WILLEMSTAD — Vakbond SGTK, die opkomt voor de rechten van werknemers van aannemers op het Islaterrein, wil alle actoren in zijn cao-conflict om de tafel krijgen. SGTK-voorzitter Alcides Cova wil dat er zo snel mogelijk een oplossing komt voor het uitblijven van de salarisverhoging van 3 procent per 1 januari 2013 en nogmaals een verhoging van 3 procent per 1 januari van dit jaar. De vakbond maakt zich ook zorgen over het banenverlies in de sector.
Advertentie
De cao-afspraken over de salarisverhoging, die inmiddels tot 6 procent is gestegen, vloeien voort uit de afspraken die zijn overeengekomen tussen SGTK en aannemersvereniging AAV.
Maar de uitbetaling heeft tot nu toe niet plaatsgevonden, vanwege het niet nakomen van afspraken die de SGTK, AAV, overheid en de Isla-raffinaderij met elkaar zijn overeengekomen.
De vakbond stapte naar de rechter om AAV te dwingen tot uitbetaling over te gaan, maar werd door de rechter in het ongelijk gesteld, vanwege het niet-nakomen van afspraken vermeld in het protocol.
Sinds het vonnis van vorig jaar dringt SGTK er bij de overheid op aan om een oplossing te vinden voor het uitblijven van de verhoging.
Maar dit heeft nog niet tot resultaat geleid.
De komende dagen voert de vakbond gesprekken met vertegenwoordigers van de Directie Arbeidszaken en het Bureau van de Landsbemiddelaar.
Ook met de minister wil SGTK overleggen.
“Onze leden zitten al meer dan een jaar op een salarisverhoging te wachten. Die is al opgelopen tot 6 procent. Onze leden zijn gefrustreerd en boos. Ze zijn het wachten beu. Op het Isla-terrein is er nu sprake van veel spanning. We hebben tot nu toe onze leden rustig kunnen houden, maar hun geduld raakt op een bepaald moment ook op”, aldus Cova.
Volgens de SGTK-voorzitter moet er zo snel mogelijk een oplossing komen.
Cova krijgt bijval van Hensley Harms, de vicevoorzitter van SGTK, die benadrukt dat de strijd van de vakbond niet alleen gericht is op het realiseren van de loonsverhoging. Harms geeft aan dat de vakbond zich grote zorgen maakt over banenverlies in de sector.
Hij constateert dat in de sector al veertig mensen naar huis zijn gestuurd. Andere aannemersbedrijven hebben personeel met vakantie gestuurd.
“Wij maken ons grote zorgen over deze ontwikkeling. Terwijl mensen naar huis worden gestuurd en andere lokale werknemers thuiszitten, worden nieuwe buitenlandse werknemers ingevlogen, die gaan werken voor zogenaamde lokale bedrijven, die alleen maar een lokale directeur en een administratieve kracht van hier op de loonlijst hebben staan, om als lokale bedrijf te kunnen functioneren. Dit kan zo niet. De overheid en Staten moeten in actie komen. We hebben hier te maken met een kleine markt, die beschermd moet worden.”
De vicevoorzitter stelt niet tegen buitenlandse investeerders te zijn, maar benadrukt dat het niet zo kan zijn dat lokale arbeiders ontslagen worden en lokale bedrijven de deuren moeten sluiten, terwijl buitenlandse bedrijven goedkoper arbeid kunnen leveren, omdat zij geen sociale premies betalen en zich ook niet aan de cao houden. Harms eist een oplossing, blijft deze uit, dan sluit hij mogelijke acties niet uit.
bron: Amigoe
Advertentie