27 C
Willemstad
• donderdag 28 maart 2024 23:05

AntilliaansDagblad | Ftac bood EY een ‘afdoening’

Met beschikking

De boete was opgelegd voor het niet tijdig melden van een concentratie zijdens Ernst & Young. EY gaat in beroep.  | Foto: CIFA bestuurslid Mr. Bryan Irausquin, Country & Tax Managing Partner van EY Dutch Caribbean

Willemstad – Concurrentiewaakhond Ftac heeft in de kwestie waarbij EY uiteindelijk een boete van 400.000 gulden werd opgelegd, in eerste instantie het accountantskantoor benaderd ‘om de mogelijkheid te verkennen van een vereenvoudigde afdoening van de zaak’. Een soort schikking dus.

Dat blijkt uit de integrale beschikking van Fair Trade Authority Curaçao (Ftac) die onlangs openbaar is gemaakt, nadat eerder een persbericht naar de media was uitgestuurd en daarna op Landscourant-online stond.

In de ‘Beschikking inzake Concentratie EY’ staat te lezen dat begin vorige maand de Nederlandse advocaat van EY door de Ftac was benaderd voor een afdoening. De advocaat heeft aangegeven hierover met zijn cliënt – Ernst & Young op Curaçao – te willen beraadslagen en stemde in hierover binnen een bepaalde termijn uitsluitsel te geven. ,,Tot 11 juni 2021 had EY de voorwaarden voor de vereenvoudigde procedure niet aanvaard.” Daarna volgde de bekendmaking.

Dat geldt ook voor de reactie van EY, dat liet weten in beroep te gaan. In de beschikking besluit Ftac over de vraag of Ernst & Young Caribbean en/of Ernst & Young Participaties en/of het partnerschap Ernst & Young Accountants de meldingsplicht voor concentraties als bedoeld in de Landsverordening inzake concurrentie heeft overtreden door de verkrijging van zeggenschap over – delen van – KDC Interim en/of KDC Interim Beheer (voorheen KPMG), niet te melden.

Per 31 december 2018 eindigde de licentie en het lidmaatschap van het KPMG-netwerk van KPMG Dutch Caribbean. KMPG Holding en KPMG Beheer bleven bestaan en zijn hernoemd naar respectievelijk KDC Interim Holding en KDC Interim Beheer. Ftac kwam in actie naar aanleiding van berichtgeving medio december in de media waarin wordt gesproken over een ‘fusie’ tussen KPMG Dutch Caribbean en EY Americas, namelijk door EY een schriftelijk informatieverzoek te sturen. EY wordt in dit informatieverzoek tevens geïnformeerd over de meldingsplicht fusies en overnames. De reactie luidt dat er geen overeenkomst is.

Verder geeft EY aan dat indien ze in de toekomst een overeenkomst zouden sluiten binnen het bereik van de Ftac, zij zich uiteraard aan de toepasselijke regelgeving zullen houden. EY heeft toen geen van de door de Ftac verzochte informatie en/of documentatie overlegd. Eind januari 2019 stuurt de Ftac, naar aanleiding van een paginagrootte advertentie in de krant, een tweede informatieverzoek om EY wederom te attenderen op de verplichting onder de Landsverordening inzake concurrentie om concentraties van een bepaalde omvang te melden.

Begin februari 2019 ontvangt de Ftac via de advocaat van EY, Spigt Dutch Caribbean, na daarop schriftelijk te zijn herinnerd, een inhoudelijke reactie op het informatieverzoek. Half augustus 2019 heeft de Ftac, na bestudering van de overlegde stukken, besloten om een onderzoek te starten naar een mogelijke overtreding van de concurrentiewet door Ernst & Young Caribbean en zijn vennootschapsrechtelijke gelieerde ondernemingen. Begin februari 2021 heeft de Ftac de schriftelijke zienswijze van EY ontvangen. En EY heeft dit kort daarop tijdens de hoorzitting met de Ftac in het Avila Beach Hotel mondeling toegelicht.

Volgens Ernst & Young was het uit de brand helpen van KPMG/KDC door EY een kwestie van ‘damage control’.

In haar zienswijze stelt EY dat er ‘géén sprake is van concentratie’ en geen sprake van duurzame wijziging van zeggenschap. Het kantoor stelt dat de zogeheten ‘transition clients’ van het voormalige KPMG niet zijn ‘overgedragen’ aan EY, noch dat partijen deze cliënten konden dwingen naar EY over te gaan. Deze zijn immers op grond van een besluit van hun aandeelhouders cliënt geworden van EY. Bovendien zijn de transition clients pas in zee gegaan met EY, nadat de ‘Conditional Agreement’ tussen EY en KDC/ex-KPMG was ontbonden. De ‘overgang’ van deze cliënten kan daarmee niet als onderdeel van die overeenkomst worden gezien. De transition clients waren simpelweg zonder accountant; EY was vrij om hen te contracteren.

EY: Ftac maakt denkfout

Naar aanleiding van het onderzoek is EY begin juni 2020 per brief door de Ftac uitgenodigd voor een vraaggesprek op 1 juli 2020. Eind oktober is het gespreksverslag definitief gemaakt. Een maand daarvoor, eind september 2020, heeft het Ftac-bestuur de opdracht gegeven aan het Ftac-bureau om, gezien de bevindingen in de onderzoeksfase, een rapport te doen opstellen. Begin december 2020 heeft EY het rapport ontvangen via de directeur van de Ftac. Het rapport beschrijft de gebeurtenissen van eind 2018 en begin 2019 in verband met de beëindiging van de werkzaamheden van KPMG Dutch Caribbean per 31 december 2018, vervolgens de overgang van medewerkers van KDC/ ex-KPMG naar EY en de overgang van voormalige KPMGcliënten naar EY.

Het rapport concludeert dat er sprake is van een vermoeden van een overtreding van de meldingsplicht voor concentraties. In de aanbiedingsbrief bij het rapport wordt schriftelijk medegedeeld dat het dossier door het onderzoeksteam overgedragen wordt aan een zogeheten ‘sanctieteam’. Deze overdracht is in het kader van de functiescheiding en om de objectiviteit te waarborgen, aldus Ftac zelf. Begin februari 2021 heeft de Ftac de schriftelijke zienswijze van EY ontvangen. De hoorzitting heeft later die maand februari plaatsgevonden in het Avila Beach Hotel.

Medio maart werd de reactie op het gespreksverslag van EY ontvangen. Daarnaast zijn er door EY ‘vertrouwelijkheidsclaims’ ingediend. Op 1 juni heeft de Ftac een besluit genomen met betrekking tot het opleggen van een boete en de hoogte daarvan. De Ftac heeft tevens besloten EY via haar advocaat te benaderen om de mogelijkheid te verkennen van een vereenvoudigde afdoening van de zaak. Tot 11 juni 2021 had EY de voorwaarden voor de vereenvoudigde procedure niet aanvaard.

Er zit volgens EY een ‘denkfout’ in de redenering van het Ftacrapport en dat is dat het voor de vraag of er sprake is van een concentratie niet zou uitmaken dat de ‘Conditional Agreements’ met KDC/ex-KPMG uiteindelijk zijn ontbonden. Volgens de Ftac doet het er niet toe dat de concentratie uiteindelijk niet doorgaat en kan de overgang van transition clients en transition employees als een transactie worden gezien, waarmee een begin werd gemaakt met een blijvende wijziging in de zeggenschap over (onderdelen van) KDC/ex-KPMG.

Volgens Ernst & Young was het overstappen van KDC/ex-KPMG transition clients naar EY op geen enkele wijze een noodzakelijke ‘stepping stone’ voor de verkrijging van duurzame controle door EY.

Volgens EY lijkt de Ftac hierbij op twee gedachten te hinken. De eerste houdt in dat de overdracht van de transition clients een noodzakelijke stap was om te komen tot duurzame zeggenschap. De tweede gedachte is dat een klantenportefeuille op zichzelf kan worden aangemerkt als een deel van de onderneming waaraan omzet is toe te rekenen. Volgens EY was het overstappen van transition clients van KDC/ex-KPMG naar EY op geen enkele wijze een noodzakelijke ‘stepping stone’ voor de verkrijging van duurzame controle door EY.

Immers blijkt volgens EY uit het dossier dat de eventuele overstap totaal los stond van een eventuele latere concentratie en dat er geen enkel feitelijk, juridisch of economisch causaal verband was tussen de overstap van transition clients en de eventuele totstandkoming van een overeenkomst. Ze moesten feitelijk sowieso weg bij KDC – na beëindiging van de licentie en het lidmaatschap van het KPMG-netwerk van KDC – omdat transition clients eisten dat hun jaarrekeningen werden gecontroleerd door een ‘big four’-kantoor. Het uit de brand helpen door EY was een kwestie van ‘damage control’.

Onder de kop ‘Klantenportefeuille is geen onderneming’ is te lezen dat volgens EY Ftac de fout maakt dat transition clients zelf moeten worden gezien als een onderdeel van de doelonderneming, wier acquisitie alleen al een concentratie zou kunnen vormen. Transition clients kunnen echter niet gelijk worden gesteld met ‘een klantenportefeuille’. Daar gaat het om de overdracht van ‘vermogensbestanddelen’ van een onderneming. Daar kan in uitzonderlijke gevallen ook sprake van zijn bij een klantenportefeuille bestaande uit grote aantallen afnemers.

Dat de klantrelaties met transition clients voor het oude KPMG een bepaalde omzet meebrachten, is niet hetzelfde als dat dit ook een verhandelbaar vermogensbestanddeel was. Zoals in de zienswijze toegelicht, was bij transition clients geen sprake van ‘supply by defaultcontract’: Klanten van accountancykantoren in het algemeen kiezen kritisch en bewust voor een accountant.

Bron: Antilliaans Dagblad van 13 juli 2021

Naschrift KKC

Klik hier voor het document als uw browser het onderstaand Scribd document niet kan lezen of downloaden. Dit is de originele link naar de beschikking op de website van FTAC

2021 06 15 – Beschikking Ftac Boete Ey-kpmg-A001820-Openbare-Versie by Knipselkrant Curacao on Scribd

2 reacties

  1. EY is het accountantskantoor dat een goedkeurende verklaring bij de porkeria jaarrekeningen van Girobank gaf, zoals KPMG dat eerder deed bij Ennia en Henry Jourdain bij BZV.

    En alle betrokken RA’s en CPA [Erik van Eps] gaan vrijuit terwijl de schade voor de belastingbetaler in de miljarden loopt.

    Doet de beroepsorganisatie van deze payasos nooit dossier onderzoek bij hun leden?!

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Lees ook

Meer recente reacties