Willemstad – Stichting Sona moet Ballast Nedam een voorlopige schadevergoeding van in totaal 1.486.241 dollar en 14.685 gulden betalen voor het niet tijdig beschikbaar stellen van het bouwterrein van Hospital Nobo Otrobanda.
Dat heeft het gerecht gisteren in een kort geding, aangespannen door Ballast Nedam, besloten.
Ballast Nedam heeft een kort geding tegen Sona aangespannen met de vraag of Sona voorlopig gebonden is aan een beslissing van de ‘Dispute Adjudication Board’ (DAB) van eerder dit jaar. De DAB, die in het leven is geroepen om eventuele geschillen tussen partijen op te lossen, had reeds besloten dat Sona schadevergoeding moest betalen aan Ballast Nedam voor het niet tijdig beschikbaar stellen van het bouwterrein van het nieuwe ziekenhuis, maar Sona weigerde te betalen omdat zij het niet eens is met de beslissing en legde de kwestie in een bodemprocedure voor aan het gerecht.
Gisteren is in kort geding beslist dat Sona het probleem weliswaar in een bodemprocedure aan het gerecht kan voorleggen, maar dat zij, zolang het gerecht die zaak niet definitief heeft beoordeeld, in de tussentijd Ballast Nedam wel moet betalen. Het gerecht verwijst hiervoor naar het eerdere besluit van de DAB, waaraan partijen al dan niet tijdelijk gebonden zijn. Sona is daarom veroordeeld tot de betaling van 544.000 dollar, 104.219 dollar, 775.000 dollar, 26.206 dollar en 26.816 dollar aan directe en indirecte kosten en rente en 14.685 gulden ter vergoeding van een factuur van BDO overeenkomstig het bepaalde in de DAB-beslissing.
Een andere vordering van Ballast Nedam van 1.531.000 dollar is afgewezen omdat Ballast Nedam niet duidelijk heeft gemaakt hoe zij aan dit bedrag is gekomen. Om die reden is ook beslist dat Ballast Nedam en Sona ieder de eigen kosten van het kort geding moeten dragen.
Ballast Nedam stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij de vorderingen omdat zij de door Sona te betalen bedragen nodig heeft in het kader van de vervolgwerkzaamheden. Ook heeft Ballast Nedam gesteld dat de vermogenspositie van Sona onzeker is, omdat Sona haar middelen verkrijgt van de Curaçaose overheid en haar relatie met die overheid (lees: minister Suzy Camelia-Römer van Gezondheid) onder druk staat.
,,Deze stellingen heeft Sona niet (concreet) betwist”, zo stelt het gerecht. ,,Hieruit volgt dat Ballast Nedam International (BNI) voldoende spoedeisend belang heeft bij de onderhavige vorderingen.”
Bron: Antilliaans Dagblad