32 C
Willemstad
• vrijdag 4 oktober 2024

Extra | Journaal 3 Oktober 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Wednesday, October 2, 2024

 Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 2 Oktober 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, October 1, 2024

 Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 1 Oktober 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Telegraaf | Twee verdwaalde Nederlandse zussen gered op Curaçao, een van hen met hartaanval naar ziekenhuis

Marcel Vink WILLEMSTAD - Twee Nederlandse zussen die op vakantie zijn op Curaçao moesten zondag door een zoekteam worden gered nadat ze verdwaald waren. Een van onze landgenoten...
- Advertisement -spot_img

VN | Nederland belastingparadijs, met dank aan de PvdA

HomeMediaVN | Nederland belastingparadijs, met dank aan de PvdA

Tomas Vanheste & Map Oberndorff | VrijNederland

Veel trustkantoren zijn gevestigd op de Amsterdamse Zuidas. Foto: C. Barton van Flymen/HH

Telkens laait het debat over ‘Nederland belastingparadijs’ op. Zwalkende politici zwichten uiteindelijk voor de wensen van bedrijven.

Willem Vermeend, gezegend met een asblonde haardos en een vlassig snorretje, spreekt er schande van.

Jaar lijks loopt de schatkist vier miljard mis door ‘onregelmatigheden in de sfeer van de vennootschapsbelasting’, briest het PvdA-Kamerlid. Met een wetsvoorstel wil hij de gaten in ons belastingstelsel dichten. Het is een scène uit 1986, in een uitzending over ‘Nederland belastingparadijs’ van het legendarische VPRO-programma Gouden Bergen.

In dezelfde periode legde Vermeend vanuit de oppositie toenmalig staatssecretaris van financiën Henk Koning (VVD) in een Kamerdebat het vuur aan de schenen. ‘Via Nederland wordt geld als water naar belastingparadijzen gesluisd,’ voerde hij aan in een ellenlang, gepassioneerd betoog. Nederland was in zijn ogen ‘zo lek als een mandje’. Als voorbeeld noemde hij onder meer de rockband The Rolling Stones. ‘Op het moment dat Mick Jagger tijdens zijn Europese tournee “I can’t get no satisfaction” inzette, deden de Rolling-Stones-bv’s, gevestigd in een grote stad in dit land, de kassa’s rinkelen in een Caraïbisch belastingparadijs.’ Vermeend verweet de staatssecretaris laksheid in het aanpakken van de internationale belastingvlucht.

Bijna dertig jaar later schrijft hij als ‘Willem Vermeend. Zakenman’ op zijn Facebook-pagi na: ‘Nederland is geen belastingparadijs.’ Die aanduiding is volgens hem verzonnen door concurrent Engeland en lobbygroepen als Tax Justice en Oxfam Novib die ‘Nederland in een kwaad daglicht willen stellen’. Hij mengt zich zo nu en dan in het hoogoplopende debat over de rol van ons land in internationale belastingontwijking en -ontduiking. Europa heeft becijferd dat de Unie daardoor jaarlijks maar liefst duizend miljard euro misloopt. In tijden van een slecht draaiende economie en loodzware bezuinigingen is dat moeilijk te verkroppen. De druk – ook vanuit de G20 – om het probleem aan te pakken, neemt sterk toe. En niet voor het eerst wordt met de vinger naar Nederland gewezen. Maar vond Vermeend dat in de jaren tachtig nog hoogst terecht, tegenwoordig meent hij dat Nederland zijn fiscale stelsel netjes op orde heeft en dat het een ramp voor de economie en de werkgelegenheid zou zijn als we er iets aan zouden veranderen. Vandaar dat hij in de jaren negentig, toen hij als staatssecretaris zelf aan de knoppen zat, er alles aan heeft gedaan om ons fiscale klimaat zo ‘concurrerend en aantrekkelijk’ mogelijk te maken.

Eén van de vele bands die profiteren van het fiscale klimaat in Nederland: The Rolling Stones.© AP

De gedaanteverwisseling van Vermeend staat niet op zichzelf. Het is een fenomeen dat in de al decennia woedende discussie over ‘Nederland belastingparadijs’ vaker voorkomt. Kamerleden blijken als bewindslieden opeens als een blad aan een boom te draaien. Een sleutelrol heeft de PvdA. Vanuit de oppositie probeert de partij er paal en perk aan te stellen dat in Nederland gevestigde multinationals nauwelijks geld aan de fiscus hoeven af te staan. Eenmaal in de regering bezigt de PvdA bij vlagen nog ronkende retoriek, maar in de praktijk stellen bewindslieden als Willem Vermeend, Wim Kok en Wouter Bos zich dienstbaar op aan het internationale bedrijfsleven. Dat geldt eigenlijk voor alle politieke voormannen van Financiën, de afgelopen dertig jaar. Allemaal wuiven ze de kritiek dat Nederland een fiscaal walhalla is weg.

‘Over winst in Nederland behaald, wordt het volle pond betaald,’ zei CDA-staatssecretaris Marius van Amelsvoort in 1990 in een reactie op de beschuldiging dat multinationals hun in Nederland belaste winst kunnen drukken. ‘Elke associatie met Nederland als belastingparadijs, als land waar dingen gebeuren die niet mogen, verwerpen wij,’ aldus PvdA-minister Wouter Bos toen het Witte Huis in mei 2009 een lijstje de wereld in slingerde waarop Nederland als tax haven stond. ‘Ik vind het bevuiling van het eigen nest, die alleen maar schade voor Nederland oplevert,’ zei VVD-staatssecretaris Frans Weekers begin 2013 over critici die Nederland een belastingparadijs noemen. Keer op keer ligt Nederland onder buitenlands vuur, maar aan het beleid verandert weinig. Sterker, in plaats van de fiscale regelgeving aan te scherpen, maakt de overheid haar steeds soepeler. Allemaal onder het mom dat een gunstig vestigingsklimaat goed is voor onze economie en welvaart. Een politieke reconstructie.

Verhitte gemoederen

Betalen is voor de dommen. Over de miljardenmazen in ons belastingstelsel. Het is de titel van een boek dat vandaag had kunnen uitkomen. Maar het werk van Flip de Kam verscheen al in 1977. De inmiddels honorair hoogleraar economie en destijds kortstondig Kamerlid voor de PvdA schetste alle Nederlandse voordeeltjes die het zo aantrekkelijk maakten voor brievenbusfirma’s om zich hier te vestigen. Zoals de zogenaamde deelnemingsvrijstelling, die betekent dat bedrijven die al in het buitenland belasting betalen, dat hier niet meer hoeven te doen. En het uitgebreide netwerk van belastingverdragen dat Nederland heeft. Daarin is vastgelegd dat de partnerlanden minder zogeheten bronheffing inhouden op de rente, de dividenden en de royalty’s die hun land verlaten. De Kams aanklacht: ‘Ons land fungeert als stepping stone in het fiscale Stratego van de grote constructeurs, dat erop gericht is geld laag- of niet-belast naar een fiscaal paradijs te loodsen.’

‘De huidige ophef is een beetje aan de late kant’

Als columnist in NRC Handelsblad zou De Kam later nog vaak op dit punt hameren. ‘De gelegenheid die wij buitenlanders bieden om gebruik te maken van onze fiscale infrastructuur, is de regeringen van omringende landen een doorn in het oog,’ tekende hij in 1998 op. ‘Doordat concerns en veelverdieners het belastingparadijs Nederland opzoeken, missen hun schatkisten jaarlijks vele miljarden aan belastingopbrengsten.’ De Kam ziet geen kans voor een gesprek met Vrij Nederland, maar verwijst in een e-mail naar al zijn eerdere geschriften. ‘De huidige ophef is een beetje aan de late kant,’ luidt zijn ironische commentaar.

Zijn boek verhitte in de jaren na verschijning de gemoederen op het politieke toneel. De Kam kreeg er behoorlijk van langs, alleen al de frase Betalen is voor de dommen werd hem niet in dank afgenomen. ‘Zo’n uitspraak is aanvaardbaar als een koperstrekkende titel van een boek maar niet als stelling van een Kamerlid,’ tierde Van Amelsvoort, op dat moment parlementariër.

Twee jaar later, De Kam had de politiek al verlaten, ging zijn partijgenoot Thijs Wöltgens in een debat over belastingfraude tekeer over de mazen in het Nederlandse stelsel. Minister van Financiën Fons van der Stee, door Wim Kan Rampenfons gedoopt, reageerde opvallend laconiek. Hij had weinig trek er iets aan te veranderen, het middel kon erger zijn dan de kwaal, hij wilde bedrijven niet wegjagen, het probleem aanpakken kon alleen in internationaal verband. ‘In menig opzicht is Nederland een belastingparadijs. Dit is algemeen internationaal en nationaal bekend,’ gaf hij toe.

Rampenfons is de laatste bewindspersoon geweest die het zo zonder gêne erkende. Vijf jaar later stond het onderwerp opnieuw hoog op de agenda, na het verschijnen van een rapport over misbruik van het belastingstelsel. Het was het debat waarin een opgewonden Vermeend staatssecretaris Henk Koning flink aanpakte. Koning bezwoer dat Nederland niet op de lijst van belastingparadijzen thuishoorde en stuurde de Kamer met een kluitje in het riet. Hij beloofde een werkgroep in te stellen en een studie uit te zetten.

‘Als je kijkt hoe de afgelopen dertig jaar wet- en regelgeving tot stand is gekomen, zie je die belangenverstrengeling heel duidelijk’

Aan studies en werkgroepen geen gebrek. En daarbij werken overheid en bedrijfsleven vaak nauw samen. Eind jaren tachtig richtten publieke en private partijen samen de Stichting Amsterdam Financial Centre (AFC) op, om de hoofdstad weer mee te laten doen met de internationale financiële top. De club die bestond uit onder meer banken, verzekeraars, pensioenfondsen, accountants, multinationals én het ministerie van Financiën – stelde twintig maatregelen voor om de concurrentiekracht terug te winnen. Minister Kok van Financiën (PvdA) loodste het wensenlijstje in 1990 netjes door de Kamer. Zo schafte hij de fiscaal ongunstige behandeling van aandelentransacties af.

Te provinciaal

‘Dit gebeurde in de context van een klassieke race to the bottom in Europa,’ schrijft financieel geograaf Rodrigo Fernandez in zijn proefschrift over AFC. De verwevenheid tussen private en publieke belangen is heel groot, legt hij uit in het toeristische, Amsterdamse café Majestic op de Dam. ‘Er is een fiscaal-financieel complex,’ aldus de onderzoeker die tegenwoordig verbonden is aan de Universiteit van Leuven. ‘Als je kijkt hoe de afgelopen dertig jaar wet- en regelgeving op dit vlak tot stand is gekomen, zie je die belangenverstrengeling heel duidelijk. Continu worden expertgroepen ingesteld, die bestaan uit ambtenaren van het ministerie van Financiën, hoogleraren met dubbele petten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Ze verschuilen zich achter allerlei jargon en de discussies hebben een hoog technisch gehalte waar leken maar het best buiten kunnen blijven.’

De ambtenaren voegen zich naadloos in dit spelpatroon. Het ministerie is al decennialang een bastion dat voortdurend bezig is Nederland koste wat kost concurrerend te houden. Daarbij wordt het niet teruggefloten door externe experts. Bij de academische discipline fiscaal recht is volgens Fernandez zelfs sprake van een ‘volledige afwezigheid van zelfreflectie’. Bijna alle professoren zijn ook als adviseur of zelfs partner verbonden aan een van de vier grote accountantskantoren. Ze hebben op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling tegen zich.

‘Je mag het woordje schijn wel weglaten bij hoogleraren die partner zijn van een accountantskantoor,’ vindt de Amsterdamse hoogleraar fiscale economie Edwin Heithuis die zelf ‘slechts’ een dag per week wetenschappelijk adviseur is bij belastingconsultant BDO. ‘Laten we wel wezen. Aan de ene kant zijn ze hoogleraar met een aura van onafhankelijkheid om zich heen, aan de andere kant delen ze mee in de winstpot van het advieskantoor. Ze profiteren van de opbrengsten die hun kantoor onder meer behaalt met het bedenken van voor bedrijven zo gunstig mogelijke fiscale structuren. Dan kun je uittekenen wat de boodschap is als er een rapport komt van zo’n kantoor dat gepresenteerd wordt door een hoogleraar.’

PricewaterhouseCoopers is één van die kantoren. In 1992 verscheen er een rapport van het 
bureau met als strekking dat Nederland miljarden verloor doordat het niet aan trekkelijk en concurrerend genoeg was. Andere landen boden betere fiscale faciliteiten, schreven twee belastingadviseurs die aandrongen op politieke maatregelen. Kamerlid Vermeend, wiens PvdA op dat moment deelnam aan kabinet-Lubbers III, reageerde verontrust: ‘We zijn te provinciaal. Je moet op ontwikkelingen in het buitenland reageren en ze het liefst voor zijn.’

‘Dit is belasting dumpen’

Even later was hij zelf verantwoordelijk als staatssecretaris van Financiën in Paars I. In 1995 presenteerde hij vol bombarie een nieuw rulingbeleid dat ‘optimaal kan bijdragen aan een versterking van het internationale fiscale vestigingsklimaat van Nederland en waarmee snel en adequaat kan worden ingespeeld op internationale ontwikkelingen.’ Met speciale rulings – geheime contracten waarin de belastingdienst afspraken met bedrijven maakt over welk deel van de winst belast wordt in Nederland – wilde Vermeend multinationals naar ons land lokken.

Nederland moest niet het risico lopen dat het als belastingparadijs te boek zou komen te staan, schreef hij in zijn plan. Niet om morele redenen, maar ‘met name gezien de negatieve uitstraling daarvan bij verdragsonderhandelingen’. Hij vond dat ‘de concurrentiekracht maximaal moet zijn’, zolang we ons maar houden aan de internationale spelregels.

Krap een jaar later gaf de PvdA-staatssecretaris de multinationals pas écht een mooi cadeau. Waar hij als Kamerlid in Gouden Bergen nog fulmineerde tegen ‘onregelmatigheden in de sfeer van de vennootschapsbelasting’ verzon hij nu een list om deze kunstmatig te verlagen. Concernfinancieringsmaatschappijen die zich in ons land vestigden, hoefden voortaan nog maar over 20 procent van hun winsten belasting te betalen. De vennootschapsbelasting was in die tijd nog 35 procent, maar met die nieuwe regel was die feitelijk nog maar 7 procent. Vermeend en zijn opvolger Wouter Bos wisten op deze manier 87 bedrijven naar Nederland te lokken.

De Duitsers waren woedend. ‘Onacceptabel,’ zei de ene minister van Financiën van een deelstaat in Vrij Nederland. ‘Dit is belasting dumpen,’ vond een collega van een andere deelstaat. Ze eisten maatregelen. Het móét afgelopen zijn met deze ruïneuze concurrentie tussen landen van de Europese Unie. Ook Brussel was furieus. De EU kondigde aan te onderzoeken of dit een vorm van verboden staatssteun was. In 2001 sommeerde Brussel Nederland de regeling af te schaffen voor nieuwe bedrijven. De al bestaande constructies werden tot 2011 gedoogd.

Geheime groep

Nederland staat er sowieso gekleurd op in Europa. Eind 1999 verscheen het Primarolo-rapport, vernoemd naar de toenmalige Britse staatssecretaris van Financiën. De Europese werkgroep die zij voorzat, concludeerde in het spraakmakende document dat Nederland Europees koploper is in schadelijke belastingmaatregelen. ‘Pure jaloezie’, typeerde de kersverse staatssecretaris Wouter Bos (PvdA) de Europese kritiek eind 2000 in NRC Handelsblad. ‘We doen alles binnen de regels. Maar in Brussel gaat het niet om gelijk hebben, maar om gelijk krijgen.’ Het Financieele Dagblad legde eind 2012 bloot dat het ministerie van Financiën destijds een geheime groep van fiscale topambtenaren instelde om Nederland van de lijst te krijgen, in eigen kring de Barbapapa-groep gedoopt. Die club moest een huup-huup-barbatruc uitvinden: Europa zand in de ogen strooien door het uiterlijk van het fiscale stelsel te veranderen, zonder afbreuk te doen aan de voor Nederland gunstige kern. De missie slaagde.

‘We doen alles binnen de regels.’ Foto: Wiktor Dabkowski/ANP

Om Europa ter wille te zijn, paste Bos het rulingsysteem aan. Sindsdien maakt de Belas tingdienst voor elke multinational een afspraak op maat die aan alle internationale voorschriften voldoet. Het effect is, zeggen critici, dat het allemaal nog ondoorzichtiger is, omdat de afspraken geheim blijven en de regels zich voor vele interpretaties lenen.

Die rulings komen zelden aan het licht. Maar in een hoorzitting van het Britse parlement klapte een vertegenwoordiger van Starbucks in december 2012 uit de school. De Amerikaanse koffieketen ligt onder vuur omdat het enorme winsten boekt in Engeland, maar daar nauwelijks belasting betaalt en het geld wegsluist via een Nederlandse brievenbus. Op de vraag van een parlementariër of ze een speciale regeling hadden die ze toestond minder belastingen te betalen in Nederland, antwoordde de financiële baas: ‘Ja, we hebben daar een low-tax ruling.’

En nog vond Den Haag het niet genoeg. Joop Wijn, staatssecretaris van Financiën tussen 2003 en 2006, zag het als zijn missie de ‘virtuele rode loper’ voor binnen- en buitenlandse investeerders uit te rollen. ‘Ondernemingen zullen ervaren dat het goed vestigen is in Nederland door het totale pakket aan vestigingsplaatsfactoren en door de fiscaliteit,’ beloofde hij in een opiniestuk in Het Financieele Dagblad. ‘We hebben de vaste intentie om in de topdrie van de shortlist te blijven. Ook als de concurrentie om vestigingen binnen Europa toeneemt.’ Vanwege dit beleid om Nederland fiscaal aantrekkelijk voor bedrijven te maken, werd Wijn door hét internationale blad voor de belastingwereld Tax Business in 2005 uitgeroepen tot een van de vijftig machtigste personen ter wereld op fiscaal gebied.

In 2007 lanceerde Wijn de wet ‘Werken aan winst’. Het tarief voor de vennootschapsbelasting, halverwege de jaren tachtig nog 48 procent, werd verder omlaag gebracht naar 25,5 procent, de belasting op dividend van 25 naar 15 procent. ‘Het belang van het fiscale klimaat als vestigingsplaatsfactor voor Nederland is toegenomen doordat landen steeds verder naar elkaar toegroeien en steeds meer op elkaar gaan lijken,’ legde Wijn uit in de toelichting op de wet. De CDA-staatssecretaris kende de waarschuwing voor een race to the bottom, maar zei dat alleen Europese afspraken over minimumtarieven die wedstrijd kunnen stoppen. ‘Tot die tijd kan Nederland echter niet 
achterblijven. Niets doen zou betekenen dat belastinggrondslag en economische activiteit ver loren gaan aan het buitenland.’

Obama’s lijst

Al snel bleek dat Wijn de rode loper wel érg royaal had uitgerold. De wet bevatte allerlei ontwijkingsmogelijkheden die ervoor zorgden dat steeds meer hier gevestigde multinationals nauwelijks nog belasting betaalden. In januari 2008 deed Wijns opvolger Jan Kees de Jager een poging de mazen in de wet te dichten. Hij was er alleen een paar vergeten, zo bleek snel. GroenLinks-Kamerlid Kees Vendrik en SP-collega Ewout Irrgang dienden een motie in om deze gaten te repareren. ‘Werken aan winst. Werken aan massale belastingontwijking, zul je bedoelen!’ zei Vendrik bij een spoeddebat over de kwestie. ‘Het resultaat was – zo lijkt het nu – dat Nederlandse multinationals vrijwel geen belasting meer betalen.’

Foto: Pete Souza/White House
Foto: Pete Souza/White House

Niet alleen de oppositie, ook wetenschappers trokken aan de bel. Een van hen was Edwin Heithuis. ‘In 2007 heeft men de deuren voor multinationals verder opengezet,’ zegt hij nu. ‘Tot dan toe kreeg je als bedrijf alleen een belastingvrijstelling voor rente-inkomsten in Neder land als de rente in het buitenland niet aftrekbaar was. Dat is logisch, anders treedt er dubbele belastingheffing op. Die beperking is toen afgeschaft. Het effect is dat internationale bedrijven nu helemaal geen belasting over de rente meer betalen.’ Hij en andere fiscalisten hebben het ministerie van Financiën destijds al gewezen op deze constructiefout. Zonder resultaat, tot op heden. ‘Onbegrijpelijk,’ zegt Heit huis. ‘Dat je als land rente die in een ander land aftrekbaar is, hier gaat vrijstellen, is volstrekt over de top.’

Deze politieke houding stoort ook Obama. De Amerikaanse president is het Nederlandse belastingklimaat meer dan beu. In een felle persconferentie op 4 mei 2009 zei hij het niet langer te tolereren dat Amerikaanse bedrijven hun winsten wegsluizen via buitenlandse belastingparadijzen. Op een lijst die het Witte Huis naar buiten bracht, prijkte Nederland tussen Ber muda en Ierland. Minister Bos en zijn staatssecretaris De Jager waren ‘not amused’. Op een met spoed ingelaste persconferentie wezen ze, zij aan zij gezeten met op de achtergrond de Nederlandse vlag goed zichtbaar, alle kritiek ferm van de hand. Bos vond dat Nederland ‘om volstrekt onterechte redenen’ op het lijstje stond. ‘Dat beeld moet verdwijnen. Nederland is altijd volstrekt transparant en fair geweest in het feit dat wij aan kop staan met ons fiscaal beleid,’ zei hij nogal dubbelzinnig. Kort daarna schrapte het Witte Huis na diplomatiek overleg de gewraakte passage waarin de drie landen genoemd werden. Over de motivatie van de Amerikaanse geste blijft het speculeren.

Nederland deed zijn uiterste best het geschonden imago op te poetsen. In zijn zogeheten Sinterklaasbrief van 5 december 2009 kondigde De Jager enkele maatregelen aan. Niet veel later viel het kabinet en werd het fiscale dossier op de lange baan geschoven. In de jaren daarna laaide de discussie af en toe op, maar er veranderde niets.

Helersfooi

Juni 2011. Het door de PVV gedoogde kabinet van de VVD en het CDA is aan de macht. De linkse oppositie gaat fel tekeer in een Kamerdebat. ‘Natuurlijk stond Nederland niet voor niets op het lijstje van Obama,’ roept GroenLinks-Kamer lid Bruno Braakhuis. ‘Nederland is een belastingparadijs.’ Ons verdragennetwerk wordt op grote schaal misbruikt om belasting te ontwijken, aldus Braakhuis. Hij dient een motie in waarin hij de regering oproept bij nieuwe belastingverdragen te onderzoeken of ontwikkelingslanden er de dupe van zijn. Mede -ondertekenaar is Ed Groot, fiscaal woordvoerder van de Partij van de Arbeid. Die zet zijn handtekening onder nog twee moties. Een die het kabinet oproept om bedrijven te verplichten land-per-land verslag te doen van omzet, winst en belasting, om zichtbaar te maken of ‘fiscale constructies ten koste gaan van bepaalde landen’. En een die de regering vraagt de definitie van de OESO van belastingparadijs overboord te gooien en er zelf een te maken. Want de ‘slappe OESO-definitie’ is ‘een lege huls’ volgens welke er in de wereld in het geheel geen belastingparadijzen bestaan, vindt Groot.

Bron: CCFD Terre Solidaire

Februari 2013. Dezelfde Ed Groot stemt voor een motie van PVV-Kamerlid Roland van Vliet die de regering verzoekt de kwalificatie van Nederland als belastingparadijs te verwerpen. Groots partij zit inmiddels met de VVD in de regering. Hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen valt de sociaaldemocraat er fel op aan in een column in Het Parool. Volgens hem is Nederland een ‘fiscaal walhalla’ waar ‘onbevattelijk grote geldstromen’ doorheen lopen. Daar verdienen we ‘een helersfooi’ aan, die wordt ‘binnen geharkt door ongeveer duizend moreel gelobotomiseerde advocaten en fiscalisten’.

Ed Groot. Foto: Peter Brom/ANP

De in zijn kuif gepikte PvdA-politicus verweert zich in een opiniestuk in dezelfde krant: ‘Nederland voldoet aan alle OESO-eisen voor internationale informatie-uitwisseling.’ Zijn conclusie: ons land is écht geen belastingparadijs. En dat op basis van de definitie van de OESO die hij twee jaar eerder nog afdeed als een lege huls. Met zijn eerdere motie uit 2011 zou hij niet hebben willen zeggen dat Nederland volgens een scherpere definitie wél een belastingparadijs zou zijn, reageert Groot nu. ‘Dat heb ik ook tijdens mijn oppositieperiode nooit beweerd.’

‘Ed Groot was vanuit de oppositie altijd heel kritisch,’ zegt onderzoeker Rodrigo Fernandez. ‘Maar nu zijn partij in de coalitie zit, volgt hij simpelweg de lijn van het kabinet.’ Iedere keer gebeurt het opnieuw, raast Fernandez verder. Zodra de PvdA deelneemt aan het kabinet, voegt de partij zich naar de fiscale belangen van het ministerie van Financiën. Zijn verklaring: ‘Het is een zeer complex, technisch thema waar haast niemand verstand van heeft. Je gaat je als politicus toch ook niet bemoeien met de werking van een kernreactor? Politici volgen het alleen op hoofdlijnen. En als er al een van hen kritiek heeft, moet hij het hele gevecht aangaan met een enorme bubbel van mensen die allemaal expert en professor zijn en dezelfde mening hebben.’

Nestbevuiler

Staatssecretaris Frans Weekers (VVD) is dat in elk geval niet van plan. Als het aan hem ligt, noemt niemand Nederland meer een belastingparadijs. Wie dat woord in de mond neemt, is een nestbevuiler, zegt hij als hij de motie daarover van PVV’er Roland van Vliet omarmt. Eurocommissaris Neelie Kroes, nota bene van Weekers eigen partij, trekt zich daar niets van aan. ‘Nederland is een belastingparadijs. Het is een publiek geheim dat wie het hier handig aanpakt, weinig winstbelasting betaalt. En nog legaal ook. Het huidige stelsel werkt opportunisme in de hand,’ schrijft ze in een opiniestuk in Het Financieele Dagblad.

‘We zitten in een crisis en kunnen het ons nu niet permitteren om dit economische voordeel weg te nemen’

Een reactie blijft uit. Maar Weekers haalt opgelucht adem als in juni een langverwacht rapport van onderzoeksbureau SEO verschijnt. Het is gemaakt in opdracht van lobbyclub Holland Financial Centre. Volgens de onderzoekers leveren brievenbussenfirma’s de Nederlandse schatkist jaarlijks drie miljard euro en achtduizend banen op. De staatssecretaris concludeert dat Nederland significant voordeel heeft van onze financiële dienstverlening. En bovendien: ‘We zitten in een crisis en kunnen het ons nu niet permitteren om dit economische voordeel weg te nemen. We kunnen die banen niet missen.’ Staatssecretaris Weekers heeft de Kamer beloofd na de zomer met een officiële kabinetsreactie op het SEO-rapport te komen.

Intussen zwelt de kritiek op het rapport aan. De rekenmethode waarop het aantal banen is gebaseerd, deugt niet. En de baten zijn wel in kaart gebracht, maar de kosten niet. ‘Daar wordt met geen woord over gerept,’ zegt Fernandez. ‘Het is actie-reactie. Doordat Neder land op deze manier te werk gaat, volgen andere landen dat patroon. Nederlandse multinationals doen precies hetzelfde in het buitenland als wat buitenlandse bedrijven hier doen. Daardoor verliest Nederland ook veel belastinggeld aan het buitenland. De kosten van belastingontwijking in Europa worden op 150 miljard geschat. Als je kijkt naar het aandeel van Nederland in de Europese economie, dan is alleen al dat bedrag groter dan drie miljard.’

Ook ontwikkelingslanden zijn zwaar de dupe, benadrukt Fernandez. De Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), waar hij ook aan verbonden is, berekende dat die landen jaarlijks 700 miljoen mislopen door het Nederlandse verdragenstelsel. ‘Die verdragen worden ten gunste van de bedrijven afgesloten,’ zegt Giuseppe van der Helm, voorzitter van Tax Justice, een netwerk van acht maatschappelijke organisaties. ‘Dat is op zich niet verkeerd, we zijn een handelsland en een doorvoerland. Alleen worden die verdragen misbruikt. Mongolië heeft nu als eerste het verdrag met Nederland opgezegd. Dat had al vóór het tekenen van dat verdrag een Canadese investeerder binnengehaald, maar hield daar sindsdien bijna niets aan over, omdat het allemaal via Nederland liep.’

Jaap Zwemmer, emeritus hoogleraar belastingrecht, zegt ook dat er op zich niets mis is met het Nederlandse verdragenstelsel. ‘De verdragen zijn bedoeld om dubbele belastingheffing te voorkomen door bronheffingen zoveel mogelijk te vermijden. Met instemming van de betrokken landen worden ze daarom veelal tot nihil teruggebracht. De bronheffingen hebben niets met inkomen of vermogen te maken. Het zijn sluisjes op uitgaande geldstromen, extra heffingen op dividenden, rentes en royalty’s die het land verlaten nadat winstbelasting is betaald.’ Alleen worden die verdragen soms door brievenbusfirma’s misbruikt, zegt de oud-professor van de Universiteit van Amsterdam. En daar wordt te weinig aan gedaan. ‘Het is niet in het belang van de fiscus om dat allemaal aan te pakken.’ Want dan jaagt de Belastingdienst de brievenbussen ons land uit en zijn we de drie miljard weer kwijt.

‘Geld zoekt altijd de weg van de minste fiscale weerstand’

‘Geld zoekt altijd de weg van de minste fiscale weerstand,’ zegt Zwemmer. ‘De enige oplossing is internationale afspraken maken over belastingheffing. Maar dat kun je wel vergeten. Daarover wordt tot sint-juttemis gesproken, maar intussen gaan de landen vrolijk verder en is niemand bereid iets van zijn fiscale soevereiniteit op te geven. De storm steekt nu even op, maar gaat straks ook weer liggen.’

Afgelopen maand lanceerde de OESO, een internationaal economisch samenwerkingsverband, een actieplan om belastingontwijking aan te pakken. Maar de lidstaten moeten de voornemens nog goedkeuren en de komende jaren verder uitwerken. Ook kan de OESO de maatregelen niet afdwingen, dat moeten de landen zelf doen. Kortom, het afbreukrisico is groot. Bovendien is het ‘onacceptabel’, zegt Van der Helm, dat de ontwikkelingslanden ‘waar de schade het grootst’ is, niet betrokken zijn bij het plan.

Een van de afspraken die de internationale gemeenschap volgens hem en Zwemmer nodig zou moeten maken, is country-by-country-reporting van belastingbetalingen. ‘Het is een schande dat dit nog niet verplicht is,’ aldus Zwemmer. ‘Maar bedrijven zijn kennelijk machtig. Ze hebben er geen belang bij daarin inzicht te geven en komen daar nog steeds mee weg.’

De Europese Unie heeft country-by-country-reporting vooralsnog afgewezen. Bij de laatste Europese top over belastingontwijking heeft premier Rutte duidelijk gemaakt dat Nederland alleen eventueel bereid is de brievenbusfirma’s aan te pakken als er internationale overeenstemming is. ‘Als we wereldwijd of Europees komen tot nadere afspraken over belastingen, dan zal Nederland altijd positief meedenken en ook altijd rekening houden met de eigen concurrentiepositie.’

Giuseppe van der Helm van Tax Justice: ‘Dat is de lamlendigheid ten top en weinig ethisch. Hij moet júíst het initiatief nemen. Actief lobbyen voor country-by-country-reporting. Alle belastingverdragen nog een keer doornemen vanuit het perspectief van de ontwikkelingslanden. En hij kan checken of brievenbusmaatschappijen wel substantie hebben. Natuurlijk hoeft hij het niet in zijn eentje te doen. Maar dat betekent niet dat hij achterover mag leunen en zeggen: ik kom wel uit mijn stoel als de wereldvrede is getekend.’

Bron: VrijNederland

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties