ORANJESTAD – De overheid moet Bouldin & Lawson, het bedrijf dat het recycle-project te Parkietenbos heeft ontwikkeld, meer dan 1.8 miljoen florin betalen. Dit heeft de rechter deze week bepaald.

Het bedrijf had de overheid voor de groene tafel gedaagd omdat de overheid een uitstaande rekening niet wilde betalen. Het betrof de laatste betaling die volgens een contract met de overheid nog moest worden voldaan, voor werk dat enkel jaren gelden al is uitgevoerd.

DE ZAAK

De rechter had al in februari een uitspraak gedaan in het voordeel van het Amerikaanse bedrijf Bouldin & Lawson (B&L), ook in een zaak tegen de overheid. Kort daarop diende het bedrijf HJC Engineering een zogenaamd ‘performance certificate’ in bij B&L, die op zijn beurt de laatste miljoenendeclaratie opmaakte voor de Arubaanse overheid. Deze laatste rekening moest binnen 30 dagen worden betaald, verklaarde de advocaat van B&L, David Kock aan NoticiaCla.com. De zaak was aangespannen om HSC Engineering te dwingen het laatste certificaat uit te geven aan B&L, zodat aan de laatste verplichtingen van het contract zou zijn voldaan voor het project waarbij afval wordt omgezet in ‘fluff’. Een project dat helaas nooit is gerealiseerd.

LANG PROCES

Volgens Kock was er sprake van een lang proces, zeker 7 jaar, waarbij al eerder de hulp van de rechter moest worden ingeroepen om het bedrijf dat het ‘performance certificate’ moet afgeven te dwingen om het daadwerkelijk te geven. Volgens Kock was bij afronding van elke fase van het project een dergelijk certificaat vereist, als voorwaarde voor betaling. Voor de twee laatste fasen moet de rechter worden ingeschakeld om het certificaat te kunnen bemachtigen.

OVERHEID DOET MOEILIJK 

Ook bij de laatste fase deed de overheid moeilijk, aldus Kock, en werd de uitgifte van het laatste certificaat aangehouden. Hierdoor kon B&L de laatste fase niet uitbetaald krijgen. Dit was de hoofdreden voor de recente rechtszaak, die nu door B&L is gewonnen.

WANPRESTATIE NIET BEWEZEN

Tijdens de zaak die in februari speelde werd door de rechter vastgesteld dat de overheid zijn aantijgingen tegen B&L, namelijk dat zij hun werk niet goed zouden hebben gedaan en de overheid verekeerd zouden hebben geinformeerd, niet hard kon maken. De rechter was dan ook niet overtuigd dat B&L wanprestatie zou hebben gepleegd en de overheid kreeg destijds drie dagen de tijd om een certificaat af te geven, op straffe van een dwangsom van 100.000 florin per dag. De overheid heeft niet aan het vonnis voldaan, waardoor het voor B&L noodzakelijk was opnieuw een zaak aan te spannen.

Bron: NoticiaCla