Den Haag – De Curaçaose regering levert informatie waar het College financieel toezicht om vraagt niet tijdig en als die dan wordt geleverd laat de kwaliteit te wensen over. Dat kan worden opgemaakt uit het antwoord dat minister Liesbeth Spies (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd in reactie op vragen over het Jaarverslag 2011 van Koninkrijksrelaties. Hoewel er veelvuldig bestuurlijk en ambtelijk overleg is tussen het Cft en het kabinet Schotte ontbreekt een volledig beeld van de financiële situatie van het land.
,,Het informatieniveau van Curaçao is nog altijd niet toereikend voor het land zelf en daardoor op hoofdlijnen ook niet voor de toezichthouder”, zo schrijft Spies.
De huidige regering maakt er geen geheim van zich liever vandaag dan morgen van het Cft te ontdoen maar Spies waarschuwt er voor dat een en te vroege opheffing van het toezicht de risico’s aanzienlijk verhoogt:
,,De Rijkswet financieel toezicht is enerzijds gericht op een groeiproces bij de landen in de financiële huishouding en voorkoming van risico’s voor Koninkrijkspartners onderling anderzijds. Overigens kan toezicht die risico’s niet tot nul mitigeren.”
Vijf jaar na de inwerkingtreding van de Rijkswet – dus in 2015 – wordt het toezicht geëvalueerd en zal de Rijksministerraad beslissen in hoeverre dat toezicht voor Curaçao en/of Sint Maarten geheel of gedeeltelijk beëindigd kan worden. Een land moet ten minste drie achtereenvolgende jaren geheel voldaan hebben aan de normen uit de Rijkswet en deze normen in zijn regelgeving hebben verankerd wil het zich kwalificeren voor een positief oordeel van de evaluatiecommissie.
Indien nodig wordt die evaluatie na een eerste verlenging ten minste eenmaal per drie jaar herhaald.
,,Het financiële toezicht is erop gericht dat de instituties en de bestuurlijke werkwijze van de nieuwe landen dat toezicht op termijn overbodig maken”, aldus Spies. Dat het nog lang zo ver niet is blijkt uit de toevoeging dat het oplopend tekort op de begroting van Curaçao de volle aandacht van het Cft en de Rijksministerraad heeft. De minister zegt de Kamer toe volgende week wanneer zij naar Willemstad komt ‘nadrukkelijk aandacht te besteden aan de zorgelijke situatie’.
Uit de brief blijkt verder dat Curaçao van de bijna 1,7 miljard gulden die het land per 10 oktober 2010 in het kader van de schuldsanering tegen een lage rente van Nederland heeft geleend nog helemaal niets heeft afgelost. Dat geldt ook voor Sint Maarten dat voor 327 miljoen gulden in het krijt staat. Maar daar staat tegenover dat de communicatie en samenwerking tussen dat land en het Cft ‘sterk is verbeterd’, aldus Spies.