Den Haag – In het steunpakket van Nederland voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten zitten zowel structurele als incidentele investeringen in de rechtsstaat.
Daarvoor is in de Nederlandse begroting voor 2021 een bedrag van 33,5 miljoen euro uitgetrokken. Dit loopt in de loop der jaren op naar 45,4 miljoen in 2026, volgens de huidige afspraken het laatste jaar voor het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho).
Minister Wopke Hoekstra van Financiën heeft op verzoek van de VVD de investeringen op een rij gezet voor de Tweede Kamer. Voor versterking van het grenstoezicht, voornamelijk een taak voor de kustwacht, is het meeste geld uitgetrokken. Dat loopt maar weinig op, maar de verdeling verandert wel.
Het bedrag voor Curaçao gaat van 16,3 miljoen euro dit jaar naar 18,5 miljoen in 2026. Aruba krijgt in 2026 juist minder, namelijk 9,3 miljoen euro tegenover 11,1 miljoen in 2021. Voor Sint Maarten blijft het bedrag vrijwel de hele periode 2,7 miljoen. De duurzame ondermijningsaanpak, waarmee wordt gedoeld op de bestrijding van de internationale misdaad en witwassen, krijgt in de loop der jaren fors meer geld.
Dit jaar is dat nog maar 1 miljoen euro (0,4 voor Curaçao en 0,6 voor Aruba). Dit loopt stapsgewijs op naar 12,9 miljoen euro vanaf 2025, verdeeld over 5,2 miljoen voor Curaçao en 7,7 miljoen voor Aruba. Opvallend is dat in het overzicht voor Sint Maarten behalve voor het grenstoezicht geen investeringen in de rechtsstaat worden opgevoerd door Hoekstra.
Curaçao en Aruba krijgen ook geld voor duurzame ondermijningsaanpak en het sociaal vormingstraject, inclusief professionalisering van de lokale militie (die per abuis ook bij Curaçao Arumil wordt genoemd).
De laatstgenoemde post blijft de hele periode gelijk: 1,2 miljoen voor Curaçao