Oranjestad – ,,Het is merkwaardig dat na 3,5 jaar het beroemde forensische rapport over de financiën van RdA is afgerond net in aanloop van de verkiezingen. De context waarin dit (vermeende tweede) rapport is opgemaakt is wel in lijn met de typische lastercampagne van een politieke tegenstander.”
Zo reageert Statenlid Richard Arends (AVP) op de uitlatingen die demissionair minister-president Evelyn Wever-Croes gisteren deed. ,,Het is walgelijk om te zien hoe sommige mensen maar geld uitgeven, zonder rekenschap af te leggen, gewoonweg schaamteloos”, zei de bewindsvrouw over het lezen van het rapport over de financiën bij Refineria di Aruba (RdA).
Volgens haar zou Arends via allerlei schimmige consultantsconstructies veel geld hebben verdiend aan RdA. Ze zegt dat Arends het verschijnen van het rapport vertraagd heeft. Dat het nu zo kort voor de verkiezingen uitkomt heeft hij in haar ogen dan ook aan zichzelf te wijten.
,,Ik ben medio 2020 benaderd om mee te werken aan het onderzoek. Ik had er eigenlijk zelf belang bij om mee te werken om heel veel onwaarheden te verduidelijken. Ik heb het rapport nog niet ontvangen dus ik kan er inhoudelijk niet op reageren”, zegt Arends.
,,Een objectief forensisch onderzoek gebaseerd op waarheidsvinding is niet afhankelijk van de medewerking van derden. Het is duidelijk dat dit alleen politieke doeleinden dient.”
,,Volgens de verklaring van de premier zou er sprake zijn van ‘mismanagement’ van een vennootschap die ik nooit heb gemanaged. Rechters hebben de huidige regering er meerdere malen op gewezen dat een wijziging in een vennootschappelijke strategie als gevolg van een regeringswisseling, niet betekent dat het eerder gevoerd beleid door de voormalige directie, raad van commissarissen of aandeelhouder fout was.
Als ik de redenering van de premier volg is er sprake van ‘mismanagement’ als het een ander betreft; maar de huidige uitgaven en verbintenissen zijn wel gerechtvaardigd”, zo reageert Arends hierop.
,,Des te merkwaardiger is dat het rapport is gemaakt in opdracht van en tevens overhandigd door de neef van de minister-president en broer van een minister in haar eigen kabinet.”
Bron: Antilliaans Dagblad