Willemstad – In een brief van 10 juni verzoekt Eugene Rhuggenaath, toen nog in de hoedanigheid van demissionair premier, Statenvoorzitter Charetti America-Francisca om zo snel mogelijk de drie Landsverordeningen te behandelen, zodat deze kunnen worden vastgesteld en Curaçao daarmee kan voldoen aan de voorwaarden van Nederland voor verdere liquiditeitssteun.
Het betreft de landsverordeningen die zien op de verlaging van 25 procent op het totale pakket arbeidsvoorwaarden van Statenleden en ministers per 1 juli 2020 en de landsverordening die ziet op de maximering van de arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen binnen de (semi-)publieke sector en de korting op het totale pakket arbeidsvoorwaarden met 12,5 procent van personeel en topfunctionarissen van de aan de overheid gelieerde entiteiten.
Het aannemen van deze wetten is een voorwaarde van Nederland voor Curaçao om in aanmerking te kunnen komen voor verdere tranches liquiditeitssteun. Ook voor het derde kwartaal van dit jaar heeft de regering van Curaçao aan de Rijksministerraad een verzoek om liquiditeitssteun gedaan.
De eerste twee landsverordeningen zijn op 19 februari van dit jaar bij de Staten ingediend terwijl de maximalisering van de arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen op 16 februari 2021 aan de Staten was aangeboden.
Staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 8 juni in schriftelijke antwoorden op vragen van de Vaste Commissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer bij het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2020 nogmaals laten weten dat de 25 procent korting op de arbeidsvoorwaarden van de ministers en Statenleden op Curaçao is doorgevoerd, maar de hiervoor opgestelde wetgeving die moet voorzien in de juridische grondslag nog niet is goedgekeurd door het parlement. Ook de wetgeving die voorziet in de 12,5 procent korting op de arbeidsvoorwaarden van aan de overheid gelieerde entiteiten moet nog door het parlement worden goedgekeurd.
,,Aangezien genoemde wetgeving al geruime tijd goedgekeurd had moeten zijn, heeft de RMR op 26 maart besloten dat Curaçao pas weer in aanmerking komt voor liquiditeitssteun als de wetgeving is vastgesteld en in werking is getreden”, aldus Rhuggenaath.
Rhuggenaath geeft verder aan dat de korting op de arbeidsvoorwaarden van ministers en Statenleden is doorgevoerd op de feitelijke arbeidsvoorwaarden zoals die voor de korting golden en niet op basis van een hogere schaal. Ten minste tot en met 30 juni 2023 blijven de arbeidsvoorwaarden bevroren, zo benadrukt Rhuggenaath in zijn schrijven.
,,Op basis van een evaluatie van de overheidsfinanciën waaronder begrepen de noodzaak tot liquiditeitssteun of afwijking van de normen van de Rijkswet Financieel Toezicht kan alsdan besloten tot al of niet aanpassing van de korting en aanpassing aan de hoogste ambtelijke schaal.”
Over de landsverordening die ziet op de maximering van de arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen binnen de (semi-)publieke sector en de korting op het totale pakket arbeidsvoorwaarden met 12,5 procent van personeel en topfunctionarissen van de aan de overheid gelieerde entiteiten, zijn vorige week door de centrale commissie van de Staten opnieuw nadere schriftelijke vragen gesteld. Zodra deze vragen aan de regering zijn aangeboden door de Staten zal aangegeven kunnen worden wanneer de schriftelijke antwoorden kunnen komen.
,,Mijn verzoek aan u is te bevorderen dat nu zo snel als mogelijk tot de mondelinge behandeling van drie Landsverordeningen wordt overgegaan zodat de Landsverordeningen op korte termijn kunnen worden vastgesteld en Curaçao kan voldoen aan de voorwaarden voor verdere liquiditeitssteun”, zo sluit Rhuggenaath zijn schrijven aan de Statenvoorzitter af.
Bron: Antilliaans Dagblad