Digitalisering financiële diensten biedt kansen, maar zorgt ook voor risico’s
Willemstad – De ontwerp-Landsverordeningen voor het betalingsverkeer, die onder andere van toepassing zullen zijn voor cryptovaluta-instellingen zoals CuraDai, blijken al in december 2020 door de Centrale Bank CBCS aan de ministers van Financiën te zijn aangeboden.
Zo is het Antilliaans Dagblad duidelijk geworden na onderzoek. Op vragen van deze krant laat de CBCS weten dat zodra de wetgevingen in de landen Curaçao en Sint Maarten – die samen een monetaire unie vormen – worden aangenomen ‘ook dit soort instellingen onderhevig zullen zijn aan het toezicht van de Centrale Bank’.
Op dit moment is er dus niets geregeld; is er géén wettelijke bepaling. Maar als de wetten van kracht zijn – na adviesrondes, goedkeuring door de Staten en officiële publicatie – zullen cryptovaluta-instellingen ‘die reeds operationeel zijn, zich dienen te melden bij de CBCS’. Hiervoor zijn er overgangsregelingen opgenomen in de ontwerpen.
,,Technologische innovatie en digitalisering hebben een grote invloed op de financiële dienstverlening”, legt de toezichthouder desgevraagd uit. ,,Dit schept kansen voor nieuwe en verbeterde dienstverlening, maar zorgt ook voor nieuwe risico’s. De veranderingen kunnen op termijn mondiaal consequenties hebben voor de financiële stabiliteit. De CBCS monitort de ontwikkelingen en roept consumenten op Curaçao en Sint Maarten op om goed op te letten.”
Naar aanleiding van de publicatie vorige week door deze krant over de uitgifte van CuraDai-digitale munten, kwamen er vele reacties. Ook bij de initiatiefnemers van Kolektivo/CuraDai zelf stond de telefoon roodgloeiend en kwamen er veel e-mails en WhatsApp-berichten binnen. Het moet direct gezegd worden: de personen achter de instelling verschuilen zich niet en geven zoveel mogelijk openheid van zaken.
Als de Centrale Bank er nadrukkelijker om wordt gevraagd, legt de CBCS uit dat de ontwerp-Landsverordeningen voor het betalingsverkeer vier afzonderlijke landsverordeningen (wetten) kent die het volgende regelen: toezicht op het betalingsverkeer; toezicht op betaalinstellingen en elektronische geldinstellingen; toezicht op beheerders van financiële marktinfrastructuren; en toezicht op virtuele activa dienstverleners.
‘Vooralsnog in wetgevingstraject’
Eerder stuurde de CBCS links met verwijzingen naar documenten op de website van de toezichthouder, maar het betreft bekendmakingen van mei 2018, waarin wordt gesteld dat er aan wetgeving wordt gewerkt. Hoe ver is dit wetgevingsproces en wat is de status? wil de redactie weten: ,,Bovengenoemde ontwerpen zijn in december 2020 aan de ministers van Financiën aangeboden. De ontwerpen bevinden zich vooralsnog in het wetgevingstraject.”
Is er al een concept voor de regeling van toezicht op cryptovaluta-instellingen? ,,Ja, de Landsverordening toezicht op virtuele activa dienstverleners.” En, is deze al aangeboden aan regering, Raad van Advies en aan de Staten (het parlement)? ,,Na de toetsing door de wetgevingsjuristen zullen de ontwerpen aan de Raad van Advies worden aangeboden.”
Op de vraag hoelang er naar verwachting nog nodig is, voordat het wetgevingstraject is afgerond en daadwerkelijk begonnen kan worden met toezicht op cryptovaluta-aanbieders, luidt het commentaar: ,,De Centrale Bank kan hierop geen antwoord geven. Wij zijn helemaal afhankelijk van de prioriteit/snelheid van de overheidsinstanties die de landsverordeningen moeten toetsen.”
Feit is echter dat er op dit moment geen regeling bestaat en dat de ontwikkelingen internationaal, maar ook lokaal, niet stilstaan en hard doorgaan. Digitalisering en technologie hebben een aanzienlijke impact op financiële diensten en betalingsverkeer. Dit biedt kansen en ook verbetering, maar – in de woorden van de CBCS – levert ook risico’s op, bijvoorbeeld op termijn voor de financiële stabiliteit.
In dit stadium, gezien het ontbreken van wetgeving, moet de toezichthouder zich beperken tot een oproep aan consumenten binnen de monetaire unie: ,,Let goed op!”
Bron: Antilliaans Dagblad
@postman441: wat vindt u dat CBCS bezig is met wetgeving over cryptos, terwijl het toezicht op financiele instellingen (Girobank, ENNIA, PSB, ACU, APC) ernstig tekort schiet?