27 C
Willemstad
• dinsdag 19 maart 2024

CC | Marnix College and Albert Schweitzerschool pioneering as the first ‘language friendly schools’ in Curaçao

WILLEMSTAD - The Marnix College and Dr. Albert Schweitzerschool have achieved a remarkable milestone by becoming the first schools in Curaçao to receive the designation of 'Language...

NU | Ajacied Martha opgenomen in eerste selectie Advocaat als bondscoach Curaçao

Ar'jany Martha is vrijdag (lokale tijd) opgenomen in de eerste selectie van Dick Advocaat als bondscoach van Curaçao. Vitesse-doelman Eloy Room keert terug in het keurkorps, nadat...

Opinie | Illusies, verknopingen, een natte droom en luchtkastelen op Curaçao

Jan Huurman WILLEMSTAD – Tijdens een recente bijeenkomst van de Antillenkring deelde Jan Huurman, voormalig Inspecteur Volksgezondheid, zijn inzichten over Curaçao na vijf jaar afwezigheid. Met een focus...

NTR | Internationale vrouwendag: ‘balans houden is niet makkelijk’

Marit Severijnse In het kader van internationale vrouwendag werd op Bonaire een conferentie gehouden met als thema een gebalanceerde levensstijl. “Ook al is Bonaire een eiland waar alles op...

CC | Ministry of Finance reaches agreement with Capriles Clinic

WILLEMSTAD - The Ministry of Finance has reached an agreement with the Capriles Clinic, as announced by the ministry. The operational costs will be covered by this...

DH | Alida Francis to become Governor of St Eustatius

ST.EUSTATIUS -- Government Commissioner Alida Francis is to become the next governor of Statia in the coming months. The state secretary of kingdom relations and digitisation Alexandra van...
- Advertisement -spot_img

Telegraaf | Curaçao is getier uit Nederland beu: ’Nog nooit een luie Antilliaan in mijn keuken ontmoet’

HomeMediaTelegraaf | Curaçao is getier uit Nederland beu: ’Nog nooit een luie...

Edwin Timmer

Chefkok Henk Scherpenhuysen van het Kunuku Aqua Resort bereidt warme maaltijden voor stichting Help Curaçao @ Telegraaf

Curaçao is radeloos. Uitgeput als een patiënt op de IC-afdeling ligt de eiland-economie erbij. Klap na klap kregen de bevolking en de regering-Rhuggenaath de afgelopen jaren te verwerken. Tot corona opdoemde als een onneembare muur. „Wat moet ik dan? Stelen in de supermarkt voor mijn vijf kinderen?”

Raichel Sintjacoba geldt als Antilliaanse engel op Curaçao. Roepend en gebarend hangen forse mannen uit hun auto zodra ze hem zien. Ook kleine kinderen in de wijk Brievengat lachen hem toe. Op de achterbank van zijn auto staan ingepakte warme maaltijden, waarmee de dertiger vlak na het middaguur aan zijn ronde begint. Niet om te verkopen, maar om uit te delen.

„De armoede is niet nieuw. Maar er zijn nóg meer mensen in verzeild geraakt. Ik heb een wachtlijst van wel duizend adressen.”

Eten van het Rode Kruis

Om het apart verpakte voedsel, betaald door het Rode Kruis, rechtop te houden, rijdt Sintjacoba voorzichtig over de droge ongelijke straten. Hij draagt een baseball cap met ’I love Curaçao’, een ringbaardje en een blauwe polo van de stichting ’We Believe – Kids Foundation Curaçao’. Zeven jaar geleden startte hij voor vijftien koters een naschoolse opvang.

„Voor een maaltijd, hulp bij het huiswerk en sport. Om ze even te laten proeven van een gewoon leven. Want dat hebben de meesten, van wie hun moeder amper inkomen heeft, niet.”

Inmiddels zitten er 250 kinderen in het naschoolse programma. Het bezorgde Raichel Sintjacoba in 2018 een nominatie voor het Appeltje van Oranje van het Oranje Fonds. Geen verkiezing gaat voorbij of politieke partijen proberen hem voor hun lijst te verleiden. Maar het gaat de eilandbewoner niet om roem. Hij doet wat zijn ouders altijd deden: het huis openzetten voor de jeugd.

De maaltijden, georganiseerd door de stichting Help Curaçao, bereiken vijfhonderd hulpbehoevenden per dag. Voor de rit geeft stichtingvoorzitter Denice Bezemer één tip: ’bereid je een beetje voor op wat je gaat zien’.

Leven tot stilstand gekomen

De Caribische zon is dezelfde als altijd: verblindend mooi en loeiend heet. Maar wie Curaçao iets beter kent, merkt ook de veranderingen.

En dan niet de zwartgeblakerde roetvlekken op de weg, die stil getuigen van de rellen en brandstichtingen van vorige week. Maar de echte, structurele wijzigingen, die zwijgend vertellen: het leven op dit grootste Caribische eiland uit het Nederlandse Koninkrijk is met een dreun tot stilstand gekomen. Knock-out, na een ongelijke strijd.

„Een luie Antilliaan? Die heb ik in mijn keuken nog nooit ontmoet.” @ De Telegraaf

Op vliegveld Hato, waar het eerste KLM-vliegtuig met toeristen sinds de lockdown op een waterdouche wordt getrakteerd, zijn geen vliegtuigen meer te bekennen van de ooit regionale trots Insel Air. Op weg naar Willemstad missen de zwarte roetwolken, die steevast boven raffinaderij Isla hingen. Honderd jaar na de bouw door Shell is de olie definitief gestopt met stromen. En aan een aanlegplaats bij Willemstad ligt weliswaar een enorm cruiseschip, maar dit keer niet om rijke toeristen uit te spuwen, maar om er leeg en roerloos de crisis uit te zitten.

Verschrompeling van inkomen

„Het ging al vijf jaar slecht”, zegt Rob van den Bergh, een econoom die ruim dertig jaar op het eiland woont. „In totaal was er al een krimp van acht procent.”

Nu verwacht het IMF een verschrompeling van nog eens een kwart van het gezamenlijke eilandinkomen. „Mijn grote zorg is: hoe lang absorberen bedrijven deze klap? Wat kan de overheid doen om ze overeind te houden? Want niemand wil het allerzwartste scenario: een domino-effect waarbij het ene na het andere omvalt.”

Ook Nederland verliest banen door corona. Na de eerste golf lag het werkloosheidscijfer op 3,6 procent. Maar op Curaçao gaat het nu richting een onbevattelijke 50 procent. De helft van de beroepsbevolking. Het is een optelsom. Luxe resort Santa Barbara stopt: 300 ontslagen. Insel Air failliet: ooit honderden medewerkers. Raffinaderij Isla zonder overnamekandidaat: 500 man op straat.

En dan nog alle kleinere bedrijven die contracten niet verlengen en arbeiders laten afvloeien.

Zo verloor Jeanelly haar baan bij supermarkt Mangusa. Het bedrijf weigerde haar tijdelijke dienstverband tijdens de lockdown te verlengen. Met drie kinderen woont ze bij haar moeder en een ander familielid. „Ik zoek overal naar werk”, zegt de twintiger, als ze in een buurthuis warme maaltijden ophaalt. „Maar er is niets.” Uitzicht op een eigen huis evenmin. Terwijl ze niets liever wil: want thuis is het niet veilig. Op een filmpje toont ze hoe een ander familielid een klein kind – één van haar zonen – aftuigt.

Frustratie

„Er is zoveel woede, zoveel frustratie”, vertelt Sintjacoba. Al voegt hij er meteen aan toe dat hij de vernielingen van vorige week, na de demonstratie van de vuilnismannen, niet goedkeurt. Bij een achterafstraatje stapt hij uit de auto en grabbelt op de achterbank zes maaltijden bij elkaar. Al balancerend loopt hij met het geurende voedsel – aardappelpuree, kip en groente – naar een eenvoudige woning. Silviën, een fitte Antilliaanse vrouw in legging en een roze shirtje, opent het hek.

Als ze aan de keukentafel begint te praten, klinkt er geen Antilliaans accent. Maar vlekkeloos Nederlands. Silviën is geboren in Rotterdam en kwam pas zeven jaar geleden naar het eiland. Altijd heeft ze gewerkt. Eerst als schoonmaakster, later in het toerisme. Veel sparen lukte niet, maar het ontbrak haar vijf kinderen nooit aan iets. Tot de lockdown. „Ik zat in mijn proeftijd bij TUI en raakte mijn baan kwijt. Mijn partner, die altijd overal klusjes deed, kon evenmin nog aan de slag.”

Sindsdien stapelen de rekeningen zich op. Huur, water, internet, stroom. „Ik heb echt geen idee meer hoe te betalen”, zegt ze vertwijfeld. Als ze vertelt over de uitzichtloze situatie, die ze zich voor vertrek uit Rotterdam nooit had kunnen voorstellen, veegt ze continu haar tranen weg, zonder dat het snikken overheerst. Ze wil positief blijven. Maar hoe? Van de overheid is ze niet onder de indruk. „Tijdens één bezoek kreeg ik cornflakes, rijst en nog wat. Genoeg voor twee dagen. ’We komen vaker’, zeiden ze. Ik heb ze nooit weer gezien. Zonder die warme maaltijden waren mijn kinderen uitgemergeld.”

„De armoede is niet nieuw. Maar er zijn nóg meer mensen in verzeild geraakt. Ik heb een wachtlijst van wel duizend adressen.” @ De Telegraaf

Het is het Kunuku Aqua Resort, een familiehotel en zwemparadijs, waar de maaltijden vandaan komen. Terwijl chef-kok Henk Scherpenhuysen en collega’s normaal de lekkernijen prepareren voor toeristen, koken ze nu voor een eiland in crisis. Scherpenhuysen ontsnapte zelf nog aan corona in Brabant: „Ik vierde carnaval in Oss en mét een groepje Italiaanse vrienden”, grijnst hij. Terug op Curaçao volgde, ook zonder besmetting, alsnog de klap. „In december zaten we hier met ruim zeshonderd gasten. Eind maart was alleen het personeel nog over. Alsof de wereld was vergaan.”

Getier uit Nederland

Met sociale media is Scherpenhuysen gestopt. Hij is het getier uit Nederland over de eilanden beu. Dat alles ’corrupt zou zijn’ en dat er al ’zoveel geld naartoe gaat’. „Een luie Antilliaan? Die heb ik in mijn keuken nog nooit ontmoet.”

Nederland moet echt anders naar deze unieke crisis kijken, meent de kok. „Je kunt eisen stellen aan de regering, maar de bevolking moet nu wel geholpen worden. Curaçaoënaars zijn een trots volk. Er bestond al armoede, maar dat werd niet getoond. Maar nu, zo hoor ik overal, overspoelt het zelfs de middenklasse.”

Schril contrast

Econoom Van den Bergh vergeleek de maatregelen die de Nederlandse en de Curaçaose overheid treffen om het bedrijfsleven te helpen in coronatijd. Tegen de lange lijst uit Den Haag tekent het korte overzicht uit Fort Amsterdam schril af. Geen tegemoetkoming van vaste lasten, geen coulance met belastingen, geen overbruggingskredieten, en lagere salarissubsidies. Logisch misschien, want Curaçao heeft geen geld. Maar dan moet, zoals ook het IMF al stelde, het Koninkrijk bijlappen. „Voor betere maatregelen is gewoon Nederlands geld nodig.”

Elke dag speurt Silviën naar een uitweg. Hoe voorkomt ze huisuitzetting? Hoe krijgt ze eten op tafel? „Die onzekerheid vreet aan me. Echt, als ik de opgekropte stress voel, die bij veel meer eilandbewoners moet leven, dan vind ik dat we op dit eiland nog netjes omgaan met deze ellende. Soms denk ik wanhopig dat we het dan maar anders moeten oplossen, buiten de regels van de wet. Maar wat moet ik dan? Stelen in de supermarkt voor mijn vijf kinderen?” Op één vraag weet Silviën wel antwoord. Als ze de tickets had gehad, was ze vandaag nog teruggevlogen naar Nederland.”

Bron; Telegraaf

9 reacties

  1. Ai Tico Martina je lijkt op de witte Nederlander altijd negatief en overal waar elkaar tegen komt en met elkaar gaan praten hoe slecht het is met de ander want zij hebben het beter en meent dat hij de waarheid in pacht heeft! Wat is je oplossing? Om je kop in het zand te stoppen met alleen negatieve commentaar zijn we even ver. Triest….

  2. „Voor een maaltijd, hulp bij het huiswerk en sport. Om ze even te laten proeven van een gewoon leven. Want dat hebben de meesten, van wie hun moeder amper inkomen heeft, niet.”

    Daar ligt het nog grotere probleem. De Curacaose man. Vaak kladlopers en die maken kindjes overal. Helaas ide Curacaose vrouw dan niet meer snugger want de guy is dushi dus neemt ze een kind van hem terwijl ze weet dat hij overal kindjes heeft. En zo groeien veel jongeren op in 1 ouder gezin in armoede

  3. Ik blijf me verbazen over de vrouwen en meisjes van Curacao. Het lijkt of hun leven alleen draait om mannen en kinderen. Keer op keer dezelfde verhalen. Moeders in de 20. Geen eigen woning, woont in bij haar moeder of familielid. 3 tot 5 kinderen, vaders nergens te bekennen. Geen opleiding voltooid, geen relevante werkervaring en schulden. Dan de opmerking “ik heb nooit een luie antilliaan in mijn keuken ontmoet”. Neen dat klopt, want een lui persoon werkt niet en gaat ook niet in de keuken staan. Die wordt geholpen door Madrina en Padrino aan een ambtenaren baantje. Verder alle hulde voor Raichel. Hij doet wat kabinet Billenaath en clown vriendjes achterwege laten.

  4. Terwijl deze mensen creperen hebben we 5000-6000 ambtenaren op Curacao die dik verdienen. De meesten doen helemaal niks, drinken koffie en houden de boel juist tegen. Probeer een bedrijf te starten op Curacao. De aanmaningen en boetes vliegen je om de oren. De belastingdienst is geautomatiseerd en 1 dag te laat betalen meteen boetes stappelen zich op. Deurwaarder aan je deur. Curacao maakt haar eigen bedrijven kapot.

    Probeer te exporteren via Internet. Ontzettend moeilijk om een rekening te krijgen waarop je creditcards kunt accepteren. De overheid doet hier niks aan. De centrale bank doet er niks aan. De ambtenaren die uit hun neus zitten te peuteren zitten er op je vergunning. Het duurt ooh zoo lang om je zaken geregeld te krijgen.

    Dus het is niet gek dat er geen werk is. Want er is een groot ambtenarenapparaat dat dik verdient en niks oplevert. En de paar bedrijven die dit betalen worden kapotgemaakt.

    Curacao kan zo niet verder gaan. Dit zal leiden tot meer banenverlies en meer armoede.

    Dan praat ik nog niet eens over de innovaties die eraan zitten te komen in de wereld. Automatisering, artificial intelligence etc.

    De Curacaose overheid denkt alleen aan korte termijn zijn hand ophouden maar doet niks maar ook niks aan de structuur van de economie. Ze blijft hopen en leunen op een oude raffinaderij. Oude systemen. Vooral niet digitaliseren en efficienter worden die overheid. Vooral geen betere dienstverlening.

    Curacao zal als dit niet verandert nog armer worden. We hebben nog niks gezien. Als je niets produceert word je armer.

  5. Deze mensen hebben allemaal 3-5 kinderen en zijn in de twintig en dertig. Als ze voorbehoedsmiddelen hadden gebruikt hadden ze niet zoveel kinderen.

    Terwijl ze zitten te klagen dat er geen werk is zitten er 3 colombianen mijn huis te schilderen en mijn dag te repareren. Er is vuil op straat. Er is wel werk maar je moet het wel zien.

    Ze moeten eerst aan de pil en stoppen met kinderen krijgen. Daarna moeten ze rondkijken naar werk.

  6. ’Nog nooit een luie Antilliaan in mijn keuken ontmoet.’
    Nog nooit een hard werkende Antilliaan in het parlement ontmoet

  7. ’Nog nooit een luie Antilliaan in mijn keuken ontmoet.’

    De meeste restauranthouders die ik ken wel, maar jaaaaaaren geleden.

    Voordat ze hen snel vervingen door latinos, allemaal.

  8. ’Nog nooit een luie Antilliaan in mijn keuken ontmoet.’ Dat verdient wel enige nuancering, de meeste restaurants verdienen hun geld rond lunch en diner time dus het heeft weinig zin om werknemers voor 8 uur per dag op de payroll te hebben.

    Heel veel restaurants werken met o-uur contracten dus iedereen doet zijn uiterste best doen anders worden ze de volgende keer niet opgeroepen.

    ’Nog nooit een luie Antilliaan in mijn keuken ontmoet.’ Wilt iedereen in dit land een komediant zijn?

  9. Vraag bij de alinea: „Voor een maaltijd, hulp bij het huiswerk en sport. Om ze even te laten proeven van een gewoon leven. Want dat hebben de meesten, van wie hun moeder amper inkomen heeft, niet.”

    Heeft de vader ( of vaders) geen inkomen of een verplichting aan alimentatie?

    Begint het dan niet bij het opbouwen van een stevig sociaal stelsel dat leidt tot betere zorg voor kinderen? Begint het dan niet bij het innen van belastingen om dat stelsel in te richten?
    Begint het dan niet met het aftoppen van de hoogste salarisschalen om te investeren in een sociaal stelsel?
    Begint het dan niet bij goed onderwijs om te voorkomen dat deze situatie zich herhaalt? Immers: goed onderwijs leidt tot een inkomen hetgeen leidt tot onderdak en voedselvoorziening. Een autonoom land kent die verplichtingen. De nood van nu is door de hulp op korte termijn geregeld. Wat is de hulp op middellange termijn?

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties