Willemstad – De minister van Justitie en alléén hij is bevoegd te handelen inzake rechtshulpverzoeken ten aanzien van de Verenigde Staten. Dat betoogt minister Elmer Wilsoe (PS) in een gedetailleerd memo van 11 mei 2012 aan de Staten.
Het verdrag inzake rechtshulpverzoeken tussen het Koninkrijk en de Amerikanen stelt deze bevoegdheid in handen van de ministers van Justitie van Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Aldus Wilsoe, die er meteen aan toevoegt dat het verdrag de mogelijkheid biedt om deze bevoegdheid te delegeren of mandateren aan een ander orgaan of persoon, bijvoorbeeld de procureur-generaal (PG). Ook andere strafwetgeving biedt volgens de PS-bestuurder alle vrijheid aan de minister van Justitie als vanuit Curaçao een verzoek om rechtshulp wordt gedaan aan andere landen, bijvoorbeeld Amerika, om de Curaçaose autoriteiten bij te staan.
Wilsoe erkent dat in het verleden de minister van Justitie dit overliet aan het Openbaar Ministerie en de PG, om dit soort gevallen ‘namens’ de minister te behandelen. Maar van omzetting van de bevoegdheden is geen sprake geweest. Ten aanzien van de Verenigde Staten (VS) heeft de toenmalige Antilliaanse minister van Justitie het mandaat gegeven aan de PG om rechtshulpverzoeken te doen. Maar hij bleef en blijft handelen ‘in naam van’ de bewindspersoon en onder zijn verantwoordelijkheid.
,,De minister blijft te allen tijde bevoegd deze machtiging in te trekken.”
En dat is gebeurd op 26 april 2012, een dag nadat Wilsoe zijn intussen befaamde en omstreden brief uitstuurde naar Hillary Clinton en Eric Holder in Washington en waarover ook in de Rijksministerraad (RMR) nu zoveel te doen is. Wilsoe wijst erop dat hij ook vrij was, is en blijft om te beslissen van de PG te eisen dat deze in de toekomst eerst schriftelijke toestemming moet hebben van de minister om rechtshulpverzoeken te doen in welk land dan ook, inclusief Amerika.
,,Dus alles wat ik in deze kwestie deed, is handelen conform de wet en de bevoegdheden die ik heb als minister van Justitie”, zo concludeert de bewindsman die nu anderhalf jaar verantwoordelijk is voor Justitie op Curaçao. Het ‘kardinale probleem’ in dezen is de Consensusrijkwet met betrekking tot het OM van Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
,,Hoewel de minister van Justitie politiek verantwoordelijk is voor alle handelingen van het OM en hoewel de minister aanwijzingen kan geven, zijn mijn handen gebonden als de PG mijn aanwijzingen weigert op te volgen.”
Het kan volgens Wilsoe niet zo zijn dat hij zich in het parlement politiek moet verantwoorden, maar dat hij niet kan optreden en niet het beleid kan (bij)sturen op het gebied van onderzoek en vervolging van strafbare feiten op Curaçao. Hij herhaalt dat de democratische legitimiteit ‘zonder meer vereist’ dat wordt gecorrigeerd wat fout is gegaan op 10-10-’10. Dat wil zeggen de Consensusrijkswetten. Die werden door de vorige regeringscoalitie onder aanvoering van PAR uitonderhandeld, maar voor de inwerkingtreding ondertekend door de zittende MFK/PS/MAN-coalitie. Maar dit is het ‘theoretisch kader’, zoals Wilsoe het omschrijft, op grond waarvan hij concludeert ‘conform de wet’ te hebben gehandeld.
Bron: Antiliaans Dagblad
Het was wettig dat hij een ingreep deed, maar dmv zijn ingreep stuurt hij wel aan op het negeren van de wet, te weten het onderzoeken en vervolgen van fraude en witwaszaken.
kortom hij heeft in zijn totaal NIET conform de wet gehandeld.
Aan de ene kant beroept hij zich erop dat hij zoveel macht heeft tov het OM (en de rechters noemt hij zelf) omdat hij democratisch verkozen is. Aan de andere kant zegt hij dat hij geen verantwoording verschuldigd is aan de raad van volksvertegenwoordigers, te weten de Staten.
Ben je nu democratisch of niet Wilsoe? Je kan niet van beide walletjes eten.