Willemstad – Gisteren laat in de middag is een brief afgeleverd bij de voorzitter van de vakbond PWFC van de Curaçaose Droogdokmaatschappij (CDM), Angelo Meijer, kopie conform gestuurd naar de minister van Economische Ontwikkeling, Stanley Palm (PAIS), ondertekend door CDM-werknemers waarin zij hun grote zorgen uiten over het bedrijf.
Dit is naar aanleiding van het bekend worden van het serieus ingaan van CDM op de vordering van Cubanen van meer dan 100 miljoen dollar, waardoor het bedrijf in een zeer precaire situatie zal komen te verkeren en de kans groot is dat het binnenkort failliet gaat.
Dat er nu onderhandeld wordt met de Amerikaanse advocaten van de Cubanen ligt gelegen in het feit dat er derdenbeslag gelegd wordt op klanten van CDM.
Op deze manier trekken steeds meer bedrijven zich terug ten nadele van CDM, die hiermee onder druk komt te staan.
De werknemers wijzen erop dat de installaties van het Dok er bovendien al vele jaren beroerd bij staan en dat bijvoorbeeld het drijvende dok al zo’n twee jaar volledig buiten gebruik is omdat het helemaal verrot is.
De arbeiders geven de schuld van de slechte situatie van het bedrijf aan de overheid.
Die heeft ervoor gezorgd dat CDM alleen maar achteruit is gegaan met nu het einde in zicht.
Vorig jaar had de toenmalige minister van Economische Ontwikkeling, Nasser El Hakim (MFK), de voorgenomen deal met het bedrijf Damen afgeblazen omdat ‘Curaçao het zelf wel zou kunnen’. Van andere plannen is vervolgens volgens de werknemers helemaal niets terechtgekomen.
Niet alleen zijn de Cubanen als moderne slaven gebruikt, de Curaçaose werknemers spreken ook van het aantasten van hun rechten gedurende lange jaren en op grote schaal.
Verwezen wordt vooral naar de uitzendkrachten die soms al tientallen jaren werkzaam zijn bij de CDM, maar arbeidsrechtelijk slechter behandeld worden dan de werknemers in vaste dienst.
Zij stellen soms al meer dan 15 jaar onderbetaald te zijn door een 100 procent overheidsbedrijf waarbij allerlei arbeidsrechtelijke beschermingsbepalingen met voeten getreden zijn en waardoor zij financieel en anderszins ernstig gedupeerd zijn.
Zij hebben zich naar eigen zeggen altijd bescheiden opgesteld door hun vorderingen te matigen. De ‘losse’ arbeidskrachten werden eerder in het gelijk gesteld en kregen de helft van achterstallige betalingen betaald.
Nu willen ze de tweede helft hebben van waar zij recht op hebben.
Het is volgens de werknemers ook niet zo dat als het bedrijf failliet gaat dat de claim van de Cubanen dan komt te vervallen.
Zij zullen deze verhalen op de regering.
Daarom dringen de werknemers er bij de overheid op aan om een serieuze poging te doen om de vordering van van tafel te krijgen.
Waar was de vakbond?
Ook vakbondsleider Meijer wordt in de brief direct aangesproken omdat hij toentertijd niet opkwam voor de Cubanen binnen CDM, maar ook niet voor de Colombianen en de Curaçaose werknemers werkzaam voor koppelbazen. Ook deed de vakbond naar zeggen van de werknemers, niets toen El Hakim de deal met het Nederlandse bedrijf Damen Shipyards afblies zonder dat er een reëel alternatief voor de toekomst van CDM was. De vakbond liet ook verstek gaan toen El Hakim in juni vorig jaar voorloog dat het bedrijf schuldenvrij was terwijl hij CDM net belast had met een schuld van meer dan 35 miljoen gulden aan CPA en er ook nog een schuld van meer dan 100 miljoen dollar aan de Cubanen bestond. Het merendeel van de werknemers is lid van de vakbond en wil nu van de vakbond de toezegging dat er alles aan gedaan wordt dat de tweede helft van de toegezegde vergoeding betaald wordt. |
bron: Antiliaans Dagblad
Advertentie