Willemstad – In 2013 zal de uitkering van het ouderdomspensioen (AOV) worden verhoogd van 834 naar 862 gulden per maand. Ook de maximale toeslag is opgetrokken, van 572 gulden naar 591 gulden. De weduwen- en weduwnaarspensioenen zullen eveneens omhoog gaan, evenals het wezenpensioen.
De hoogte is afhankelijk van de verschillende leeftijdscategorieën.
Volgens een zeer recente update op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is de premie – uitgedrukt in percentages van het inkomen – niet veranderd, ondanks de voorstellen om de AOV-premie op te trekken met 2 procent, om zo, samen met de verhoging van de leeftijd van 60 naar 65 jaar, het aanzienlijke tekort van het fonds aan te vullen.
De premie is dus nog formeel 13 procent, waarvan 6 procent het werknemersaandeel en 7 procent het werkgeversaandeel.
Volgens een nog niet officieel gepubliceerd voorstel zou het premiedeel dat wordt opgebracht door werkgevers naar 9 procent gaan en zou de werknemersbijdrage 6 procent blijven; in totaal dus 15 procent van het inkomen.
Wel officieel is de nieuwe zogeheten premie-inkomensgrens voor de AOV en AWW.
Deze is opgetrokken van 93.000 naar 96.069 gulden.
De premies voor de Algemene Weduwen- en Wezenvoorziening (AWW), ziektekostenverzekering (ZV) en ongevallenverzekering (OV) zijn volgens de publicatie van de SVB ongewijzigd gebleven.
Voor de AWW bedraagt deze 1 procent (gelijkelijk verdeeld over werkgever en werknemer).
Bij de OV is de premie 0,5 tot 5 procent, afhankelijk van de gevarenklasse en volledig ten laste van de werkgever.
En de ZV staat (nog) op 12,5 procent, waarvan 8,3 procent voor rekening van de werkgever, de werknemer zelf 2,1 procent betaalt en het overheidsdeel eveneens 2,1 procent bedraagt.
De loongrens voor de ZV en OV is 5.135 gulden per maand (61.620 per jaar).
Of dit zo blijft, gezien de tekorten van de SVB, is onduidelijk.