the July 2011 Order were still ongoing, the

Companies commenced separate Article 43 proceedings challenging the January 2012 Order.

(Id.) In those proceedings, the Companies petitioned the Curaçao Court to enjoin the PPO from

using the January 2012 Order to restrain the three UBS accounts. (See Sulvaran Decl. Ex. 4.)

 

G. The Curaçao Court’s April 2012 Orders

 

On April 4, 2012, the Curaçao Court issued two orders altering the landscape of this

case.

First, in one order, the Curaçao Court sustained Ponsford and Tula’s Article 150

challenge and, in effect, vacated the July 2011 Order as it applied to them (the “First April 2012

Order”).

10 (See Sulvaran Decl. Ex. 3.) As aforementioned, in the application that ultimately led

to the July 2011 Order, the PPO identified only dos Santos as the relevant suspect, claiming that

10

Meanwhile, the Curaçao Court agreed that dos Santos lacked standing to challenge the July 2011 Order

because that order involved a “third-party seizure.” (Sulvaran Decl. Ex. 3.)

8

he was the actual owner of the accounts and had the ability to dispose of the assets. (See

Suppl. Mul Decl. Attach. 1.) In its First April 2012 Order, the Curaçao Court concluded that the

July 2011 Order was invalid because Ponsford and Tula were not encompassed “within the

framework of [the] criminal financial investigation” and because the PPO had failed to show

“beyond a reasonable doubt that the respective claims do not belong to Ponsford and Tula.”

11

(Sulvaran Decl. Ex. 3.) On that basis, the Curaçao Court directed that the seizure, as authorized

by the July 2011 Order, “be lifted.” (Id.)

Second, in a separate order, the Curaçao Court dismissed the Companies’ Article 43

challenge to the January 2012 Order (the “Second April 2012 Order”). (See Sulvaran Decl. Ex.

4.) The Curaçao Court found that the Companies could not bring their challenge under Article

43 because “Article 43 of the Code of Criminal Procedure does not allow for the requested

provision, since Article 150 of the Code of Criminal Procedure includes a stipulation with

regard to complaints about a seizure.” (Id.) The parties disagree as to the Curaçao Court’s

reasoning. On the one hand, the Ponsford and Tula suggest, without any support in the Second

April 2012 Order, that the Curaçao Court found that their challenge was unripe because no

assets had actually been restrained under the January 2012 Order. (See Reijntjes Decl. ¶ 26.)

Meanwhile, the United States, citing the language of the order itself, takes the position that the

Curaçao Court simply found that Article 43 was not the proper procedural vehicle for the

Companies’ challenge, and that the Companies should instead resort to Article 150. (See Mul.

11

Under Curaçao law, there is a presumption that assets held in the name of a legal entity in fact belong

to the entity, and that presumption can only be overcome by showing beyond a reasonable doubt that the assets

are in fact the property of the suspect. (See Sulvaran Decl. Ex. 3; Suppl. Mul Decl. ¶ 6; but see Reijntjes Decl. ¶ 23.)

The PPO admits that it did not present evidence that the UBS accounts actually belong to dos Santos, claiming that

it did so for strategic reasons. (See Mul Decl. ¶¶ 39, 53; Suppl. Mul Decl. ¶ 6.)

9

Decl. ¶¶ 56-57.) Regardless, this much is clear: the Curaçao Court’s Second April 2012 Order

dismissed the Companies’ challenge, leaving the January 2012 Order untouched and in force.

12

 

H. The Instant Motions

 

The vacatur of the July 2011 Order—the foundation for this Court’s restraining

order—prompted Curaçao to ask the United States to seek the enforcement of the January

2012 Order. Curaçao renewed its request on April 5, 2012, and the Attorney General, through

his delegee, determined that certifying Curaçao’s request was in the interest of justice. (See

Mul Decl. ¶ 39; United States’ Second Mot. to Amend the Restraining Order Pursuant to 28

U.S.C. § 2467(d)(3) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [8] (“United States’ Mot. to Amend

Mem.”), Ex. 2.) On April 9, 2012, the United States filed the pending Motion to Amend, seeking

an order restraining the assets in the three UBS accounts pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3)

based upon the Curaçao Court’s January 2012 Order. (See United States’ Mot. to Amend Mem.)

Ponsford and Tula filed their opposition on April 24, 2012. (See Ponsford Overseas Ltd.’s &

Tula Finance Ltd.’s Opp’n to the United States’ Second Mot. to Amend the Restraining Order

Pursuant to 28 U.S.C. § 2467(d)(3) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [15] (“Ponsford & Tula’s

Mot. to Amend Opp’n”).) The United States filed its reply on May 9, 2012. (See United States’

Reply Mem. in Supp. of its Second Mot. to Amend the Restraining Order Pursuant to 28 U.S.C.

§ 2467(d)(3) & 18 U.S.C. § 983(j)(1)(A), ECF No. [20] (“United States’ Mot. to Amend Reply”).)

Similarly, the vacatur of the July 2011 Order prompted Ponsford and Tula to seek the

Ponsford and Tula interpret the “be lifted” language in the First April 2012 Order as

12 requiring that the

assets in the three UBS accounts to be released irrespective of what the Curaçao Court set forth in the January

2012 Order. The Court cannot agree. The Curaçao Court issued its April 2012 Orders on the same day, evidencing

that it then understood that the January 2012 Order, which authorizes the seizure of the assets in the three UBS

accounts, would remain in effect going forward. Under these circumstances, absent an unequivocal statement

from the Curaçao Court that it no longer intends its January 2012 Order to permit the seizure of the assets in the

three UBS accounts, the Court will honor the terms of the January 2012 Order as a matter of comity.

10

dissolution of this Court’s restraining order, which in its current form rests on the validity of

the July 2011 Order. Shortly after the United States filed its Motion to Amend, Ponsford and

Tula filed their pending Motion to Dissolve. (See Mem. in Supp. of Ponsford Overseas Ltd.’s &

Tula Finance Ltd.’s Emergency Mot. to Dissolve Restraining Order & for a Hr’g on the

Government’s Second Mot. to Amend the Restraining Order, ECF No. [9-1] (“Ponsford & Tula’s

Mot. to Dissolve Mem.”).) The United States filed its opposition on April 24, 2012. (See United

States’ Mem. in Opp’n to Ponsford Overseas Ltd.’s & Tula Finance Ltd.’s Emergency Mot. to

Dissolve Restraining Order & for a Hr’g on the Government’s Second Mot. to Amend the

Restraining Order, ECF No. [14] (“United States’ Mot. to Dissolve Opp’n”).) Ponsford and Tula

filed their reply on May 8, 2012. (See Ponsford Overseas Ltd.’s & Tula Finance Ltd.’s Reply

Mem. in Supp. of the Emergency Mot. to Dissolve Restraining Order & for a Hr’g on the

Government’s Second Mot. to Amend the Restraining Order, ECF No. [17] (“Ponsford & Tula’s

Mot. to Dissolve Reply”).)

 

II. PRELIMINARY MATTERS

 

Ponsford and Tula contend that they are entitled to a hearing on the United States’

Motion to Amend. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Mem. at 9-11.) The contention rests

on the assumption that 18 U.S.C. § 983(j)(1)(B), which affords interested persons a right to

“notice . . . and opportunity for a hearing,” applies here. 18 U.S.C. § 983(j)(1)(B). It does not.

The parties are in agreement that § 983(j)(1)(B) only applies at the pre-filing stage of

foreign criminal or forfeiture proceedings and when there is no proceeding in which to

challenge the restraint in the foreign country. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Mem.

11

at 10; United States’ Mot. to Dissolve Opp’n at 12.)

13 In this case, the Curaçao Court has

approved the PPO’s criminal financial investigation, the SFO; the purpose of the SFO is to

identify and preserve assets for potential forfeiture; the SFO remains ongoing; the Companies

are now regarded as suspects; and the Curaçao Court has authorized the restraint of the very

assets at issue in this action. (See Mul Decl. ¶¶ 15-18; Suppl. Mul Decl. Attach. 2; Sulvaran Decl.

Ex. 1.) Moreover, the Curaçao Court’s Second April 2012 Order strongly suggests that the

Companies can commence Article 150 proceedings to challenge the January 2012 Order in

Curaçao right now and, absent a contrary statement from the Curaçao Court, this Court will

defer to that judgment.

14 (See Sulvaran Decl. Ex. 4; see also Mul Decl. ¶¶ 56-57.)15 Under these

circumstances, § 983(j)(1)(B) does not apply.

In any event, Ponsford and Tula have not even attempted to explain why certain

matters could only be elucidated in the context of a hearing and they have not identified any

evidence that has not already been presented to the Court on the papers. They have, in short,

failed to articulate any

reason for a hearing.

For the foregoing reasons, the Court declines to hold a hearing on the pending motions.

13

In light of the parties’ agreement on this point, the Court need not address whether this interpretation

is the correct one here. But see Mem. Order at 3, In re Enforcement of a Retraining Order by the High Court, Misc.

Action 11-00208 (GK) (D.D.C. Apr. 4, 2012) (“[Section] 983(j)(1)(B) applies at the pre-filing stage of ‘foreign

criminal or forfeiture proceedings’ where there is no proceeding of any type yet pending in the foreign country

in which to challenge the restraint or forfeitable assets.”), ECF No. [14].

14

On this record, the Court cannot accept Ponsford and Tula’s alternative reading of the Second April

2012 Order, which lacks textual support.

15

Ponsford and Tula concede that they can bring a challenge to the January 2012 Order in Curaçao as

soon as this Court issues a restraining order enforcing the January 2012 Order. (See Ponsford & Tula’s Mot. to

Dissolve Mem. at 10; Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 4; Reijntjes Decl. ¶ 26.)

12

 

III. DISCUSSION

 

There are two motions pending before the Court: the United States’ [8] Motion to

Amend; and Ponsford and Tula’s [9] Motion to Dissolve. The Court addresses each in turn.

 

A. The United States’ Motion to Amend

 

Through its Motion to Amend, the United States asks the Court to issue a new

restraining order that would effectively substitute the January 2012 Order for the July 2011

Order as the basis for the restraint. Ponsford and Tula tender a litany of reasons as to why the

requested relief should be denied. The Court addresses those reasons here

seriatim.

 

First, Ponsford and Tula argue that the United States may not invoke 28 U.S.C. §

2467(d)(3) because it has not shown that the proper Curaçao authority made the underlying

request for legal assistance. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 5-6; Ponsford &

Tula’s Mot. to Dissolve Reply at 3-5.) However, nothing in § 2467(d)(3) authorizes or requires

this Court to pierce the veil of authority behind a request for legal assistance. Instead,

consistent with the general preference to leave matters of foreign affairs in the hands of the

Executive, Congress left it to the Attorney General to determine whether a request should be

certified and presented to the district court, and that determination is not subject to judicial

review. See 28 U.S.C. § 2467(b)(2), (d)(3)(B)(ii). In this case, because the Attorney General

has certified Curaçao’s request for enforcement of the January 2012 Order (see United States’

Mot. to Amend Mem. Ex. 2), the Court’s inquiry is at an end. Even assuming,

arguendo, that the

Court were inclined to probe further, the United States has introduced ample evidence

showing that, at the time it received the request, the PPO was authorized to make requests

under the applicable treaties. (See United States’ Mot. to Amend Reply Exs. A, C-D; see also id.

13

at 4-8.) The Court defers to the Executive’s reasonable conclusion that the treaties have been

properly invoked in this instance.

16 See Hwang Geum Joo v. Japan, 413 F.3d 45, 52 (D.C. Cir.

2005) (“[T]he Executive’s interpretation of a treaty is ordinarily entitled to ‘great weight.’”)

(quoting Sumitomo Shoji Am., Inc. v. Avagliano, 457 U.S. 176, 184-85 (1982)), cert. denied, 546

U.S. 1208 (2006); Zivotofsky ex rel. Zivotofsky v. Clinton, __ U.S. __, 132 S. Ct. 1421, 1437 (2012)

(Breyer, J., dissenting) (“The Constitution primarily delegates the foreign affairs powers to the

political departments of the government, Executive and Legislative, not to the Judiciary.”)

(internal quotation marks omitted). Therefore, the origins of Curaçao’s request for assistance

do not present an obstacle to the Court granting the United States’ Motion to Amend.

Second, Ponsford and Tula argue that the United States has failed to show that the

alleged conduct underlying the January 2012 Order can support forfeiture under both Curaçao

and federal law—a reference to the concept of “dual forfeiture.” (See Ponsford & Tula’s Mot.

to Amend Opp’n at 6-9; Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Reply at 5-9.) The argument

proceeds from an uncertain premise—namely, that the dual forfeiture requirement actually

applies where, as here, the United States is seeking the enforcement of a foreign restraining

order pending final forfeiture proceedings, and not a final order of forfeiture.

17 In this context,

the district court “may register and enforce a restraining order that has been issued by a court

of competent jurisdiction in the foreign country and certified by the Attorney General.” 28

U.S.C. § 2467(d)(3)(A)(ii)(bb). Although the statute speaks here of “property subject to civil

16

That includes the Executive’s determination that an April 25, 2012 letter from the Curaçao Minister

of Justice did not retroactively repudiate the authority of the PPO to make requests for legal assistance under the

applicable treaties. (See United States Mot. to Amend Reply at 6-8.)

17

Despite Ponsford and Tula’s assertion to the contrary (see Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Reply

at 5), the United does not concede that the dual forfeiture requirement applies here (see United States’ Mot. to

Amend Reply at 8-10).

14

or criminal forfeiture under foreign law,” id. § 2467(d)(3)(A)(i), it does not expressly

incorporate the dual forfeiture requirement that applies to final orders of forfeiture, see id. §

2467(a)(2)(A), (c). Ultimately, however, the Court need not resolve the question of whether

the dual forfeiture requirement applies here because, even assuming its applicability, it is

satisfied in this case. With respect to Curaçao law, the Curaçao Court granted the PPO’s

application “on the grounds as reported,” thereby accepting that the Companies are suspects

in money laundering punishable under Article 435 of the Criminal Code of Curaçao and that

the seizure of the assets in the three UBS accounts is necessary for the purpose of “maintaining

the right of recovery” in future forfeiture proceedings. (Suppl. Mul Decl. Attach. 2.) Unless and

until the Curaçao Court vacates the January 2012 Order, the Court will defer to the terms of the

January 2012 Order. With respect to federal law, the Court is satisfied at this stage of the

Curaçao proceedings that the Companies’ alleged criminal conduct could support forfeiture

under 18 U.S.C. §§ 981(a)(1), 1956, and 1957; whether or not the United States will ultimately

be able to make this showing must await further development of the record in Curaçao.

Third, Ponsford and Tula argue that the January 2012 Order was not issued consistently

with the requirements of due process. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 9-16.)

In this regard, the district court must enter a restraining order unless it finds that the foreign

proceedings or procedures are “incompatible with the requirements of due process of law.”

28 U.S.C. § 2467(d)(1)(A), (d)(3)(A)(ii)(I). The district court should not lightly sit in judgment

of the legal system of a foreign sovereign; to do so would run the risk of entangling the federal

courts in matters of foreign affairs, the province of the political branches of our government,

and would ask courts to opine on legal questions that they would generally be ill-equipped to

15

handle. Therefore, the showing required is not strenuous, cf. Piper Aircraft Co. v. Reyno, 454

U.S. 235, 254 n.22 (1981), and the district court should begin with the premise that the foreign

proceedings or procedures are in fact compatible with due process. In this case, the

procedures employed to obtain the January 2012 Order—which required the PPO to present

an application and investigative reports setting forth the grounds for the requested restraint

to a neutral judicial decision-maker—are analogous to procedures used in the United States.

See 18 U.S.C. §§ 981(b)(2), (b)(3), 983(a); 21 U.S.C. § 853(f); F

ED. R. CRIM. P. 41(d). The

procedures are not incompatible with due process merely because the PPO’s request was

made

ex parte and supported by evidence that has not been made public; such features are

unremarkable and, indeed, have analogs in our own legal system. See, e.g., United States v.

$129,727.00 U.S. Currency, 129 F.3d 486, 493 (9th Cir. 1997) (“Forfeitable personal property

was appropriate to seize without a prior hearing because the res could be moved or hidden,

thwarting the Government’s interest in it.”), cert. denied sub nom. Trujillo v. United States, 523

U.S. 1065 (1998). Nor are those procedures incompatible with due process because the

Companies could not directly “appeal” the January 2012 Order; the Companies can challenge

the validity of the January 2012 Order by commencing Article 150 proceedings in the Curaçao

Court.

18 (See Mul Decl. ¶¶ 56-57; Sulvaran Decl. Ex. 4.)

Fourth, Ponsford and Tula argue that 18 U.S.C. § 983(j)(1)(B), and not § 983(j)(1)(A),

applies to this case. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 16-24; Ponsford & Tula’s

Mot. to Dissolve Reply at 9-11.) For the reasons set forth above (see supra. Part II), the Court

18

Even Ponsford and Tula concede that they will be able to invoke the process provided by the Curaçao

legal system by commencing Article 150 proceedings as soon as this Court issues a restraining order enforcing

the January 2012 Order. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Dissolve Mem. at 10; Ponsford & Tula’s Mot. to Amend

Opp’n at 4; Reijntjes Decl. ¶ 26.)

16

rejects the argument on the record before it. The Curaçao Court has approved the PPO’s

criminal financial investigation, the SFO, to identify and preserve assets for potential

forfeiture; the SFO remains ongoing and the Companies are now regarded as suspects; the

Curaçao Court authorized the restraint of the very assets at issue after accepting that there is

reason to believe that the Companies have played an active role in money laundering; and the

Curaçao Court has strongly suggested that the Companies have the ability to challenge the

restraint in Curaçao right now. (See Mul Decl. ¶¶ 15-18, 56-67; Suppl. Mul Decl. Attach. 2;

Sulvaran Decl. Exs. 1, 4.) Under these circumstances, § 983(j)(1)(B) does not apply, and §

983(j)(1)(A) has been satisfied. Cf. Mem. Order at 3-4, In re Enforcement of a Retraining Order

by the High Court, Misc. Action 11-00208 (GK) (D.D.C. Apr. 4, 2012), ECF No. [14].

Fifth, Ponsford and Tula argue that, even if the United States has made the showing

required to support the issuance of a restraining order under28 U.S.C. § 2467(d)(3), the Court

should nonetheless exercise its discretion not to grant the motion based on the history of the

proceedings in Curaçao. (See Ponsford & Tula’s Mot. to Amend Opp’n at 24-26.) The United

States concedes that “[e]nforcement of a foreign restraining order . . . is discretionary,” but

contends that the Court should exercise its discretion in favor of enforcement. (United States’

Mot. to Amend Reply at 22.) Considering the record as a whole, the Court shall exercise its

discretion to honor the January 2012 Order. Because the Curaçao Court’s Second April 2012

Order rejected the Companies’ Article 43 challenge, the January 2012 Order remains in effect,

and this Court will defer to its directives unless and until it is vacated or reconsidered by the

Curaçao Court or the Attorney General determines that it is no longer in the interest of justice

to honor Curaçao’s request for legal assistance. See 28 U.S.C. § 2467(b)(2), (d)(3)(B)(ii).

17

The Court has considered the remaining arguments tendered by Ponsford and Tula, and

has concluded that they are without merit. The Court finds that the United States has met its

burden of showing an entitlement to the issuance of a restraining order under 28 U.S.C. §

2467(d)(3). Accordingly, the Court shall GRANT the United States’ Motion to Amend.

 

B. Ponsford and Tula’s Motion to Dissolve

 

Through their Motion to Dissolve, Ponsford and Tula claim that this Court’s restraining

order must be dissolved because the July 2011 Order “is no longer in effect.” (Ponsford &

Tula’s Mot. to Dissolve Mem. at 7.) However, because the Court shall grant the United States’

Motion to Amend, which will effectively substitute the January 2012 Order for the July 2011

Order as the basis for the Court’s restraining order, Ponsford and Tula’s Motion to Dissolve

shall be DENIED as moot.

 

IV. CONCLUSION

 

For the reasons set forth above, it is, this 17th day of May, 2012, hereby

 

ORDERED

 

that the United States’ [8] Motion to Amend is GRANTED and Ponsford and

Tula’s [9] Motion to Dissolve is DENIED. An appropriate restraining order accompanies this

Memorandum Opinion and Order.

It is

FURTHER ORDERED that the parties shall file a Joint Status Report within ten (10)

calendar days of the conclusion of any Article 150 proceedings concerning the three UBS

accounts in the Curaçao Court.

 

SO ORDERED.

 

/s/

 

COLLEEN KOLLAR-KOTELLY

 

United States District Judge

18

 

PDF-File: US-Distrct-Court-Columbia-17MAY2012-Memorandum-Opinion-and-Order-Ponsford-and-Tula

Vonnis:

UNITED STATES DISTRICT COURT FOR THE DISTRICT OF COLUMBIA

 

‘Regering Curaçao brengt werkgelegenheid in gevaar’

0

Door: Dick Drayer

De weifelende houding van de Curaçaose overheid zet honderden banen op het spel. Dat stelt Reinoudt Karsdorp, algemeen directeur van de AMFO.

De Antilliaanse Medefinanciering Organisatie ondersteunt maatschappelijke organisaties op Curaçao met behulp van Nederlands subsidiegelden. De organisatie richt zich op armoedebestrijding en financiert projecten die voor de jeugd, ouderen, zieken, gehandicapten, tienermoeders en integrale wijkaanpak.   Nederland draagt op Curaçao jaarlijks acht miljoen gulden bij. Daar komt in 2013 een einde aan. Beide landen spraken in het kader van de staatkundige verandering af dat Curaçao de financiering over zou nemen, maar dat lijkt nu allerminst zeker.

Twee miljoen

Vanwege de beëindiging van de Nederlandse subsidie en de afspraken over de overname door Curaçao heb ik de regering gevraagd dit jaar twee miljoen gulden te stoppen in de medefinanciering. Zie het als een soort overgang naar 2013, wanneer het land de subsidies helemaal overneemt.”

Omdat het hier om extra geld gaat, heeft Karsdorp aan Nederland gevraagd om twee miljoen gulden voor 2012 door te mogen schuiven naar 2013. Curaçao heeft echter nog steeds niet aangegeven of het überhaupt de financiering van acht miljoen gulden voort wil zetten, ondanks de afspraken.

Voortbestaan

Daarmee komt ook het voortbestaan van AMFO in gevaar. “Dat op zich is geen probleem”, zegt Karsdorp. “Als de overheid kiest voor een ander model om lokale Ngo’s te financieren, dan heb ik daar geen bezwaar tegen.”

We hebben wel een enorme hoeveelheid kennis en ervaring en de structuur om deze gelden verantwoord weg te zetten. Door dat niet te gebruiken loop je de kans het kind met het badwater weg te gooien.”

Werkgelegenheid

Karsdorp maakt zich meer zorgen om de werkgelegenheid die lokale Ngo’s creëren en die zonder medefinanciering door AMFO of welke ander organisatie dan ook, in gevaar komen.

Met het subsidiegeld uit Nederland zijn direct 107 fulltime en 267 parttime arbeidsplaatsen op Curaçao gemoeid.

Ook Sint Maarten heeft nog niet aangegeven de subsidie in 2013 over te nemen van Nederland.  Het totale Nederandse budget van 6,5 miljoen EURO wordt volgens een verdeelsleutel over beide eilanden verspreid. Curaçao krijgt 64 procent en Sint Maarten 36 procent van de gelden. Intotaal zijn daar 214 arbeidsplaatsen fulltime en 533 parttime meegemoeid.

Tot aan de constitutionele veranderingen in 2010 was AMFO actief op alle vijf eilanden van de Nederlandse Antillen.

Doordat de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) per 10-10-2010 bijzondere gemeentes van Nederland zijn geworden is de financiering door AMFO op deze eilanden met ingang van 2011 stopgezet. Lopende projecten worden evenwel volgens de geldende procedures afgerond.

Dat geldt ook voor de projecten op Curaçao en Sint Maarten voor 2013.

Bron: RNW/Carbiana

Herdenking Slavernijverleden 2013: bijeenkomst op 21 mei voor mensen met een Antilliaanse en Arubaanse achtergrond

0
DEN HAAG, Netherlands – Op 1 juli 2013 is het precies 150 jaar geleden dat de slavernij in de toenmalige Nederlandse koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen werd afgeschaft.

Dat was een gedenkwaardig moment voor allen die direct of indirect in de koloniën te maken hadden met slavernij. De slavernij is echter niet op 1 juli 1863 verdwenen. Voor veel mensen met een Surinaamse of Antilliaanse, Arubaanse achtergrond speelt het slavernijverleden nu nog steeds een rol van betekenis. Daarnaast is er ook nu nog sprake van moderne vormen van slavernij, zoals gedwongen prostitutie, mensenhandel en kinderarbeid.Om het slavernijverleden onder de aandacht te brengen van een groot publiek is, op initiatief van de gemeente Amsterdam en in overleg met het NiNsee (Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis), de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 in het leven geroepen. In het jaar 2013 wil de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 samen met veel uiteenlopende instellingen en groeperingen een programma met culturele, educatieve en wetenschappelijke activiteiten organiseren in Amsterdam en in andere plekken in Nederland. Doel van de herdenking is stil te staan bij het gezamenlijk verleden van alle Nederlanders met betrekking tot de slavernij en vooruit te kijken naar kansen en mogelijkheden voor verdere emancipatie en integratie. De eigen kracht en de culturele diversiteit van mensen met een slavernijverleden staan daarbij centraal. Verbreding van kennis en verdieping van inzicht moeten leiden tot meer verbondenheid en saamhorigheid tussen alle Nederlanders en daarmee tot bundeling van krachten voor een gezamenlijke toekomst. De stichting organiseert op maandag 21 mei een bijeenkomst voor mensen met een Antilliaanse en Arubaanse achtergrond. Wij willen iedereen uitnodigen om ideeën en initiatieven met ons te delen.

Deze mail sturen wij naar u met het verzoek om de uitnodiging te verspreiden binnen uw netwerk.

Datum: 21 mei 2012

Locatie: Gebouw de Heuvel, Grotekerkplein 5, 3011 GC Rotterdam

Tijdstip: 19.00-21.30 uur

Programma: 18.30-19.00 uur: inloop en ontvangst

19.00-19.45 uur: welkom en presentatie stichting door Joan Ferrier (voorzitter), John Leerdam, Marian Markelo, Derrel Winter en Harry van Waveren.

19.45-20.30 uur: uitwisselen ideeën en initiatieven

20.30-21.30 uur: borrel U en de mensen uit uw netwerk zijn uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de presentatie van Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013.

U kunt zich aanmelden door te e-mailen
[email protected]
This e-mail address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
of
[email protected]
This e-mail address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
Graag ontvangen wij reacties vóór donderdag 17 mei. Deze bijeenkomst is mede tot stand gekomen na afstemming met SWA, OCAN, Maapp en de Vereniging Antilliaans Netwerk. Namens Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 Ellen Dijkshoorn en Lubbert Hakvoort T 020 – 251 8297 / 06 5777 7793
[email protected]
This e-mail address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
www.herdenkingslavernijverleden2013.nl

Landmacht oefent op Bonaire

0

Het eiland Bonaire is van zaterdag 19 mei tot en met donderdag 24 mei onderdeel van een scenario voor een oefening van de landmacht. De gehele compagnie, bestaande uit ongeveer honderd militairen, oefenen voor het eventueel leveren van militaire bijstand. Hr.Ms. Pelikaan vaart op vrijdag 18 mei de haven van Bonaire binnen met de compagnie aan boord.

De oefening op Bonaire is een onderdeel van het reguliere oefenprogramma voor de compagnie, die om de vier maanden wordt gewisseld op Curaçao. Om die reden vindt de training elke vier maanden plaats op Bonaire omdat deze eenheid verantwoordelijk is voor het leveren van directe militaire bijstand na verzoek van de rijksvertegenwoordiger.

De militairen zijn zichtbaar op het eiland. Ze krijgen een fysieke training en gaan gezamenlijk trainen met het Brandweerkorps Bonaire. Deze training vindt op dinsdag 22 mei plaats.

Bron: Bonaire Vandaag

Nationale discussie over corrigerende tik is nodig

0

Door Belkis Osepa  

Curaçao – “Een nationale discussie over de corrigerende tik is nodig op Curaçao”, vindt advocaat Nelson Navarro. Hij verdedigde – met succes – de Stichting Montaña van de crèche Mi Amiguito. Deze omtsloeg een kleuterleidster wegens het slaan van een kind in. Pas in hoger broep ging de rechter mee in zijn betoog dat het slaan van kinderen niet mag, zelfs geen ‘corrigerende tik’.   Eerder herriep Het Gerecht in Eerste Aanleg het ontslag, omdat er slechts sprake was van een corrigerende tik met medeweten van de ouders. Maar het Hof zegt nu heel duidelijk: het slaan van kinderen wordt niet getolereerd. Navarro stelt dat deze zaak niet op zichzelf staat: “Het slaan van kinderen gebeurt dagelijks op Curaçao.”

Uniforme regels

Voorzitter Ruthline de Lannooy van de Stichting Motaña benadrukt dat de disciplinaire maatregelen van crèche Mi Amiguito heel duidelijk zijn. “Je mag niet slaan staat op nummer één. Als dat gebeurt dan is het ontslag op staande voet.”   Alle gesubsidieerde crèches werken volgens het beleid van de Curaçaose regering en hebben regels opgesteld over de opvoeding van de kinderen. Maar er zijn nog vele andere crèches op het eiland.

De Lannooy: “Ik hoop dat andere crèches het niet tolereren. Wat nu nodig is dat alle crèches uniforme regels krijgen. Daar werkt de regering ook naar toe met de minimumeisen voor voorschoolse educatie”.

Verdragen

Het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie is gestoeld op de internationale verdragen, die ook geratificeerd zijn door Curaçao. Apart van de disciplinaire maatregelen van de crèche, heeft het Hof dus ook rekening gehouden met het Verdrag van de Rechten van het Kind, het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens én het Burgerlijk Wetboek van Curaçao.

Navarro: “Het is uitdrukkelijk verboden om kinderen te slaan. Dat is internationaal erkend.”   Deze zaak heeft alles te maken met de eeuwenoude discussie over de corrigerende tik. Maar volgens Navarro is er geen enkel reden of argument om aan te voeren, waarom een corrigerende tik wél geoorloofd is.

Het is van belang dat hier nationaal over wordt gediscussieerd. Zeker in onze cultuur waarbij het slaan van kinderen om opgevoed te worden, helemaal ingeworteld is.”

Klappen heel gewoon

Advocaat Nelson Navarro heeft gelijk, wanneer hij stelt dat het slaan van kinderen ingeworteld is in de cultuur. Bij de peiling van de meningen op straat zegt slechts twee van de vijf volwassenen dat ze tegen het slaan van kinderen zijn. Maar méér dan de helft is voorstander van het geven van een corrigerende tik.

Een klap, een corrigerende tik, mag van mij”, zegt een mevrouw zelfverzekerd. “Het doet niets aan het kind, je corrigeert hem gewoon. Dat is geen mishandeling.”

Een oudere mevrouw mijmert over de opvoeding van vroeger. “Ik deed het ook bij mijn kinderen. Vroeger was het heel gewoon. Ik weet van de verdragen, maar kinderen zijn nu ongehoorzaam en soms heel brutaal.”

Ook zij stelt dat het klappen van kinderen geen mishandeling is.   Ook de mannen geven aan dat het klappen van kinderen ‘erbij hoort’.

Soms is het nodig, als zij niet luisteren. Ze moeten respect tonen.”

Een oudere man is wel tegen het slaan. “Voor mij is het helemaal verboden. Het slaan mag niet, zelfs geen corrigerende tik. Ik geef hen straf. Ze mogen dan iets wat ze graag willen, niet doen.”

Hij vindt dat het goed is als er een nationale discussie komt over het onderwerp. “Want het gebeurt dagelijks hier. Ik ben er fel tegen.”

Bron: RNW/Caribiana

Gratis oogoperaties Venezuela ‘politieke stunt’

0

Door Dick Drayer

Een politieke stunt. Zo noemt een aantal oogartsen de aankondiging van premier Gerrit Schotte om mensen met oogaandoeningen gratis te laten opereren. Afspraken daarover zijn gemaakt met het humanitaire medische programma Misión Milagros (Wonderenmissie) van de Venezolaanse president Hugo Chávez.  

Afgelopen woensdag kondigde premier Schotte en minister van Gezondheid, Jacinta Constancia het akkoord met Venezuela aan. Uit een onderzoek door de consul van Venezuela kwam enkele jaren geleden naar voren dat meer dan 8000 personen op Curaçao, onder wie veel minder vermogenden, in aanmerking komen voor een operatie.De oogartsen op Curaçao zijn niet ingelicht over de plannen.

Niet nieuw

De aankondiging is niet nieuw. In 2006 deed Venezuela al een gelijksoortig aanbod voor gratis operaties, maar daar maakten – volgens de Curaçaose oogartsen – weinig mensen gebruik van.

“Wij leveren hier topzorg met operaties die maar in enkele ziekenhuizen in Nederland worden uitgevoerd. Een groot probleem op Curaçao is de toegankelijkheid van de zorg.”

Veel mensen met oogproblemen komen, volgens de oogartsen, uit de arme laag van de bevolking en hebben geen geld om de bus naar de huisarts en daarna de oogarts te nemen. “Patiënten zijn niet mobiel.”

Maar ons grootste bezwaar is dat het volstrekt onduidelijk is waar de operaties plaatsvinden, wie de operaties uitvoeren en of dat gebeurt met gekwalificeerd personeel ”, aldus een van de oogartsen.

Omzet

Misión Milagros verstrekt brillen en voert verder alleen staar- en pterygiumoperaties uit, zo valt op te maken uit hun website. Er worden op Curaçao, volgens de oogartsen, ruim 3500 tot 4000 staaroperaties uitgevoerd. Patiënten moeten daarbij rekening houden met een wachttijd van drie weken tot vier maanden.

Dus dat kan onze beroepsgroep prima zelf aan. Net als de pterygiumoperaties. Dat zijn kleine ingrepen van 10 minuten die ter plaatse bij een oogarts uitgevoerd worden.”

De oogarts stelt verder dat Curaçao met zijn negen brillenzaken – waaronder die van minister Hakim van Economische Zaken – het wel in hun omzet zullen merken als Venezuela gratis brillen gaat verschaffen.

Ik verwacht overigens wel meer mensen dan in 2006, die ingaan op het aanbod van de premier”, zegt een van hen.

“Deze regering zal meer en betere reclame maken voor dit soort ‘stunts’. En dus zullen er nu wel mensen op afkomen.”

Bron: RNW/Caribiana

Medidanan di gobièrnu ta nifiká gòlpi di grasia pa importadónan di remedi

0

KOMUNIKADO DI PRENSA

Dia 18 di mei 2012.

 

WILLEMSTAD – Gobièrnu di Kòrsou ta peligrá eksistensia di e importadónan di remedi ku e medidanan pa baha gastunan di remedi ku el a plania pa drenta na vigor dia 1 di yüli awor. Ni maske kuantu e grupo di interes VIPP a purba splika gobièrnu ku esaki ta un rumbo desastroso, gobièrnu ta dal bai ku loke e tin den su kabes. Pa algun di e importadónan esaki lo ta e gòlpi di grasia ku tur konsekuensia pa e puestonan di trabou i pa suministro di remedi na Kòrsou.

 

VIPP, e asosiashon di importadó di produkto farmaseutiko, ta komprendé ku gobièrnu mester redusí e gastunan den kuido di salú i ku e gastunan di remedi no ta skapa. VIPP mes a bini ku idea tambe pa un pakete di medida kon pa ekonomisá di un forma rápido i efektivo, pero niun di nan gobièrnu no a inkluí den su plannan. Esei ta konfirmá e impreshon ku otro grupo di interes tambe a yega di ekspresá, esta ku gobièrnu ta sinta na mesa ku partidonan, pero tòg e ta ehekutá su mes plannan i e no ta tene kuenta ku e kontribushon ku e sektor ke duna.

 

Konsekuensia serio

Bèrdat ta ku gobièrnu a anunsiá ku den preparashonnan di e medidanan pa ekonomisá ta tene kuenta ku aspektonan manera aksesibilidat, disponibilidat i pa e ta pagabel. Pa loke ta ‘kalidat’ mester a wak efektividat di maneho di empresa, komunikashon i e ambiente físiko. Pero tur esei fásilmente por pone riba papel. Sinembargo, den práktika ta kita tur base for di e gremio ku tur e konsekuensianan serio ku esei lo tin pa disponibilidat riba término di un seri di remedi. Basá riba un relato di aña pasá di un konsehero a anunsiá ku konseho di minister a akordá pa riba término kòrtiku efektuá “un ekonomisashon intenshonal di minimalmente 50% riba remedi na Kòrsou”. Gobièrnu no a hasi kaso di e opheshonnan ku VIPP a formulá kontra e relato aki, kon nan a hinka den otro den apénas un luna. Tòg e ministernan Jorge Jamaloodin di finansa, Jacinta Scoop-Constancia di salú, medioambiente i naturalesa i Abdul Nasser El Hakim di desaroyo ekonómiko a pone nan firma bou di e desishon sin niun kambio aserka.

 

Medida deskabeyá

Pa motibu ku gobièrnu ta brua konseptonan manera ‘mark-up’ i ‘márgen di ganashi’ den otro, pronto mester bai basha kuchú pa kòrta den organisashon di e alrededor 12 importadónan di remedi na Kòrsou. ‘Mark-up’ ta e diferensia entre kompra i benta. E márgen di ganashi ta djis un parti di esei, pasobra e parti mayó ta pa operashon di e empresa, gastunan di personal, pero tambe pa depósito, distribushon (pa botikanan), finansa, atministrashon, etc. Unilateralmente i sin a fiha un punto di salida, gobièrnu a disidí pa baha e ‘mark-up’ di 37 pa 20%, neglishando asina kalidat di e provishonnan. Sin importá kiko e konsekuensianan ta, gobièrnu ke logra pa den un tiru redusí e gastunan di remedi ku 47 mion florin riba base anual pa por kumpli ku e eksigensianan di presupuesto di e kolegio di supervishon Cft (College financieel toezicht). Den su proseso pa tuma desishon, ku a resultá den un pakete di medida deskabeyá i sin ku nan por a supstansiá nan na VIPP, gobièrnu ta neglishá kompletamente ku asina aki no solamente e importadónan i e botikanan, pero e siudadano i pashèntnan di Kòrsou tambe ta bira víktima di e maneho aki. Di e manera aki gobièrnu di Kòrsou ta hunga ku seguridat i kalidat di kuido di salú.

 


PERSBERICHT

18 mei 2012.

 

 

Maatregelen regering betekenen de

nekslag voor importeurs medicijnen

 

WILLEMSTAD – Met de per 1 juli geplande besparingen op de kosten voor geneesmiddelen gaat de regering van Curaçao er volkomen aan voorbij dat ze ook meteen het voortbestaan van geneesmiddelen importeurs op de tocht zet. Hoe vaak ook de belangenvereniging VIPP de overheid heeft geprobeerd duidelijk te maken dat dit een heilloze weg is, drukt de overheid zijn zin door. Voor sommige van de importeurs zal dit de nekslag betekenen met alle gevolgen voor de werkgelegenheid en voor de levering van medicijnen.

 

De Vereniging van Importeurs van Pharmaceutische Producten (VIPP) begrijpt best dat de overheid wat moet doen om de kosten in de gezondheidszorg te drukken en dat de kosten voor medicijnen hiervan niet gevrijwaard blijven. De VIPP heeft zelf ook ideeën aangedragen om snel en effectief een reeks besparingen door te voeren, maar in de gepresenteerde plannen is daar niets van terug te vinden. Dat bevestigt de indruk, die ook leeft bij andere belangengroepen, dat de regering formeel wel met partijen om tafel zit, maar toch de eigen plannen doorvoert en geen boodschap heeft aan de inbreng van de sector.

 

Ernstige gevolgen

De regering kondigt weliswaar aan dat bij de bezuinigingsmaatregelen rekening wordt gehouden met aspecten als toegankelijkheid, beschikbaarheid en de financiële beheersbaarheid. Onder de noemer ‘kwaliteit’ wordt gekeken naar de effectiviteit van de bedrijfsvoering, de communicatie en de fysieke omgeving. Maar papier is geduldig, want in de praktijk wordt het tapijt onder de sector uit gehaald met alle ernstige gevolgen voor de beschikbaarheid op termijn van een reeks geneesmiddelen. Er is aangekondigd dat op basis van een consultant rapport van vorig jaar de ministerraad op korte termijn “een taakstellende besparing van minimaal 50% op de kosten van geneesmiddelen op Curaçao” goedgekeurd heeft. Met de bezwaren van VIPP tegen dat rapport, dat binnen een maand was opgesteld, is niets gedaan. Toch hebben de ministers Jorge Jamaloodin van financiën, Jacinta Scoop-Constancia van gezondheid, milieu en natuur en Abdul Nasser El Hakim van economische ontwikkeling hun handtekening onder het ongewijzigde besluit gezet.

 

Ondoordachte maatregelen

Doordat de regering de begrippen ‘mark-up’ en ‘winstmarge’ door elkaar husselt, gaat straks het mes er diep in bij de circa 12 importeurs van geneesmiddelen die Curaçao kent. De mark-up is het verschil tussen inkoop en verkoop. Slechts een deel ervan is de winstmarge, want het overgrote deel is bestemd voor de bedrijfsoperatie, personeelskosten, maar ook opslag, distributie (naar de apotheken), financiën, administratie, etc. De overheid heeft eenzijdig en zonder nulmeting besloten de mark-up te verlagen van 37 naar 20%, waarbij de kwaliteit van de voorzieningen wordt genegeerd. De regering wil coute que coute in één keer 47 miljoen gulden op jaarbasis bezuinigen om tegemoet te komen aan de begrotingseisen van het Cft (College financieel toezicht). Bij dit besluitvormingsproces, dat gekenmerkt wordt door een pakket aan ondoordachte en voor de VIPP niet aantoonbaar onderbouwde maatregelen, gaat de regering eraan voorbij dat hier straks behalve de importeurs en de apotheken dus ook de burgers en patiënten op Curaçao het slachtoffer worden. De regering zet zo de veiligheid en de kwaliteit van de gezondheidszorg en de geneesmiddelenvoorziening op het spel.

 

Regeling maximumprijzen geneesmiddelen juli 2012

0

 

MINISTERIËLE REGELING MET ALGEMENE WERKING van de 8ste mei 2012, ter uitvoering van artikel 2 van de Prijzenverordening 1 (Regeling maximumprijzen geneesmiddelen juli 2012)

Regeling maximumprijzen geneesmiddelen juli 2012   PDF

Maximum medicijnprijzen bekend

0

WILLEMSTAD – De lijst met maximumprijzen voor medicijnen op Curaçao is sinds dinsdag 15 mei in te zien op de overheidswebsite www.gobiernu.cw. De nieuwe prijzen gaan per 1 juli in op het eiland.

El Hakim ondertekende dinsdag 8 mei een Ministeriele regeling waardoor de maximumprijzen voor medicijnen definitief zijn vastgelegd. Volgens de minister hebben importeurs met deze tijdsspanne van een maand ‘voldoende tijd om aanpassingen door te voeren.’

Het invoeren van maximumprijzen voor medicijnen is volgens de Curaçaose regering ‘noodzakelijk om de gezondheidskosten omlaag te krijgen.’ Tot nu toe vormden de medicijnkosten 25 procent van de totale kosten voor de volksgezondheid. In vergelijking met andere landen zijn op Curaçao zowel de medicijnprijzen als andere onkosten in de gezondheidszorg bovengemiddeld hoog. Door de nieuwe prijsregeling zegt de overheid de marge voor medicijnimporteurs te kunnen verlagen van 37 naar 20 procent.

Bron: RNW/Caribiana

Ingezonden: Raad voor de Rechtshandhaving

0

Bron: Versgeperst
Door: Redactie

Versgeperst Raad voor de Rechtshandhaving openbaar ministerie NIEUWS INGEZONDEN Elmer Wilsoe Curaçao  ingezonden" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO –  Vandaag een reactie van Philippe Maaskant over de Raad voor de Rechtshandhaving.

In mei 2011 (!) lazen we het goede nieuws….

‘De drie leden van de Raad voor de Rechtshandhaving zijn door de President van het Hof van Justitie Liesbeth Hoefdraad beëdigd. Glenn Camelia is namens Curaçao beëdigd, Franklyn Richards namens Sint Maarten en Jacques van Eck namens de BES-eilanden en Nederland.’

De beëdiging vond plaats in aanwezigheid van onder anderen de minister van Justitie Elmer Wilsoe. (toen stond hij er nog trots bij..) De nieuw beëdigde raad heeft als taak het inspecteren van de verschillende organisaties binnen de justitiële keten en de justitiële samenwerking tussen de landen.

De rapportages van deze raad bieden de ministers van Justitie van de landen de mogelijkheid om tijdig in te grijpen en maatregelen te treffen waar dit nodig is. De organisaties die worden geïnspecteerd zijn onder andere de politie, het Openbare Ministerie (OM), (jawel ook die….) het politieopleidingsinstituut, de gevangenis, de vreemdelingenbewaring, de reclassering en justitiële taken van de Kustwacht. De raad verwacht in de loop van dit jaar (dat was 2011 dus…) operationeel te zijn.

Je zou verwachten dat Wilsoe bij problemen met het OM deze raad zou inschakelen.. Hij IS er voor… Wilsoe stond erbij…Of zou hij niet begrepen hebben waar het over ging… RECHTSHANDHAVING……!!

Ik was benieuwd of de raad de affaire met Wilsoe en het OM al op ‘de radar’ had. Immers, de Raad voor de Rechtshandhaving; een interlandelijk orgaan van Curaçao, Sint Maarten en Nederland en kan op EIGEN INITIATIEF aan de slag volgens de wet. Dus ook als Wilsoe het niet wist of wilde…

Via een kennis in Nederland (publieksvoorlichting is daar meestal iets soepeler) had ik geprobeerd het adres van deze raad te achterhalen. Dat bleek niet eenvoudig Het Nederlandse ministerie van Justitie gaf zelfs eerst aan dat hij niet bestond of was opgeheven! Mijn contact heeft er toen op gewezen dat het ‘verdwijnen van de Raad’ gepubliceerd zou worden en toen ging men verder zoeken, en jawel… Het bleek, na een paar dagen zoeken, Henco Cecilia te zijn. (zie ook Linkedin) die het secretariaat voert. Je kunt in elk geval wel concluderen dat het onderwerp ‘rechtshandhaving Curaçao niet HOT is in Nederland…

Zijn antwoord was typisch Curaçaos. Je krijgt pas antwoord als ze weten of je belangrijk genoeg bent. Leve de democratie en de openbaarheid van bestuur. Als gewone burger tel je niet mee.. (Je zou bijna PS gaan stemmen  )

Op mijn vraag of de raad bezig is met de zaken die rond het OM spelen (neutraal geformuleerd lijkt me) kwam het verhelderende antwoord van de heer Cecilia… “Gaarne zou ik meer informatie van u en uw achtergrond willen ontvangen.” ALSOF DAT ER TOE DOET !!!!

Kortom, we moeten vrezen dat de Raad voor de Rechtshandhaving die er juist is voor zaken zoals nu Met Wilsoe, OM, dos Santos en nog een paar.. (nog?) een lege huls is…We zijn een jaar verder…

Chávez helpt zieken op Curaçao

0

Bron: Versgeperst
Door: Aruna Jhagru

Versgeperst venezuela oogaandoening NIEUWS Misión Milagro hugo chavez gerrit schotte Curaçao  Misión Milagros" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO – Misión Milagro (Wonderenmissie), het humanitaire medische programma van de Venezolaanse president Hugo Cháves, heeft Curaçao in hun programma opgenomen. Dat maakte premier Gerrit Schotte gistermiddag bekend. Hierdoor kunnen mensen met oogaandoeningen worden geopereerd in Venezuela.

Uit een onderzoek door de consul van Venezuela kwam enkele jaren geleden naar voren dat meer dan 8000 personen op Curaçao, onder wie veel minder vermogenden, in aanmerking voor de behandeling komen. Schotte toonde zich heel verheugd met het akkoord. Misión Milagro heeft tot nu toe miljoenen mensen in Zuid-Amerika geholpen. Het Zuid-Amerikaanse land neemt alle vervoers- en operatiekosten op zich.

© ANP

Gemartelde Nederlanders: VS geeft Pakistan opdracht

0

’Met een zak over je hoofd, zie je klappen niet aankomen’

Pakistaanse beveiligers voeren door de ISI opgespoorde verdachten weg.© ap.De Pakistaanse geheime dienst ISI verhoort en martelt gevangenen in Pakistan in opdracht van de Amerikanen. Dat zeggen twee jonge Nederlandse mannen die daar maanden vastzaten in een interview met het ANP. ‘Dat gold voor ons en ook voor de Nederlandse terrorismeverdachte Sabir K., die voor ons in dezelfde gevangenis in Islamabad zat.’

Advocaat André Seebregts wil dat deze mannen getuigen om de voorgenomen uitlevering van zijn cliënt Sabir K. aan de VS te voorkomen, meldde hij eerder. Beiden zijn bereid bij de minister of rechter te getuigen, vertellen ze.
De twee Nederlanders zaten vorig jaar 8 maanden vast en doen hun verhaal onder de naam die ze gebruikten in de Pakistaanse gevangenis: Abu Muhammed en Aboe Faris.
Klappen

Dat begint op 30 april 2011. Ze trekken zonder visum de grens met Pakistan en over en worden daarvoor opgepakt. ‘We kregen klappen met geweerkolven en werden geschopt en geslagen. Daarna werden we geboeid en deed de politie een zwarte zak over ons hoofd’, vertelt Abu Muhammed. ‘Ik werd in een kleine cel van ongeveer 2 bij 3 meter gestopt, zonder bed of matras. Er stond alleen een fles om mijn behoefte in te doen.’
Aboe Faris ondergaat precies hetzelfde lot, hoewel de vrienden worden gescheiden. Door de martelingen en het geschreeuw van andere gevangenen, realiseren ze zich dat ze zwaar in de problemen zitten en een enorme angst overmant ze. De eerste maand worden ze elke dag ondervraagd en dus geslagen en met de dood bedreigd. De Nederlanders moeten vertellen waarom ze zonder visum de grens wilden oversteken.
Na een maand worden de twee overgeplaatst naar de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Ze belanden gescheiden van elkaar in een kale cel onder de grond. Ze zien geen daglicht, hebben ook hier geen wc, enkel de fles. ‘We kregen net genoeg eten om niet dood te gaan en het water dat we kregen had een andere kleur en smaakte vreemd.’
Hier blijven martelingen een bijna dagelijkse ritueel. ‘Eerst moesten we uren lang naar martelingen luisteren. Gevangenen kregen elektrische schokken op hun geslachtsdelen en vertelden zelfs over verkrachtingen. Zo werd de angst opgevoerd’, legt Abu Mohammed uit.
‘Ze gooiden water over je heen. Na uren kleumen werd je zelf ondervraagd en hard toegetakeld met bijvoorbeeld een zweep of stok’, vertelt hij. ‘Je bent vastgebonden en hebt een zak over je hoofd. Je ziet de klappen niet aankomen en kan je niet schrap zetten. Je hebt zelf voortdurend veel pijn en je hoort in de gevangenis van ’s morgens tot ’s avonds mensen schreeuwen en creperen van pijn en angst.’
Zeker

De mannen zijn er zeker van dat de Amerikanen hier achter zitten. Ze hebben dat van verschillende medegevangen gehoord die dit met eigen ogen hebben gezien. ‘De bewakers vertelden zelf dat ze voor de Amerikanen het vuile werk moesten doen. Daar kregen ze geld voor’, zegt Abu Mohammed. ‘Ik heb een keer vanuit mijn cel 2 Amerikaanse stemmen gehoord, geen twijfel. Ze hadden een zwaar accent. Als de Amerikanen kwamen, schoven er luiken voor onze tralies, zodat we ze niet konden zien.
Beiden hoorden, onafhankelijk van elkaar, van medegevangen verhalen over Sabir K. Aboe Faris: ‘Ze kenden veel details over hem die na onze vrijlating bleken te kloppen, dus ze hebben echt informatie met hem uitgewisseld’, benadrukt Abou. ‘Zij zeggen dat ze hebben gezien dat de Amerikanen hem via de Pakistanen door marteling hebben verhoord.’
Vrijgelaten

Na 8 maanden en bijna dagelijkse marteling werden de vrienden vrijgelaten. Ze kregen van de gevangenisdirecteur te horen dat de Pakistaanse autoriteiten er inmiddels van overtuigd waren geraakt dat ze geen kwaad in de zin hadden. Informatie die Pakistan van Nederland zou hebben gekregen, bekrachtigde dit volgens de gevangenisdirecteur.

De Pakistanen hebben dus ook contact gehad met de Nederlandse inlichtingendienst’, concludeert Abu Muhammed hieruit.
‘We bleken na al deze ellende uiteindelijk dus onschuldig en konden naar Nederland’, zeggen de Nederlanders. ‘Natuurlijk zonder excuses.

Bron: Algemeen Dagblad/ ANP

 

Olieprijzen zakken op wereldmarkt

0

De olieprijs zakte vandaag weg tot $93 per vat. Een vat is ongeveer 42 gallon of gelijk aan 160 liter. Dat komt neer op een gemiddelde kostprijs van fl. 1,05 per liter. Met een pompprijs van fl.2,61 kan men zien hoeveel er aan de lokale burgers verdiend moet worden. De regering Schotte heeft acute geldproblemen nou hun geldschieter Dos Santos niet meer bij zijn zwarte geld mag komen.

Bron: iNews – AA 2002.

Bar’puru (Schreeuw het uit)

0

Dit is wat Desie Bouterse het Surinaamse volk heeft aangedaan, naast de decembermoorden heeft hij ook deze wreede daden op zijn naam staan; het bloed van onschuldige kinderen, vrouwen, mannen kleeft aan zijn ziel.

Voorwoord:

Deze film bevat hele schokkende verhalen van de slachtoffers en zal u zeker ontroeren, ik heb letterlijk gehuild als een kind..en het werd erger toen een  moeder vertelde hoe haar kind in haar armen werd doodgeschoten. snikkend heb ik de documentaire verder bekeken..en vroeg me af of we zo verder moeten in de toekomst?
Ik vraag de leiders met name Desie en Ronny om hierover na te denken..en het volk een goede kant op te helpen met LIEFDE en BEGRIP op de eerste plaats, misschien dat dan een groter leed voorkomen kan worden.
Moge de Goden ons bijstaan en mogen zij die dit leed hebben veroorzaakt denken en leren van hun DADEN, en zich inzetten voor een BETER SURINAME .
Ik huil weer..
20 jaar later voel ik  de pijn voor die vrouw alsof het gister is gebeurd..Vrienden onthoudt  goed : moord en doodslag kent Geen zegen , maar vrede  respect en gevoel voor andermans PIJN WEL !!
Doe geen anderen Pijn -Doe je ding maar schaad geen anderen integendeel Hoe groter je macht en hoe rijk je ook bent, gebruik het goed, of karma zal jou en de mensen die je het meeste lief hebt treffen.

God Bless Suriname !

Laten we Suriname en haar mooie mensen niet VERVLOEKEN met Moord Doodslag Roven Stelen en alles wat slecht is. Laten inplaats daarvan meer ons hart spreken en elkander helpen als een broeder en zuster.
Puck Darlington
Deze film is gemaakt door helden , ik bedank u voor deze film en bedankt dat u ons de waarheid laat zien .

Documentaire over de gevolgen van de binnenlandse oorlogen in Suriname  eind jaren ’80.
In Bar’puru registreert Frank Zichem de geestelijke nood van burgers en vluchtelingen, maar ook van Brunswijks Jungle Commando’s en de militairen. De Binnenlandse Oorlog, de strijd tussen Ronnie Brunswijk en zijn vroegere baas, legerleider Desi Bouterse, duurde van 1986 tot 1992.

Honderden burgers en strijders kwamen om; duizenden binnenlandbewoners sloegen op de vlucht. In de afgelopen 20 jaar lukte het de meesten om hun leven weer enigszins op te bouwen. De wonden zijn echter nog steeds niet volledig geheeld.
Bijzonder aangrijpend is het verhaal van Tine Kastiels, één van de overlevenden. Zij vertelt hoe haar zoontje in haar armen werd doodgeschoten. Hij was het eerste burgerslachtoffertje dat viel in Moiwana, een dorpje in Oost-Suriname, dat onverhoeds werd overvallen door het militair commando van het Nationale Leger. In Moiwana werden ongeveer 40 dorpelingen, meest vrouwen en kinderen, neergeschoten en hun huizen in brand gestoken.

Frank Zichem legt met deze documentaire emoties bloot van slachtoffers en daders van een van de meest aangrijpende periodes uit de Surinaamse geschiedenis. Moiwana is niet meer het plaatsje, maar de getraumatiseerde overlevenden.

De wereldpremière van Bar’puru ‘Schreeuw het uit’ vond plaats tijdens het Beeld voor Beeld festival juni 2006 in het Tropentheater te Amsterdam.
Regie: Frank Zichem
Camera: Willem van der Linde
Geluid: Ben Ong A Swie
Montage: Frank van Eijk
Research: Ellen de Vries
Eindredactie: Jessica Dikmoet, MTNL
Producent: Frank Zichem / Co-producent: René Mendel – Interakt

Met dank aan: Omayra Leeflang die mij onbewust wees op deze documentaire.

Details begrotingsakkoord liggen op straat

0
De rollator verdwijnt uit het zorgpakket, er komen eigen bijdragen van 25 procent voor gehoorapparaten en van 7,50 euro per dag voor verblijf in instellingen voor specialistische medische zorg. Dat zijn enkele maatregelen uit het begrotingsakkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie, dat is uitgelekt via De Telegraaf.De vijf partijen wilden hun bezuinigingen en hervormingen van in totaal ruim 12 miljard euro pas op zijn vroegst eind volgende week bekendmaken. De plannen betekenen voor de meeste mensen dat ze maximaal twee procent aan koopkracht verliezen. Volgens premier Mark Rutte is de verdeling van de pijn evenwichtig over verschillende inkomensgroepen.De hoofdlijnen van het akkoord waren al bekend. Vooral voor de precieze uitwerking van de 1,6 miljard euro aan bezuinigingen in de zorg gold dat nog niet. Het eigen risico wordt verhoogd naar 350 euro.Verder komt er een onderzoek hoe de inkomens van medisch specialisten verlaagd kunnen worden. In het pakket zit verder een verhoging van de btw van 19 naar 21 procent, worden ambtenarensalarissen bevroren, gaat de AOW-leeftijd versneld omhoog en worden aflossingsvrije hypotheken beperkt. Daar staat tegenover dat geplande bezuinigingen op het passend onderwijs en het persoonsgebonden budget in de zorg (deels) worden teruggedraaid. Accijnzen op alcohol en tabak gaan omhoog.Vanaf 2014 geldt de norm van een kwart maandsalaris per gewerkt jaar als ontslagvergoeding, tot een maximum van een half jaarsalaris. De duur en hoogte van de WW blijven ongewijzigd.Partijen die niet meedoen met het vijfpartijenakkoord reageren negatief. ‘Dit is nog erger dan we dachten’, zei PvdA-leider Diederik Samsom. Volgens hem komt er van beloftes over het terugdraaien van bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg en op het persoonsgebonden budget maar heel weinig terecht. ‘Dit is heel geforceerd bezuinigen om het gezicht van de minister-president en de minister van Financiën in Europa te redden’, reageerde SP-leider Emile Roemer.PVV-leider Geert Wilders voorspelt dat het akkoord Nederland ‘naar de verdoemenis’ zal helpen.