WILLEMSTAD — De aangespoelde olie bij het St. Marie Rif, na de olielekkage van afgelopen woensdag bij de Curaçao Oil Terminal (COT)/jetty 6 te Bullenbaai, zou niet van de huurder PdVSA afkomstig zijn, zo stelt de woordvoerder van de Isla-raffinaderij, Kenneth Gijsbertha.
“Wij zijn op locatie geweest en hebben een vorm van ruwe olie kunnen constateren die niet overeenkomt met de samenstelling van de gelekte olie bij jetty 6.”
Hij licht toe dat de olie die bij het lek vrijkwam vermengd was met water:
“Uit onze analyse blijkt dat het niet om dezelfde olie gaat. Wij zijn nu met een eigen onderzoek bezig waarbij wij ook zullen kijken wanneer er voor het laatst werd gewerkt met ofwel overslag heeft plaatsgevonden van deze vorm van ruwe olie die bij het rif werd aangetroffen. De olie die bij de jetty 6 vrijkwam is immers opgevangen en uit zee geruimd. We gaan er dan ook vanuit dat deze aangespoelde ruwe olie van een schip afkomstig moet zijn”
, aldus Gijsbertha.
Het onderzoek naar het tweede lek is nog gaande en wordt door de Haven Veiligheid Inspectie (HVI) uitgevoerd.
Oilspill-coördinator Rudsel Henriquez laat weten dat er monsters zijn afgenomen door zowel de Kustwacht als de Milieu Dienst.
Omdat het lek zich aan land voordeed zal de HVI naar aanleiding van het onderzoek een procesverbaal uitschrijven waarop het Openbaar Ministerie (OM) de veroorzaker kan beboeten.
“Men kan ervan uitgaan dat het procesverbaal binnenkort naar het OM gestuurd zal worden”
, aldus Henriquez.
Hij laat tevens weten dat men nog in afwachting is van de resultaten van de monsteranalyse van het olielek dat zich op 17 augustus voordeed.
De oilspill-coördinator laat tevens weten dat de olie die nu aan de kust van Rif St. Marie ligt niet verder verwijderd kan worden.
“Dit was al het geval bij de vorige oilspill. Men ziet sowieso zwarte stukken rif waar de zee ruw is waar men niet bij kan komen. Waar men bij kon is gedurende de schoonmaakwerkzaamheden aangepakt. Tijdens de inspectie na het tweede lek kon men niet per definitie stellen dat er sprake was van duidelijk verschil in vervuiling. Wat zwart was blijft ook nu zwart”
, aldus Henriquez.
Aangezien het lek van land afkomstig is valt het onder een verouderde wetgeving (uit 1936) waarvoor er slechts een boete van 5000 gulden kan worden opgelegd en bij herhaling maximaal 10.000 gulden.
Als een lek van een schip afkomstig blijkt te zijn valt het onder de autoriteit van de Maritieme Autoriteit van Curaçao (MAC) die wel de mogelijkheid heeft om miljoenenboetes op te leggen.
Op de vraag of de MAC in deze fase bij het onderzoek betrokken is naar aanleiding van de uitspraken van Gijsbertha dat de olie mogelijk van een schip afkomstig zou zijn, luidt het antwoord als volgt:
”Wij zijn vooralsnog niet door de HVI met dit vermoeden benaderd en dus ook niet betrokken bij het onderzoek. De uitspraken van de heer Gijsbertha zijn voor zijn eigen rekening”
, aldus MAC-directeur Jan Sierhuis.