De commissie voor LNV in de Tweede Kamer had Schouten gevraagd te reageren op de brief van WNF en DCNA, die dateert van 27 september. Beide natuurorganisaties kwamen met plannen rond het Yarari-reservaat en klimaatadaptatie in Caribisch Nederland.
Bonaire en Saba sloten zich in 2015 aan bij het Yarari-reservaat, waarin met name haaien en roggen beschermd worden. In 2018 trad ook Sint Eustatius toe. Maar de wettelijke implementatie is nog steeds niet geregeld. Schouten schrijft dat dit waarschijnlijk in 2022 zal gebeuren.
Na de inwerkingtreding van de wetgeving zal een beheerplan worden opgesteld voor de bescherming van de dieren in het grote reservaat. Voor handhaving en controle zijn middelen beschikbaar die in het vorig jaar gepresenteerde Natuur- en Milieubeleidsplan (NMBP) zijn opgenomen, aldus de minister.
Omdat het bestaande beheerplan voor de Exclusieve Economische Zone (EEZ) uit 2010 stamt en gedateerd is zal dit worden vernieuwd. En dat biedt kansen voor harmonisatie van het beleid met Curaçao, Aruba en Sint Maarten, vindt Schouten. ,,In overleg met de andere landen van het Koninkrijk zal dit plan gelijktijdig met de ontwikkeling van het Yarari-beheerplan vernieuwd worden.”
Schouten zet ook in op internationale samenwerking, waarvoor al de nodige initiatieven bestaan. In 2022 wordt een actieplan voor zeezoogdieren in het Caribisch gebied afgerond dat onder het SPAW-protocol valt (SPAW staat voor Specially Protected Areas and Wildlife in het Caribisch gebied). Ook dit wil de minister samen met de andere drie landen uitvoeren.
Nederland wil binnen het SPAW-protocol verder samenwerken met Frankrijk en de Verenigde Staten bij de ontwikkeling van een regionaal netwerk voor het beheer van zeezoogdieren. Hiervoor is een Memorandum of Understanding gesloten. En in 2022 zal er ook een internationale richtlijn worden vastgesteld door de visserijcommissie van de FAO (VN-organisatie voor voedsel en landbouw) voor het beheer van haaien voor het Yarari-reservaat.
Over het klimaat blijft Schouten erg oppervlakkig in haar reactie op WNF en DCNA. Dat klimaatverandering Caribisch Nederland raakt is duidelijk, maar er is nog een kennishiaat. Er is wel geld beschikbaar voor maatregelen binnen het NMBP. Dat wordt echter pas uitgegeven als er meer duidelijkheid is. ,,Voorafgaand aan het opstellen van een strategie is dit inzicht onontbeerlijk.” De minister hoopt in 2022 de resultaten van nieuw onderzoek te krijgen. Het koraalherstelplan is al wel in uitvoering.
Bron: Antilliaans Dagblad