WILLEMSTAD — Huishoudens krijgen binnenkort meer inzicht in de tariefopbouw van water en elektriciteit. De brandstofcomponent wordt in de toekomst ook op de nutsrekening vermeld. Dat kondigde Joao de Canha van Bureau Telecommunicatie Post en Utiliteiten (BTPU) vanochtend aan.
De toezichthouder van de energiesector werkt aan een formule om tarieven van water en elektriciteit transparanter te berekenen.
Via de zogenoemde fuel clausule kan Aqualectra de schommelende brandstofprijs maandelijks in de tarieven doorberekenen. Eind deze maand wordt de berekeningsformule bekendgemaakt.
De Aqualectra-tarieven zijn opgebouwd uit een vast gedeelte en een variabel gedeelte. Het variabele gedeelte is gerelateerd aan de brandstofprijs. De fluctuaties in de olieprijs zouden volgens Aqualectra moeten leiden tot periodieke tariefswijzigingen. De laatste tariefswijziging heeft in april vorig jaar plaatsgevonden. Toen besloot de regering om de energietarieven met 5 cent te verlagen. Vervolgens zijn de tarieven nooit aan de brandstofprijs aangepast.
De afgelopen maanden zijn de brandstofkosten voor het nutsbedrijf drastisch gestegen. Aqualectra-directeur Darick Jonis is onlangs met BTPU in gesprek gegaan, om het variabele deel van de tarieven aan de werkelijke brandstofprijs te koppelen. Dat heeft geleid tot de fuel clausule, die in de maak is. Morgen vindt de laatste vergadering over het thema plaats.
Twee maanden vertraging
De brandstofprijzen op Curaçao weerspiegelen de ontwikkeling van de prijs van een vat ruwe olie op de wereldmarkt met twee maanden vertraging. Dat stelde De Canha vanochtend tijdens een persconferentie. De persconferentie was belegd om de procedure van de maandelijkse tariefaanpassing toe te lichten.
De afgelopen weken ontving het Bureau vele telefoontjes van mensen, die de aanhoudende prijsstijging van diesel en benzine niet konden rijmen met de trend op de internationale markt. Overal daalt de brandstofprijs, maar op Curaçao stijgt de prijs van benzine met 11 cent. Onbegrijpelijk voor een leek, die de procedures van BTPU niet kent.
Op basis van de rekeningen die oliedistributeur Curoil aanlevert berekent BTPU de prijs.
“Het verzamelen van gegevens duurt een maand, vervolgens moeten de berekeningen ook gedaan worden. Dat neemt tijd in beslag”, aldus De Canha
. “De inkoopfacturen van bijvoorbeeld maart worden in april verwerkt, waarna de tariefaanpassing in mei zal plaatsvinden. Dat betekent dat de tarieven van mei gebaseerd zijn op de inkoopfacturen over de maand maart.”
De kans is volgens De Canha groot dat de tarieven volgende maand zullen dalen. In april daalde de gemiddelde prijs voor ruwe olie met 3 dollar ten opzichte van maart. Sinds juli 2011 wordt de prijs van brandstof maandelijks door BTPU aangepast.
De tarieven, die de consument moet betalen, bestaan uit:
– de aankoopprijs van brandstof,
– importbelasting,
– marge Curoil, accijnzen,
– omzetbelasting (tweemaal),
– overschot/tekort opbrengsten vanuit het verleden,
– kruissubsidie tussen gereguleerde brandstoffen en de dealer marge.
De gemeenschap draait nu ook op voor de voorfinanciering, die Curoil tussen januari 2011 en juni 2011 heeft gedaan.
Deze voorfinanciering moet in een periode van 60 maanden terug worden verdiend. Deze terugbetaling valt onder het tariefcomponent overschot/tekort. Daarin wordt ook het tekort of overschot dat de consument heeft betaald elke drie maanden berekend. Volgens De Canha is de consument met de gekozen procedure het voordeligst uit. Zo zijn er incentives ingebouwd, waardoor Curoil economisch inkoopt.
Bron: Amigoe