Kamerleden vrezen dat als gevolg van geringe capaciteit zaken blijven liggen
Den Haag – De Tweede Kamerleden Roelof van Laar (PvdA) en André Bosman (VVD) willen weten of de capaciteit van het Openbaar Ministerie (OM) op Curaçao, Aruba en Sint Maarten voldoende is om naar behoren te functioneren.
Advertentie
Het tweetal heeft daarover schriftelijke vragen gesteld aan de ministers Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Ivo Opstelten (VVD) van Veiligheid en Justitie.
,,Blijven er als gevolg van de geringe capaciteit zaken liggen die de recherche en/of OM normaal gesproken wel zou oppakken? Zo ja, om hoeveel zaken gaat het en welk type zaken betreft het?”
aldus Van Laar en Bosman die ook willen horen of het aanbieden van extra (recherche) capaciteit en capaciteit voor het OM richting Sint Maarten, Curaçao en Aruba behalve reactief ook proactief plaatsvindt.
Aanleiding voor de vragen zijn de eerdere berichten over het functioneren van het OM in Philipsburg:
,,Welke maatregelen heeft u getroffen naar aanleiding van het advies van de Voortgangscommissie Sint Maarten om vanuit Nederland extra recherchecapaciteit aan Sint Maarten ter beschikking te stellen? Is de tijdelijke uitbreiding van de onderzoekscapaciteit van de landsrecherche van Sint Maarten nog steeds van kracht?”
De Kamerleden willen ook weten of opvolging is gegeven aan het advies om de contacten tussen de landsrecherche en Rijksrecherche op Sint Maarten weer op gang te brengen zodat over vormen van samenwerking kan worden gesproken,
,,welke verantwoordelijkheid de Nederlandse regering heeft voor het goed functioneren van het Openbaar Ministerie op Sint Maarten.”
De vragenstellers verzoeken ten slotte of de bewindslieden de Kamer willen informeren over de actuele stand van zaken met betrekking tot het ‘Convenant samenwerking landsrecherche Curaçao, Aruba en de Nederlandse Rijksrecherche’ en de opstelling van de Nederlandse regering.
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie