Den Haag – Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Bopec een ultimatum gesteld: als de veiligheid niet snel op orde wordt gebracht zal het bedrijf over uiterlijk twee maanden de tanks en leidingen moeten leegmaken en kan er vanaf mei geen gebruik meer worden gemaakt van de steigers voor het laden en lossen van olie.
Dat staat in een brief die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Rijkswaterstaat (RWS) namens minister Cora van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Stientje van Veldhoven aan de directie van Bopec heeft gestuurd. De inhoud komt in grote lijnen overeen met een eerder – per ongeluk – door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat verzonden mail waarover deze krant op 25 november berichtte.
Volgens de ILT en RWS is sprake van ernstige achterstanden in het onderhoud. Zowel de tanks als de leidingen zijn aangetast door roest en de elektrische installatie vertoont gebreken. Er is sprake van een zowel voor werknemers als het milieu onveilige situatie.
Ook na de grote brand van 2010 hebben zich met regelmaat ernstige incidenten voorgedaan zoals grote lekkages. De ILT en RWS hebben er sinds hun eerste inspecties in 2014 bij de directie herhaaldelijk op aangedrongen om maatregelen te treffen. Die heeft wel een verbeterplan opgesteld maar de daarvoor benodigde financiën zijn vooralsnog niet beschikbaar gesteld door moederbedrijf PdVSA.
Het bedrijf heeft nu een laatste waarschuwing gekregen met een harde deadline: het moet voor 5 januari aantonen dat het voldoende budget en bereidheid heeft om het eerder opgestelde ‘terminal recovery plan’ met onmiddellijke ingang uit te voeren. Lukt dat niet, dan wordt het gedwongen de tanks en leidingen begin februari volledig leeg te maken.
Als het zo ver komt kan dat vergaande consequenties hebben voor de levering van elektriciteit door ContourGlobal aan WEB omdat dat bedrijf is aangewezen op de olie die bij Bopec op voorraad wordt gehouden. Gezaghebber Edison Rijna heeft de direct betrokken ministeries gewaarschuwd voor het risico dat in dat geval de levering van stroom en water hinder kan ondervinden.
Deze week heeft Rijna tijdens zijn bezoek aan Den Haag de verantwoordelijke bewindslieden persoonlijk zijn zorgen overgebracht en bepleit geen onomkeerbare stappen te zetten zonder dat er een alternatief scenario gereed is om de continuïteit van de brandstoftoevoer te verzekeren. Daartoe is door de ministeries een taskforce geformeerd die de afgelopen dagen een aantal keren in het bijzijn van de gezaghebber heeft overlegd.
Gezien de penibele financiële situatie van het Venezolaanse moederbedrijf PdVSA lijkt de kans dat Bopec in staat is aan het ultimatum te voldoen klein. Dat zou ook slecht nieuws betekenen voor de circa 120 werknemers van de in 1974 gebouwde terminal.
Bron: Antilliaans Dagblad