Vandaag presenteert de Europese Unie een zwarte lijst van belastingparadijzen. Wie erop staan weten we niet, wel hebben de samenstellers gezegd dat Europese landen de dans ontspringen.
Onterecht is dat niet, zegt Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit. Zeker niet als je de criteria in ogenschouw neemt die de EU hanteert. Die zijn redelijk algemeen aanvaard, ook door de OECD. ‘Het gaat er vooral om dat je als land meewerkt aan het verstrekken van informatie over belastingplichtigen aan andere landen, dat je een normaal belastingsysteem hebt van bedrijven en natuurlijke personen met een redelijk normaal tarief. Daar voldoen alle lidstaten van de EU wel aan, dus dat is voor ons geen probleem.’
Vennootschappen
Hoewel de touwtjes de afgelopen jaren behoorlijk zijn aangetrokken, is er op sommige terreinen nog wel ruimte om de criteria te verscherpen. Denk aan de brievenbusfirma’s, waar Nederland een zekere reputatie mee heeft. ‘We hebben al gezegd dat je alleen maar een vestiging van een bedrijf in Nederland kunt hebben als er ook echt iets zit. Dat was in het verleden niet zo, dat doen we nu een stuk beter, maar je kunt zeggen dat daar de criteria iets moeten worden aangetrokken. Al zijn er binnen de EU ook heel veel andere landen die ook dit soort vennootschappen hebben.’
Politieke druk op landen
De lijst is te zien als een soort naming and shaming, waar je je als land liever aan onttrekt. ‘Zeker in het kader van investeringen die er plaatsvinden. Het is een soort politieke druk op dat land om te zorgen dat je wel aan die criteria gaat voldoen. Ik denk dat dat wel bij behoorlijk wat landen gaat gebeuren, omdat het toch wel een probleem voor het financiële systeem is als er geen investeringen plaatsvinden en er geen beleggingen en gelden meer worden ondergebracht.’
Bron: BNR