WILLEMSTAD — Volgens de Census 2011 leeft 25,1 procent van de huishoudens op Curaçao onder de armoedegrens. Dat is minder dan bij de vorige twee onderzoeken.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS heeft nieuwe informatie uit de Census gepubliceerd. Ditmaal gaan de cijfers over inkomensverdeling en armoede.
In 2001 was het aantal huishoudens dat onder de armoedegrens leeft nog 33,7 procent, in 1992 was dit 36,8 procent, aldus het CBS.
“Toch blijft het probleem van de armoede op basis van de gebruikte indicatoren op Curaçao groot. Nog steeds is een kwart van de huishoudens als arm te typeren”, zo meldt het bureau in een persbericht.
Risico
Volgens het CBS is er een duidelijke relatie tussen bepaalde sociaal-economische factoren en de kans om onder de armoedegrens te vallen. Er zijn diverse risicofactoren: huishoudens waar een vrouw aan het hoofd staat hebben tweemaal zoveel kans (35 procent versus 17 procent) om arm te zijn dan wanneer een man het gezinshoofd is. Vooral huishoudens waarvan het hoofd werkzoekend is lopen gevaar in armoede terecht te komen (67,4 procent).
Ook in het geval het hoofd van het huishouden economisch niet actief is – in deze groep zitten veel ouderen – is er een grotere kans (36,3 procent) om onder de armoedegrens te komen.
Andere kwetsbare groepen zijn huishoudens waarvan het hoofd afhankelijk is van de AOV als bron van inkomsten, of van een onderstanduitkering. Respectievelijk 46,6 procent (AOV) en 82,3 procent (onderstand-uitkering) van deze huishoudens valt onder de armoedegrens. Huishoudens waarvan het hoofd slechts een lagere schoolopleiding heeft gevolgd, hebben 41,9 procent kans om in armoede te vervallen. Een betere opleiding vermindert de kans op armoede drastisch.
Middenpositie
Op basis van de cijfers uit de zogenoemde ‘quintielen-analyse’ van het CBS kan geconcludeerd worden dat in de afgelopen tien jaar zowel de arme als de rijke groepen een betere positie gekregen hebben, terwijl de middeninkomensgroepen hebben ingeleverd, zo meldt het CBS verder.
Bij de quintielen-methoden worden alle huishoudens in volgorde van laag naar hoog inkomen gerangschikt in vijf groepen van gelijke aantallen huishoudens. Ieder quintiel bevat 20 procent van alle huishoudens.
“In 2011 ontving 20 procent van de huishoudens met het laagste inkomen slechts 5 procent van het totale inkomen van alle huishoudens. De 20 procent van huishoudens met het hoogste inkomen ontvangt daarentegen 48 procent van het totale inkomen op Curaçao. De groep rijke huishoudens beschikt daarmee over 9,5 maal zoveel inkomen als de groep arme huishoudens. Dit cijfer is de zogeheten rijkdom-armoede indicator. In 1992 was deze indicator 10,6 en in 2001 was de waarde hiervan 11,4.”
Zo legt het CBS uit.
“Ter vergelijking: voor enkele andere landen in de wereld is deze zogenoemde rijkdom-armoede indicator als volgt: Mexico 10,8 (2010), Suriname 17,8 (1999), Colombia 20,1 (2010), Nederland 5,1 (1999) en de VS 8,5 ( 2000). Curaçao neemt daarom internationaal gezien een middenpositie in.”
Bron: Amigoe