‘Bedreiging voor economische groei en financiële stabiliteit’
Willemstad – De gemiddelde schuldenlast van Curaçaose huishoudens wordt geschat op 88 procent. Dit betekent dat huishoudens voor elke 100 gulden aan besteedbaar inkomen doorgaans bijna negen tientjes aan schuldverplichtingen hebben.
Dit blijkt uit een studie van Lennie Pau, werkzaam bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Het onderzoek werpt een licht op de situatie van vóór de coronacrisis, die vanaf maart 2020 toesloeg, namelijk de periode van 2000 tot 2017. Het vermoeden bestaat dat met corona de gemiddelde schuld per huishouden verder is gegroeid.
‘Household indebtedness in Curaçao’ is de titel van de paper die Pau er vorig jaar over schreef. In zijn antwoorden op Statenvragen verwees Financiënminister Javier Silvania (MFK) al kort naar de studie. Deze krant berichtte daarover onder de kop ‘Ongezonde leencultuur’. Het Antilliaans Dagblad heeft het onderzoek van Pau naar de schuldenlast van huishoudens nader bestudeerd.
De beoordeling is gebaseerd op diverse financiële en inkomensindicatoren van het huishouden, bijvoorbeeld consumptief krediet, hypothecaire leningen en beschikbaar inkomen, evenals het totale inkomen van het Land, gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product (bbp).
Met behulp van de indicator schuld-inkomensratio werd de schuldenlast van Curaçaose huishoudens geschat op gemiddeld 88 procent in de periode 2000-2017. De schulden van de huishoudens werden ook geschat in verhouding tot de omvang van de economie en blijken ongeveer 60 procent van het bbp te zijn geweest in de genoemde periode.
Met uitzondering van lichte krimp in 2001 en 2015 laten de indicatoren zien dat de schuld van de huishoudens op Curaçao in zeventien jaar is gestegen. De schuldenlast van huishoudens steeg van 1.903 miljoen gulden in 2000 tot 3.983 miljoen in 2017; meer dan een verdubbeling.
De variabelen reële bbp, inflatie, het werkloosheidspercentage, en de bevolking van 25 tot 34 jaar zijn gebruikt om de stijging/daling van de huishoudschuld van Curaçao te duiden. Gezien de cijfers blijkt er een positieve relatie te zijn tussen de variabelen reële bbp, inflatie en de schuld van de huishoudens.
Vanwege gebrek aan beschikbare data werd de indicator ‘schuld-inkomensratio’ gebruikt om de schuldenlast van huishoudens op Curaçao aan te geven. Deze schuld-inkomensratio schommelde gedurende de onderzoeksperiode, met een piek van 101 procent in 2008 en bedroeg 94 procent in 2017. Dit laatste betekent dat voor elke 100 gulden aan beschikbaar inkomen, huishoudens doorgaans schuldverplichtingen hadden van 94 gulden in het laatste onderzoekjaar.
De gemiddelde schuld-inkomensratio van 88 procent geeft aan dat de schuldenlast van de huishoudens van Curaçao de ‘benchmark’ van 100 procent nadert, waardoor de huishoudens vatbaar zijn voor een financiële noodsituatie als gevolg van rentelasten, gebrek aan inkomen (werkloosheid) en/of prijsstijgingen.
Bron: Antilliaans Dagblad