Willemstad – Was in het weekend het nieuws dat RdK en de regering-Pisas niet langer exclusief met Corc bv verder willen; gisteren heeft Corc aan de nieuwe RdK-directie laten weten zich geheel terug te trekken als partij die de Curaçaose raffinaderij nieuw leven moet inblazen.

Gisterochtend vond een bijeenkomst plaats tussen overheids-nv Refineria di Kòrsou en de leiding van Corc (Curaçao Oil Refinery Complex). Namens RdK sprak de nieuwe tijdelijk bestuurder, interim-directeur Patrick Newton. Tegenover hem zaten de directieleden Manoel ‘Lito’ De Silva De Freitas en Javier Hernandez alsmede vertegenwoordigers van de Isla-vakbonden, die partner zijn in Corc.

Newton deelde hun mee wat in het weekend onder andere al door deze krant was bericht, namelijk dat in verband met de zoektocht naar een operator van de raffinaderij ‘een nieuw proces wordt opgestart’; dat Corc nog wel mee mag doen, maar dat de ‘Binding Closing Agreement’ (BCA) van tafel is.

De reden is dat Corc vooralsnog niet heeft kunnen voldoen. Daarom wordt door RdK en het kabinet-Pisas (MFK/PNP) nu de weg vrijgemaakt om met andere partijen, die eerder interesse toonden of nog tonen, in onderhandeling te treden over exploitatie van de voormalige Shell-raffinaderij (sinds 1918) die vanaf 1985 tot en met 2019 werd gerund door PdVSA uit Venezuela.

Corc-directeur De Freitas zou daarop Newton van RdK ‘veel succes’ hebben toegewenst, maar laten weten dat dit voor Corc reden is om zich geheel terug te trekken. Ingewijden stellen dat de kansen van de Curaçaose raffinaderij intussen zodanig zijn geslonken, dat als Corc er niet in slaagt, geen enkele andere partij in staat is de verouderde Isla succesvol te heropstarten; daar is behalve toevoer van (lichte) ruwe olie, veel kapitaal voor nodig én moet worden voldaan aan de door de rechter opgelegde aangescherpte milieu- en uitstootnormen.

Corc kwam rond de jaarwisseling als beste uit de bus en werd geselecteerd als ‘preferred bidder’. Later werd een Memorandum of Understanding (MoU) getekend en daarna dus ook de BCA, die Corc exclusiviteit gaf. Een Commissie van Vier (met twee vertegenwoordigers van de regering en twee van RdK) gaat nu aan de slag om gericht geïnteresseerde partijen te benaderen. Eén daarvan zou Essar uit India zijn.

Corc geniet de steun van de bonden PWFC en Apri die de werknemers van de raffinaderij vertegenwoordigen. Zij zijn zelfs ook partner in het Corc-project. Het is onduidelijk hoe de vakbondsleiders Angelo Meyer (PWFC) en Gherrel Remilia (Apri) reageren op het besluit van de regering om het contract te ontbinden.

De raffinaderij zit al 22 maanden zonder operator en ook in het anderhalf jaar daarvoor kwam PdVSA nauwelijks nog aan productie toe; wegens de malaise in Venezuela, waardoor de toevoer van ruwe olie stokte, maar ook door de miljardenschulden van het Venezolaanse staatsbedrijf en de sancties van de Verenigde Staten tegen de regering van president Nicolás Maduro.

Isla werd in de tussentijd ‘aan de praat gehouden’ door RdK, die namens de overheid eigenaar is. Een gehele shutdown van de raffinaderij zou tot gevolg hebben dat de kans op een eventuele doorstart nog kleiner wordt. Een nieuwe zoektocht houdt vrijwel automatisch in dat het nog vele maanden, zo niet een jaar of langer, duurt voordat een nieuwe operator daadwerkelijk aan de slag kan gaan.

Een (groot) deel van het voormalige Refineria Isla/PdVSA-personeel werd op 1 januari 2020 overgenomen door RdK-dochter CRU (Curaçao Refinery Utilities) en kon op die manier worden doorbetaald. Inmiddels is dat een aflopende zaak en kan slechts een gering aantal werknemers werkzaamheden blijven uitvoeren.

Er is over het algemeen bezorgd gereageerd op het openbreken van de overeenkomst met Corc, maar nog meer dat Corc daarop heeft aangegeven verder te bedanken, omdat alom de verwachting is dat de petroleumindustrie – ooit de kurk waar de economie van Curaçao op dreef – hiermee aan een zijden draadje hangt.

Bron: Antilliaans Dagblad