28 C
Willemstad
• vrijdag 29 maart 2024

Extra | Journaal 28 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Wednesday, March 27, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 27 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, March 26, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 26 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, March 25, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

Memorandum of Understanding is een politiek document

HomeMediaMemorandum of Understanding is een politiek document
Edgar Leito: Memorandum of Understanding is een politiek document
Edgar Leito: Memorandum of Understanding is een politiek document

In het najaar van 1985 had Curaçao een race in de Formule-2. Ik herinner me van die race zelf niet veel, maar wel van twee reporters.

De ene vertelde dat een van de wagens met zo’n harde klap gecrasht was dat het stuur was afgebroken.

Hij wist kennelijk niet dat het stuur van deze racewagens demontabel. De tweede reporter was een Venezolaan, ik noem hem Pedro. Of hij wel iets van racewagens wist, weet ik niet.

Ik weet wel dat hij onzin praatte over de Isla-deal tussen de Antilliaanse regering en PDVSA. Pedro zei namelijk op de Venezolaanse tv tijdens een shot met de Isla in beeld: “Kijk, onze raffinaderij”. Ik moet nog dagelijks aan Pedro denken.

Dat Pedro onzin uitkraamde, betekent niet dat hij geen gelijk kreeg. We kunnen ons sinds 1985 immers afvragen van wie de Isla nu eigenlijk is. Van Curaçao, van ons dus, of van PDVSA en dus van Venezuela. Op papier is hij van ons. In de praktijk doet Venezuela echter al dertig jaar of hij van Venezuela is. En wij doen dat ook. Er is immers sinds 1985 geen regering geweest die PDVSA heeft gewezen op haar verplichtingen die in diverse lease agreements zijn bepaald inzake onderhoud en milieunormen. Geen enkele regering sinds 1985 heeft ooit het gezag op Curaçao van de Antlliaanse, en nu Curaçaose, wetten over PDVSA en dus over de Venezolaanse regering, durven of willen stellen. Ook niet nadat PDVSA in de ene na de andere rechtzaak in het ongelijk werd gesteld en slechts aan een vernietigend oordeel kon ontkomen door, naar het oordeel van de rechter, een vormfout van SMOC.

Vormfouten nemen echter geen giftige uitstoot weg en er was geen enkele regering die Isla aan de wettelijk bepaalde hindervergunning hield om zo de gezondheid van 20.000 mensen te beschermen. Niet nadat uit onderzoek is gebleken dat van de 35 miljoen NAF die we aan huur ontvangen, 23 miljoen opgaat aan de extra medische kosten waarmee Isla ons belast, en ook niet nadat is vastgesteld dat jaarlijk achttien mensen vroegtijdig overlijden door giftige uitstoot.

Dertig jaar later moeten we dus zeggen: Pedro, je praatte onzin, maar WIJZELF zorgden ervoor dat je gelijk kreeg. Venezuela zwaait hier de scepter en wij reageren, om in olieterminologie te blijven, als een ja-knikker. Ook de regeringen die nos mes por hoog in het vaandel hebben.

De Venezolaanse dominantie betreft niet alleen de oliesector maar ook de luchtvaart en de daarmee verbonden belangen van de toeristenindustrie. CADIVI, een andere Venezolaanse overheidsinstantie die zowel aangestuurd als beheerd wordt door de Venezolaanse regering, blijft immers al jaren achtereen in gebreke bij het voldoen aan de verifieerbare en legitieme schuldverplichting van Venezuela aan de airlines van Curaçao (en Aruba), met als gevolg een faillissement van het Curaçaose DAE, een dreigend faillissement van het Arubaanse Tiara en een daamee samenhangend verlies aan arbeidsplaatsen en airlift. En de Curaçaose regering onderneemt niets tegen dit wangedrag van CADIVI dat in volkenrechtelijk opzicht is te kwalificeren als een wanprestatie van de Venezolaanse overheid in een internationale overeenkomst. Ja en amen.

Mijn mening over de Isla zelf is bekend. Al sinds 2009 wijst MSi erop dat het vanwege de volksgezondheid en vanwege de noodzaak van nieuwe economische perspectieven gezien de bizar hoge (jeugd)werkloosheid, verstandig zou zijn om het raffinagetijdperk te beeindigen en voor de periode na 31 december 2019 – wanneer het contract met PDVSA afloopt – geen nieuw contract af te sluiten, noch met PDVSA , noch met een andere olie-international. De tien jaar tussen 2009 en 2019 zouden moeten worden benut voor onderzoek naar en waar dat al mogelijk is, implementatie van nieuwe economische activiteiten op het terrein van Isla waarbij rekening wordt gehouden met milieu en werkgelegenheid.

Inmiddels heeft de politiek zich hierover gebogen en dat werd tijd ook, want van de tien jaar potentiele voorbereidingstijd voor nieuwe initiatieven die we in 2009 nog hadden, liet de overheid zowat de helft onbenut passeren. Eindelijk dan, op 22 augustus 2013 liet de overheid van zich horen: de regering besloot met unanieme steun van de Staten tot een twee- sporenbeleid rond de Isla.

Het eerste spoor is doorgaan met de olieraffinage en in dat kader werd besloten tot een plan de campagne dat moet leiden tot (a) dusdanige upgrading van Isla dat het bedrijf qua productiewijze en producten, ook ecologisch, aan de moderne internationale maatstaven en normen voldoet en (b) onderhandelen met een of meer strategische partners over een contract met voldoende profijt voor Curaçao; dit omdat RdK/Curaçao financieel niets zal bijdragen aan de 2 miljard USD van de upgrading.

Het tweede spoor gaat uit van de mogelijkheid dat het eerste spoor doodloopt. Om daarop voorbereid te zijn, wordt reeds gestart met verkenning van mogelijkheden tot economische herbestemming van de Isla-terreinen.

Over dit twee-sporenbeleid zelf, en met name over het onbenul erachter, valt veel te zeggen, maar de actualiteit legt beperkingen op. Die actualiteit is dat er thans een concept-Memorandum of Understanding ligt om door RdK en PDVSA te worden getekend. Het opmerkelijke feit mag niet onvermeld blijven dat alhoewel de overheid besliste tot onderhandelingen met een of meer strategische partners, er nu als enig MOU het MOU met PDVSA voorligt, terwijl dit bedrijf al lang geleden heeft aangegeven niet bereid te zijn tot investeringen. Dan nu het MOU zelf.

Het MOU zou een mooie aanleiding zijn voor de Curaçaose overheid om de autonome status gewicht te geven en voor eens en altijd de onderdanigheid waarmee Venezuela dertig jaar lang werd benaderd af te leggen en de Curaçaose belangen klip en klaar te profileren. Het MOU is echter van de eerste letter tot de laatste punt zo volstrekt conform de geest van reporter Pedro, dat wel duidelijk is dat de Venezolaanse wil tot dominantie en het ja-knikken als reflex daarop beide nog springlevend zijn.

Het MOU staat bol van frasen over Curaçaose belangen, het wederzijdse belang van de Curaçaos-Venezolaanse betrekkingen, de zegeningen van de relatie tussen beide landen voor economische uitwisseling, culturele en sociale ontwikkeling, samenwerking, beter onderling begrip en harmonie en meer van dergelijke tear jerkers, tranentrekkers. In overgrote meerderheid gaat het om holle en niet zelden zelfs leugenachtige frasen.

Zo staat op pagina 2: In achieving the objectives of this MOU, the partners will have proper consideration for the sustainable employment in Curaçao. RdK en PDVSA zullen de vereiste aandacht besteden aan duurzame werkgelegenheid in Curaçao. Geweldig he?! Ze zullen er goed op letten, maar ze vertellen niet wat ze nu al weten en wat regering en Staten bij hun besluit in augustus 2013, net als de vakbonden overigens, toen ook al wisten, namelijk dat een moderne raffinaderij tientallen procenten minder werknemers nodig heeft en dus het aantal duurzame arbeidsplaatsen zal doen afnemen en de werkloosheid zal doen toenemen. Dat heeft echter ook een gunstig neveneffect. Hoe minder werknemers, hoe minder vakbondsleden, hoe minder contributie in de bondskassen, en, zo mogen Isla-werknemers nu en in de toekomst hopen, hoe minder ja-knikkers binnen de vakbondsbesturen.

Eveneens op pagina 2: PDVSA has already been working on a program “PARIC – Proyecto de Adecuacion de Refiniria Isla Curaçao – to upgrade the Refinery and increase its viability through the production of high value products utilizing the best available technology and minimizing the impact on the environment. Ik denk dat als wat daar staat niet zo treurig was, en treuriger dan achttien vroegtijdige doden per jaar is niet mogelijk, SMOC dit lezende schaterlachend van de stoel zou rollen. Het MOU spreekt zich echter niet uit over wat er dan allemaal binnen dat nu ongeveer zes jaar oude PARIC tot stand is gebracht en/of in welk rapport we daaromtrent informatie kunnen vinden. Het MOU laat ook onvermeld wat PDVSA in de periode voorafgaand aan PARIC heeft terechtgebracht van de in eerdere lease contracten bepaalde verplichtingen tot onderhoud en vernieuwing van de raffinaderij. Ook het door de vingers zien door de diverse Curaçaose autoriteiten van dertig jaar wangedrag van PDVSA blijft buiten schot.

Hoe doortastend de met letters beleden zorg om het milieu zal zijn, blijkt uit: For minimizing the impact on the environment from the power plants (…) as well as the Refinery, the potential use of Liquefied Natural Gas (LNG) as a fuel may be considered (…). Er staat niet will be considered, zal worden overwogen, maar er staat may be considered, zou kunnen worden overwogen. We moeten dus maar afwachten of het overwogen wordt. En wat er dan zou kunnen worden overwogen is niet the use of LNG, het gebruik van LNG, maar de potential use of LNG, het mogelijke gebruik. Mistige formuleringen duiden altijd op slagen om de arm en heimelijke ontsnappingsroutes. Kennen we iets anders uit de afgelopen dertig jaar als het om milieu en volksgezondheid gaat? Van PDVSA? Van de Curaçaose overheid?

Dit soort frasen, waarvan ik de meerderheid onbesproken laat, zijn echter peanuts vergeleken met wat het MOU in wezen is. Het MOU is in de kern namelijk een politiek document. Het is een greep naar macht over de toekomst van Curaçao. Letterlijk een goedkope greep trouwens, want Venezuela heeft er geen cent voor over. PDVSA zal immers, en dat weten we allang, geen cent bijdragen aan de upgrading. Dat Venezuela die brutale machtsgreep aandurft zal wel komen doordat het meent te kunnen rekenen op de Curaçaose ja-knikkers, bij de overheid, bij de vakbonden. Met een handtekening van RDK onder dit MOU wordt het gelijk van reporter Pedro voor de zoveelste keer bevestigd. Hoe krijgt die greep naar macht binnen het MOU gestalte?

Allereerst wordt het beleid van de Curaçaose regering inzake de olieraffinage verminkt weergegeven. Van de twee sporen van dat beleid wordt namelijk slechts het eerste genoemd: doorgaan met raffinage. Het tweede spoor: staken met spoor 1 wanneer de modernisering van Isla naar het oordeel van de Curaçaose regering en Staten als een dood spoor moet worden beschouwd en er dan dus op grond van het besluit van 28 augustus 2013, Isla ontmanteld en nieuwe economische alternatieven voor de Isla-terreinen ontwikkeld dan wel geimplementeerd moeten worden, komt in het hele MOU-verhaal niet voor. Door dit MOU te ondertekenen doet RDK afstand van de mogelijkheid om het beleid van de eigen overheid inzake de toekomst van raffinage in te brengen. RDK zou onder dit MOU slechts een handtekening mogen zetten indien en voor zover afwijking van het twee-sporenbeleid geboden of aan te bevelen is en dan nog pas nadat de overheid zo’n afwijking nadrukkelijk en schriftelijk aan RDK heeft meedegedeeld.

Ten tweede bevat het MOU de bepaling, verradelijk ondergebracht onder het kopje Benefits for Curaçao (pag 2.), waarin wordt uitgesproken dat beide partners de intentie hebben ‘to work together in the development of a program to define the future direction of refining activities in Curaçao, towards the modernization and upgrading of the refinery in order to transform it into an economic viable entity, compliant with modern safety and operational standards to safeguard and protect the environment’. PDVSA, de Venezolaanse staatsoliemaatschappij, en dus de Venezolaanse staat machtigt zich in deze zin het recht toe to define the future direction of refining activities in Curaçao. De Venezolaanse staat gaat dus zitten op de zetel die exclusief en onvervreemdbaar toekomt aan regering en Staten van Curaçao. Wie anders dan zij mogen bepalen hoe de toekomst van Curaçao, op welk gebied dan ook, er moet komen uit te zien?

Ten derde vermeldt het MOU op pagina 3: PDVSA expressly acknowledges and agrees, that if this MOU is terminated in the manner as set forth in this clause, RDK is free to negotiate with any other partner towards the execution of an eventual agreement relating to the modernization and upgrading of the refinery or the possible operation of the refinery after the expiration date of the lease agreement, without incurring any liability towards PDVSA in any way or form. Hier staat dat RdK pas mag onderhandelen met een andere partner dan PDVSA wanneer de geldigheidstermijn van het MOU is verstreken dan wel volgens de in het MOU vastgestelde regels door hetzij RdK hetzij PDVSA tussentijds is afgebroken. Bovendien mogen die onderhandelingen slechts gaan over modernisering en upgrading van Isla en niet over contracten om een geheel nieuwe raffinderij elders op Curaçao te stichten. Alleen onder deze twee randvoorwaarden zal RdK bij onderhandelingen met een andere partner dan PDVSA geen aansprakelijkheid op zich hebben geladen in relatie tot PDVSA. Het doel van PDVSA blijkt ook hier: RdK aan banden leggen en invloed uit kunnen oefenen op het toekomstige overheidsbeleid inzake de olieraffinage.

Ten vierde (eveneens pagina 3): terwijl PDVSA geen enkele financiele inbreng, ook geen co-financiering, zal hebben in de modernisering en upgrading eist zij, in een zelfs met grammaticale acrobatiek niet te volgen zin, wel een rol voor zich op bij de selectie van erkend hooggekwalificeerde oliebedrijven en van financiele instituties die bekend zijn om hun adequate fondsenverstrekking. Zeggenschap, zeggenschap, zeggenschap, Invloed, invloed, invloed. Kortom: macht.

 

 

Lanta ‘riba: het is nu of nooit

Uit de inhoud en strekking van het MOU blijkt onweerlegbaar dat PDVSA (en dus Venezuela) ervan uitgaat dat RdK (en dus Curaçao) bereid en in staat zal zijn om ergens 2 miljard USD te vinden voor de upgrading van Isla. Dit uitgangspunt is disproportioneel aangezien de totale landsbegroting van Curaçao ongeveer 2 miljard Naf bedraagt. Omdat Venezuela dat uiteraard weet is haar uitgangspunt niet alleen disproportioneel, maar ook onsmakelijk. Onsmakelijk des te meer als we in dit kader ook de in de gepubliceerde jaarrekeningen van Isla te verifieren miljarden aan door PDVSA geaccumuleerde winst in de afgelopen dertig jaar betrekken. Venezuela, althans dit Venezuela, is niet te vertrouwen en daarom moet Curaçao er geen zaken mee doen, zeker niet van de omvang die het Isla-project aanneemt.

Het is gebleken dat het MOU Curaçao voor een niet op te brengen financieel offer plaatst en probeert ons het stuur uit handen te nemen. MSi ziet als oplossing:

  1. 1.Regering en Staten moeten zelf het stuur grijpen en het tweesporenbeleid van 22 augustus 2013 afblazen. Zij moeten besluiten dat op 31 december 2019 een einde komt aan het raffinagetijdperk.
  2. 2.Met PDVSA moet worden onderhandeld over ontmanteling en schoonmaak van Isla (ook van het Schottegat); ook over de financiele aspecten. Uitgangspunt bij deze onderhandelingen: Shell heeft 70 jaar vervuild, PDVSA 30 jaar.
  3. 3.Het contract met PDVSA over de COT zal grondig moeten worden herzien.
  4. 4.PDVSA moet worden meedegedeeld dat Refineria Isla zal worden gehouden aan de hindervergunning voor de rest van het lopende lease agreement.
  5. 5.Het uitgangspunt bij onderhandelingen met PDVSA zijn de woorden die PDVSA al jaren over de radio, bijvoorbeeld CUROM/Z86, over zichzelf liet/laat uitspreken: ‘Als goede coöperatieve burger is Refinería Isla zich bewust van haar sociale verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het welzijn van ons eiland. Daarom doet de gehele petroleumfamilie van Refinería Isla dagelijks alle moeite om die verantwoordelijkheid waardig te dragen. Curaçao is een schat. Een schat van ons allemaal, en als wij allemaal geven, zullen wij gezamenlijk oogsten. Refinería Isla: in het voorste gelid bij alle inspanningen tot ontwikkeling en progressie van Curaçao!’.
  6. 6.Regering en Staten moeten inzetten op spoor 2 dat is gericht op het onwikkelen van nieuwe economische activiteiten (die rekening houden met milieu en werkgelegenheid) op het Isla-terrein en zij moeten dat doen in samenspraak met alle economisch, sociaal en financieel belangrijke instanties van het land (en waar nodig en mogelijk met dergelijke instanties in een buitenland).
  7. 7.Regering en Staten moeten zich, met voorbijzien van de huidige vakbondsbesturen, tenzij deze zich publiekelijk distantieren van hun credo Isla t’ei pa keda, rechtstreeks richten tot werknemers van Isla, tot contractors en toeleveringsbedrijven en met hen onderwerpen bespreken (en daarover afspraken maken) als: sociaal plan, om- en bijscholing, inpassing in de nieuwe economische activiteiten op het Isla-terrein en dergelijke.

 

EDGAR LEITO (Movemientu Solushon Isla)

31 mei 2014.

Bron: Persbureau Curaçao

Dit artikel is geplaatst in

3 reacties

  1. De heer Leito heeft op alle punten gelijk.
    Dit is trouwens de tweede keer,dat mevr. Liberia-Peters de raffinaderij weggeeft voor een fooitje. Het is tevens erg teleurstellend, dat de heer De Sola zich hiervoor leent. De heer Wiels kennen we als politiekeiling, die alle processen van de Aqualectra verloren heeft. Zijn denkraam is niet erg groot.
    Gemiste kans voor Curacao. Greentown is het beste alternatief.

  2. Als het 2019 is zal er niets zijn veranderd. Men gaat gewoon door met die ouwe troep en betaalt zo mogelijk minder huur.
    Zoals Edgar Leito het omschrijft, heeft Curacao met het ondertekenen van dit MOU, zichzelf opgeheven en is deel geworden van Venezuela.

  3. Een geweldig duidelijk stuk dat hopelijk voor anderen een `eyeopener` is, en waarvan ik alleen maar kan hopen dat het breed en overal in de pers geplaatst wordt.

    De regering, althans de Minpres staat zich nu weer even rijk te prijzen aan stemmers, en zijn rol als goeddoener voor “het volk” is weer (zei het tijdelijk) in het spotlicht gezet, echter dit is gebaseerd op een MOU welk op zeer nat en van het vuil doordrenkt papier geschreven is welke bij de eerste verkeerde uitstoot van de ISLA in tweeën wordt geblazen.

    Welke 3e partij gaat hier intrappen in de wetenschap dat de kostenpost voor die partij gigantisch zal zijn? Het eiland heeft geen geld, en de PVDSA gaat echt niet investeren om totaal aan andermans milieueisen te voldoen. 2019 nadert en straks zijn we te laat, en dan zal het tweede spoor weer opgestart moeten worden of we blijven zitten met deze oude en vervuilende meuk van een raffinaderij.

    “Understanding en Intenties” lossen niets op, je kunt er geen brood mee beleggen. Het klinkt alleen leuk en het geeft iedereen weer het gevoel dat ze weer rustig achterover kunnen gaan zitten, dat is alles.

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties