Willemstad – ‘Applaus voor zijn getoonde moed’, schrijft MFK-Statenlid Gilbert Doran over zijn partijgenoot premier Gilmar Pisas. ,,De minister-president heeft naar de stem van het volk geluisterd, naar de deskundigen en naar bepaalde parlementariërs, door tegen Nederland te zeggen: ‘Dit Coho is onacceptabel’.”
Dat stelt een ‘verheugde’ Doran, die naar eigen zeggen ‘één van de weinigen was ’die zich verzette tegen het wetsvoorstel voor een rijkswet Caribische hervormingsentiteit zoals deze nu is geformuleerd.
In het afgelopen weekend werd het voor Doran duidelijk dat Pisas een formele brief heeft gestuurd naar de Nederlandse staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties, waarin wordt aangegeven dat er geen meerderheid in de Staten van Curaçao is voor het Coho en dat nog bepaalde aanpassingen nodig zijn.
De brief is overigens al van 28 maart, van twee weken terug, en Pisas heeft het parlement hierover (nog) niet ingelicht. De brief lekte uit in de media, die er vervolgens verslag van deden waardoor Statenleden er kennis van konden nemen.
Ook Doran noemt de consensusrijkswet zoals die al op 11 februari naar de parlementen is gestuurd ‘autonomie-ondermijnend’, een term die ook de regering richting Van Huffelen gebruikt. ,,We hebben jarenlang gevochten om vrij te zijn in doen en denken, het is dus onaanvaardbaar dat deze rechten ons uit handen worden genomen om het bestuur van ons land aan anderen over te laten.”
Doran stelt in een communiqué nazaat te zijn van de slavernij; dat er hard is gestreden om op een dag vrij te zijn, en er daarom vandaag niet voor gekozen kan worden om zich ontbloot en met de handen vooruitgestoken weer geboeid over te geven en zich weer tot slaaf te laten maken. Om die reden heeft hij zich, stelt hij, al die tijd luidkeels verzet tegen het Coho.
Daarom ook roept het MFK-Statenlid op ‘om op te staan en met kracht te applaudisseren voor onze minister-president’, voor wie hij zijn bewondering niet verschuilt. ,,Vandaag, nog meer dan gisteren, herkennen wij jouw liefde voor je vaderland en je visie als ferme en vastbesloten leider die je al vanaf het begin toonde te zijn.”
Bron: Antilliaans Dagblad