Column door dr. Jose M. Eustatia
Ik heb in mijn voorgaande columns onweerlegbaar bewijs geleverd dat de cliënten van mr. Ruben D mij hebben opgelicht.
In die columns* is onweerlegbaar bewijs geleverd dat mr. Ruben D via het manipuleren van een akte, valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Er is in de voorgaande columns ook onweerlegbaar bewezen dat mr. Ruben D de pogingen tot diefstal van zijn cliënten heeft gefaciliteerd.
Daarnaast is gebleken dat de als arbiter bijklussende rechter mr. Frans V opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de door mr. Ruben D vervalste akte. Rechter mr. Frans V is dus medeschuldig aan valsheid in geschrifte.
Niet verwonderlijk dat de door mr. Ruben D gecontracteerde en “omgeprate” arbiter mr. Frans V ook alle pogingen tot diefstal van de cliënten van mr. Ruben D heeft gesanctioneerd. Mr. Frans V is in zijn partijdige opstelling zelfs zo ver gegaan door in zijn arbitraal eindvonnis te beweren dat hij de cliënten van mr. Diaz niet op één onrechtmatige daad heeft kunnen betrappen. Hoogst opmerkelijk.
Dit alles is uitputtend, zowel in geschrift als in woord, aan de rechters van het Gemeenschappelijk Hof van Caribisch Nederland (GHvJC) voorgelegd.
De rechters van het GHvJC hebben desondanks in hun wijsheid besloten dat niet de bewezen plegers van valsheid in geschrifte en niet de bewezen facilitators van diefstal werden veroordeeld, maar het slachtoffer van de plegers van deze onrechtmatige daden. Dat de cliënten van mr. Ruben D zich aan talrijke onrechtmatige daden schuldig hebben gemaakt, is onder overleg van onweerlegbare bewijsstukken aangetoond.
Mind you, wat het voor het slachtoffer van kromspraak heeft betekend om hoge proceskosten te moeten betalen aan een frauduleuze advocaat en aan een door die advocaat “omgeprate” rechter die zich beiden bewijsbaar aan valsheid in geschrifte schuldig hadden gemaakt; die beiden met het faciliteren van diefstal en oplichting bezig zijn geweest; en alles in het werk hebben gesteld om mij te benadelen. Dit lijkt wel de omgekeerde wereld en wat procesrecht betreft het analogon van het door de schrijver Kafka beschreven bizarre proces.
Ik was na het Hoger Beroep lange tijd volledig uit het veld geslagen. In dat Hoger Beroep werd met één pennenstreek vastgelegd dat een akte, waarvan reeds a prima vista kon worden vastgesteld dat het een gemanipuleerd product was, niet aan forensisch onderzoek hoefde te worden onderworpen. Deze akte was door advocaat mr. Ruben D die eerder voor fraude was veroordeeld in elkaar geknutseld en stiekem naar arbiter mr. Frans V doorgeleid.
De “omgeprate als arbiter bijklussende rechter mr. Frans V heeft op zijn beurt die gemanipuleerde akte stiekem als leidraad voor het door hem te leiden arbitrageproces gebruikt. Klip en klare corruptie. De rechters van het GHvJC die stelselmatig dit soort ongerechtigheden hebben gesanctioneerd, verdienen niets anders dan ontslag op staande voet. Een klager moet er immers blindelings vanuit kunnen gaan dat rechters integer en onkreukbaar zijn. Maar daarvan was in deze casus bewijsbaar geen sprake.
Hoe is dit optreden van de rechters van het GHvJC wiens vonnissen elke logica misten te verklaren?
Deze rechters vonden dat de logica opzij moest worden gezet, omdat de logica in dit geval in strijd was met het dogma van de altijd en onder alle omstandigheden onafhankelijke, integere en onkreukbare Nederlandse rechter. Een veroordeling van de liegende als arbiter bijklussende rechter mr. Frans V zou, hoe terecht ook, in strijd zijn met dit dogma. De rechters van het GHvJC hebben daarom in de stijl van de Romeinse curie besloten dat in dit soort bijzondere gevallen de waarheid moet wijken voor een hoger doel: het onbesmet houden van het imago van integriteit en onkreukbaarheid van de Nederlandse rechter.
Het slachtoffer van het, naar eigen zeggen ondervonden onrecht, had in nederigheid moeten berusten en troost zoeken in de wetenschap dat hij als het lam was geofferd voor een hoger doel dan het kortzichtig eigen belang. Het vermeende slachtoffer zou door niet die nederigheid te hebben betracht, zich schuldig hebben gemaakt aan minachting van het gerecht en mocht daar terecht zwaar voor worden gestraft.
De rechters van het GHvJC hebben gebruik gemaakt van de enige middelen om hun foute, valsheid in geschrifte en machtsmisbruik plegende collega mr. Frans V uit de wind te houden: leugens, misleiding en bedrog. De rechters van het GHvJC waren er doelbewust op uit hun foute collega mr. Frans V uit de wind te houden. Zij waren daarom genoodzaakt om ook zijn opdrachtgever, de eerder voor fraude veroordeelde consigliere mr. Ruben D te ontzien, maar namen dat voor lief. Die rechters waren er feitelijk allen op gebrand de snoodaard die het gewaagd had een lid van hun clan van integriteitsbreuk te beschuldigen, een lesje te leren.
Ik denk niet dat er een duidelijker bewijs is voor de noodzaak de in de grondwet vastgelegde onafhankelijkheid van de Nederlandse rechter nader te bezien, dan de episode van kromspraak die in mijn columns wordt beschreven. Dat de grondwet er in voorziet dat de rechter niet voor de voeten wordt gelopen, is meer dan terecht. Maar dat moet ook leiden tot het besef dat wanneer foute magistraten van dat recht misbruik maken, er direct wordt ingegrepen.
Er had onderzoek moeten worden gedaan naar de rechters die in deze affaire zich bereid hebben getoond hun integriteit aan hun laars te lappen. En dat onderzoek, dat alsnog kan en feitelijk móét worden verricht, zou zich ook moeten richten op het toewijzingsbeleid. Een toewijzingsbeleid dat het doelbewust mogelijk heeft gemaakt dat een totaal onervaren beginnende rechter als mr. SC, met wie ik nota bene een conflict had, deel mocht uitmaken van het College van Hoger Beroep.
Een doelbewust foute toewijzing, omdat men in Hoger Beroep er normaliter naar streeft de ervarener rechters/juristen in te zetten en zeker geen beginnende rechter als mr. SC. Maar vooral daarom een doelbewust foute verwijzing, omdat men in deze kleine gemeenschap zeer wel wist dat men met deze beginnende, mij niet goed gezinde rechter, gemakkelijker het door de rechtbank gewenste doel zou kunnen bereiken: mij met foute vonnissen het bos insturen en de foute, valsheid in geschrifte en bedrog plegende collega rechter mr. Frans V uit de wind houden.
Ik heb niet de illusie dat zelfs als het niet alleen bij deze publicaties zou blijven, het Nederlandse beleid tav de rechtspraak op korte termijn zal kantelen. Maar de door mij beschreven casus is in zijn begrijpelijke eenvoud wel een van de meest duidelijke tegen kromspraak gerichte “j’accuse”. Een J’accuse die er toe moet leiden dat de overheid het bestaan van het fenomeen “FOUTE RECHTERS” gaat erkennen en dit fenomeen serieuzer gaat nemen.
Westenberg is beslist niet de enige foute rechter uit de geschiedenis van de Nederlandse rechtspraak. Er is in deze columns, met verwijzing naar andere auteurs, bewijs geleverd dat er ook vóór Westenberg sprake was van foute rechters en dat er ook ná Westenberg rechters in de fout zijn gegaan. De rechters van het GHvJC die mr. Frans V blind hebben gesteund, zijn ruimschoots bewijs voor het nog steeds bestaan van foute rechters. Dat publicaties stelselmatig worden genegeerd, maakt dat niet anders.
Men hoeft zich overigens niet te verbazen dat er onder de bijna 2500 Nederlandse rechters zich ook rotte appels bevinden. Rechters komen niet van een andere planeet; het zijn mensen zoals u en ik; niets menselijks is hun vreemd. Ook de mannen en vrouwen die een opleiding als rechter hebben genoten kunnen net als leden van andere aan een ambtseed gebonden beroepsgroepen in de fout gaan. Het aantal leden van het OM, notarissen, politieagenten en douaniers dat in de fout is gegaan, zijn inmiddels niet zonder gebruik van een hulpmiddel te tellen. Waarom zouden rechters hier een uitzondering op maken?
De sinds kort steeds luider klinkende eis voor een transparantere maatschappij wijst er op, dat men steeds minder bereid is toe te laten dat wordt weggekeken van de ernstige onrechtvaardigheden, waarvan bijvoorbeeld in de toeslagenaffaire routinematig sprake was. Ik hoop dat in de slagschaduw van deze bewustwording ook een eind komt aan alle door machtige instanties gepleegd machtsmisbruik dat tot nu toe zelden of nooit werd bestraft.
Ik heb in mijn columns Zambesi revisited een Kafkaiaanse episode beschreven, waarin met onweerlegbare bewijsstukken wordt aangetoond, hoe vanaf het jaar 2010, de rechtspraak in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden jarenlang werd vervangen door kromspraak.
Het is niet mijn bedoeling te generaliseren: de in deze columns beschreven episode van kromspraak heeft geen betrekking op de volledige scope van de toentertijd in Caribisch Nederland vigerende rechtspraak, maar op een specifiek onderdeel ervan. Maar in dat specifieke onderdeel hebben meer dan tien rechters (!) van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Caribisch Nederland (GHvJC) in uiteenlopende procedures, zich laten kennen als volleerde “valsemunters”.
Neen! De rechters die in dit drama figureerden, waren geen Polen of Hongaren en zeker niet de met nog grotere minzaamheid door de Nederlandse rechter benaderde collegae uit zuidelijker landen. Deze rechters behoorden voor het merendeel tot het in de rechtse bladen als “lelieblank” beschreven specimen. Deze rechters hebben in de gemelde periode massaal hun integriteit aan hun laars gelapt. Ze hebben daarmee laten zien dat je niet per se van een zuidelijk land afkomstig hoeft te zijn om van corruptie je tweede natuur te maken.
De in deze columns beschreven rechters hebben er zelfs geen been in gezien om gedurende jaren een innig verbond met de onderwereld van oplichters en fraudeurs aan te gaan. De ervaringen die ik in deze columns beschrijf, markeren naar ik aanneem, een van de meest bizarre episoden uit de geschiedenis van de Nederlandse rechtspraak.
Dat verscheidene rechters van het GHvJC zich bij de behandeling van mijn zaak als pure bedriegers hebben opgesteld, heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Ik kon me niet kunnen voorstellen dat rechters zo hardnekkig konden blijven vasthouden aan de echtheid van een akte die op zo’n kinderlijk knullige wijze was vervalst. Ik weet inmiddels beter.
De rechters van het GHvJC, deden alsof er absoluut geen reden was om aan de betrouwbaarheid van consigliere mr. Ruben D en de door hem “omgeprate” rechter mr. Frans V te twijfelen. Hun wantrouwen gold slechts de snoodaard die in opperste brutaliteit de integriteit van hun “onkreukbare” collega rechter mr. Frans V in twijfel had durven trekken.
Dat is bepaald opmerkelijk. Want die rechters kenden advocaat mr. Ruben D van nabij. Ze hadden hem immers niet lang daarvoor voor fraude tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld.
Ze hadden dan ook, zelfs zonder de akte te hebben ingezien, rekening kunnen houden met ten minste de mógelijkheid van een vervalsing. Men had zelfs met een vluchtig doornemen van de tekst kunnen volstaan om achter de waarheid te komen.
De rechters van het GHvJC hebben ongetwijfeld kennisgenomen van de akte en zullen net als ieder niet bevooroordeeld persoon, direct hebben gedacht aan een manipulatie. Ze hebben na lezing van mijn analyse met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dezelfde conclusie getrokken als ieder weldenkend mens: een op kinderlijk knullige wijze gemanipuleerd document. Maar ze kozen voor wegkijken en het uit de wind houden van hun foute collega.
Die rechters moeten zich bovendien hebben afgevraagd waarom hun “integere en onkreukbare” collega mr. Frans V zich zo gewillig door de frauduleuze advocaat mr. Ruben D had laten “ompraten”. En zij hebben beslist het er met elkaar over gehad dat het bij het benoemen van mr. Frans V als arbiter, bepaald ongebruikelijk aan toe was gegaan:
Mr. Frans V werd namelijk nadat hij met consigliere mr. Ruben D consensus had bereikt (lees: na door mr. Ruben D te zijn “omgepraat”) tegen alle procedurele regels in het arbitrageproces “ingeparachuteerd” en mij als arbiter door de strot geduwd. Zelfs hevig protest mocht niet baten: ik mocht niet aan de integriteit van een rechter twijfelen. Maar ik zou zelfs twijfels hebben gehad in het geval mr. Ruben D met de Paus van Rome als kandidaat arbiter zou zijn komen aanzetten.
Rechter mr. Frans V stond, nadat hij eerder (in 2010) met een curieuze interventie de Bonairiaanse Zambezi strafzaak had getorpedeerd, in sommige kringen bekend als een rechter “met wie te praten viel”. Mr. Ruben D wist dit. Hij is dan ook in zijn zoektocht naar een arbiter die hij voor zijn mestkarretje kon spannen, regelrecht op mr. Frans V afgestapt.
Zo in de “ouwe-jongens-krentenbrood”- sfeer van kameraden die weten wat ze aan elkaar hebben. Opmerkelijk. Want men verwacht immers niet dat een rechter een vertrouwelijke relatie onderhoudt met een advocaat die niet alleen recentelijk van wege fraude tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf was veroordeeld, maar die ook met andere dubieuze zaken in verband werd gebracht; zaken die volgens bevoegde bronnen best tot nog een strafzaak hadden kunnen leiden. Dat zijn broer een goede bekende was in het internationale criminele milieu, zal ook niet aan een integere beeldvorming hebben bijgedragen.
Voor ingewijden was de ontmoeting tussen consigliere mr. Ruben D en rechter mr. Frans V echter geen toevalligheid. Mr. Frans was net zomin als mr. Ruben D een onbeschreven blad. Mr. Frans V had met zijn interventie in de Zambezi Bonairiaanse strafzaak, weten te voorkomen dat een onderzoek naar corruptie tegen twee Bonairiaanse politici met succes zou worden afgerond.
Dat was van belang, want als dat onderzoek ongestoord zou zijn doorgezet en afgerond, zouden de twee Bonairiaanse politici met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wél voor corruptie zijn veroordeeld; maar er was ook een reële kans dat gaande het strafrechtelijk onderzoek ook de betrokkenheid van bestuurders van een belangrijke Nederlandse staatsmaatschappij bij die corruptiezaak aan het licht zou zijn gekomen.
Die bestuurders stamden uit hetzelfde CDA-nest als de Limburgse bestuurders die nu in de NRC als belangenverstrengelaars en oplichters worden neergezet. Uit artikelen die journalist Joep Dohmen recentelijk in de NRC heeft gepubliceerd, blijkt dat deze CDA-coryfeeën hun bestuursfuncties hebben moeten opgeven. Die vroeger zo machtige bestuurders, moesten met stille trom en met pek en veren overladen, via de achterdeur hun werkplek verlaten.
Joep Dohmen is met name bekend vanwege zijn in 2010 in de NRC gepubliceerde artikelen over de curieuze interventie van mr. Frans V in het Bonairiaanse Zambezi strafrechtelijke onderzoek.
Ik had de pech door de frauduleuze advocaat mr. Ruben D in de netten van de foute rechter mr. Frans V te zijn gedreven. Mr. Ruben D heeft het doelbewust daartoe geleid. Hij heeft tegen alle geldende procedurele regels in, de aanstelling als arbiter van mr. Frans V doorgedrukt. Consigliere mr. Ruben D wist dat ongeacht welke besluiten de ”omgeprate” rechter mr. Frans V als arbiter ten nadele van mij zou nemen, geen rechter van het GHvJC hem een strobreed in de weg zou leggen.
Hij wist ook dat geen advocaat het zou wagen een rechter van het GHvJC voor de voeten te lopen. Mr. Ruben D kon zijn cliënten dan ook bij voorbaat verzekeren van het goede nieuws dat met de benoeming van “zijn arbiter” het arbitrageproces beslist een voor hen gunstig verloop zou hebben.
Dat is tot mijn grote pech dan ook gebleken.
Opgelicht worden door klassieke door hebzucht gedreven witteboordencriminelen zoals mijn ex-partners, is één ding; maar opgelicht worden door rechters is een ander verhaal.
Mijn verhaal gaat dan ook niet over een rechterlijke dwaling, maar over doelbewust rechterlijk bedrog. En waar gerechtelijke dwaling gecorrigeerd wordt, moet dat te meer gelden voor gerechtelijk bedrog.
Maar ik zal deze zaak toch als gerechtelijke dwaling moeten presenteren; want ook als bewezen wordt dat rechtelijk bedrog in de praktijk voorkomt, blijkt het dat dit fenomeen officieel niet bestaat. Dat komt omdat de onafhankelijkheid van de Nederlandse rechter in de grondwet is vastgelegd en kwalificaties als integriteit en onkreukbaarheid steevast in één adem met de onafhankelijkheid van de rechter worden genoemd.
Integriteit en onkreukbaarheid lijken dus aan de in de grondwet vastgelegde onafhankelijkheid van het rechterschap te zijn verbonden.
Ik zal omdat gerechtelijk bedrog officieel niet bestaat, het in verdere acties moeten houden op gerechtelijke dwaling.
Chris van Dam, gewezen lid van de Tweede Kamer en schrijver van het rapport ‘ONGEKEND ONRECHT’ over de toeslagenaffaire, heeft in een recent interview met John Samson van Caribisch Netwerk te kennen gegeven dat de eilanden beter af zouden zijn als Nederland de rechtshandhaving overneemt. Justitie en de gevangenissen op de eilanden zouden volgens van Dam niet op orde zijn. Advocaat mr. Geert Jan Knoops heeft zich in een interview in de Volkskrant van 7 juli 2016 in dezelfde geest uitgelaten. Mijn columns Zambesi foute rechters en Zambesi revisited lijken van Dam en Knoops in het gelijk te stellen.
Liegende en bedriegende rechters ondermijnen het vertrouwen van mensen in de rechtstaat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de roep om rechters niet voor het leven te benoemen en/of hen verantwoordelijk te stellen voor hun vonnissen, steeds vaker klinkt.
Stevo Akkerman besluit een column in Dagblad TROUW van 21 april met de stelling:
“MANNEN DIE ROEPEN DAT ZE INTEGER ZIJN, ZIJN HET GEVAARLIJKST“.
Akkerman doelde op foute bankiers die steevast hebben weggekeken van witwaspraktijken en nu ze ontmaskerd worden, zich als de heilige onschuld presenteren.
Ik zou hierop parafraserend willen stellen:
“Rechters die om het hardst roepen dat ze integer zijn, hebben bewezen dat zij dat niet altijd zijn.”
Wordt vervolgd
*Hier vindt u de bewijzen onder links van de formele akte en de gemanipuleerde akte. Voor het lezen van de voorgaande Zambesi revisited columns afleveringen verwijs ik naar http://knipselkrant-curacao.com/category/diversen/_column/column-jose-eustatia
Dr. Jose ‘Joe’ M. Eustatia (1938) studeerde medicijnen aan de Universiteit van Nijmegen. Hij promoveerde in 1971 tot doctor in de geneeskunde op het proefschrift de vermenigvuldiging van virussen in lymphocytyen; een toentertijd zeer besproken onderwerp. In 1972 keerde hij als specialist in de laboratoriumgeneeskunde (hoofdvak Bacteriologie) naar Curacao alwaar hij tot 1998 als arts-bacterioloog en hoofd Landslaboratorium werkzaam is geweest. Eustatia heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de studie omtrent het voorkomen en de bestrijding van HIV-infecties (AIDS) op Curacao. Lees meer…
Het Recht is al verloren gegaan door de ambtelijke en rechterlijke rechtspraak dat door de normale persoon niet te volgen is. Daardoor heb je al verloren. Een dure advocaat praat de taal van de rechter en weet vaak een zin te veranderen zodat hij zijn zin krijgt.
Een uitspraak van een rechter hoort gewoon duidelijk te zijn voor iedereen.
Beste Dr. Eustatia, u bent niet de enige die dit soort zaken heeft meegemaakt. Als bijvoorbeeld, uw tegenstander een bekende rijke zakenman is en zich de “beste”, duurste advocaten kan veroorloven en u niet, dan bent u al verloren voor u aan begint.Als uw tegenstander een zittende politicus is en bovendien een corrupte advocaat S.S. in zijn armen neemt, dan kan u verwachten dat niet alleen rechters maar het gehele Gerecht gemanipuleerd wordt en wat krom nooit recht zou gezet worden. Helaas wij moeten het hiermee maken en deze tegenstanders komen vrij uit.En het komt een moment in het leven waar wij het moet accepteren en laten rusten.