WILLEMSTAD — De regering van Curaçao wil graag te zijner tijd instemmen met het conceptbesluit over een nieuw verdrag tussen de EU en de LGO-landen (landen en gebieden overzee) voor 2014-2020, mits er aan een paar voorwaarden is voldaan. Dat laat de regering weten in een brief van premier Daniel Hodge (PS) aan de Staten, waarin gevraagd wordt naar een overweging over de standpuntbepaling van Curaçao in dit dossier.
De LGO-landen zijn een aantal gebiedsdelen die horen bij Nederland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Denemarken.
Sinds het verdrag van Rome is er een associatie tussen deze ‘niet-soevereine’ gebiedsdelen en de EU.
Het huidige verdrag, de Overseas Association Decision (OAD), loopt dit jaar af.
In dit verdrag staat de relatie tussen de LGO-landen en de EU geformuleerd, maar ook worden er geldfondsen voor de meestal voormalige koloniën vastgelegd.
De voorwaarden die de regering- Hodge zou willen stellen, zijn allereerst dat het nieuwe besluit geen inkomensderving of andere negatieve materiële gevolgen heeft voor Curaçao, zoals het verdwijnen van arbeidsplaatsen; als technische bijstand uit de EU dan wel Nederland verzekerd is om een gedegen uitvoering van het besluit en bijbehorende procedures te garanderen, en als gebleken is dat het LGObesluit ook in de toekomst belangrijke verschillen zal laten zien met de UPG-status (Ultra Perifeer Gebied).
Impact
In opdracht van de vorige interim-regering is er een impactstudie uitgevoerd in samenwerking met diverse stakeholders op het eiland, om de mogelijke effecten van het nieuwe LGO-verdrag op Curaçao te onderzoeken.
Volgens Hodge is er in het nieuwe verdrag sprake van ‘een nieuwe filosofie voor wat betreft de opzet van het nieuwe LGO-besluit in vergelijking met de huidige regeling’.
De basis voor deze nieuwe filosofie is ‘convergentie van wet- en regelgeving, gericht op een duurzame samenleving, met andere woorden de aanpassing van lokale weten regelgeving op het niveau van de lidstaten van de Europese Unie om duurzaamheid in beleid te garanderen’.
Dit zou mogelijk enige negatieve financiële gevolgen hebben voor de Curaçaose overheid, omdat er meer mankracht in het overheidsapparaat nodig zou zijn, volgens Hodge.
Ook zou er een negatieve materiele impact kunnen ontstaan als de ‘License Fee’ moet worden afgeschaft in verband met de eis van een vrij betalingsen kapitaalverkeer tussen de EU en de LGO.
Het kabinet-Betrian hamerde er bij de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans al op om de effecten van een nieuw verdrag op Curaçao in de gaten te houden bij de onderhandelingen.
Timmermans liet weten dat hij uitziet naar de bijdrage van Curaçao en dat hij zijn uiterste best zal doen in Brussel om eventuele aanvullende punten van Curaçao in de lopende onderhandelingen mee te nemen.
