Cft: Particulier verzekeraars verdwijnen en HNO wordt staatsziekenhuis
Willemstad – Het lijkt erop dat de overheid de overhand gaat krijgen binnen de gezondheidszorg. Dat kaart het College financieel toezicht (Cft) aan in haar reactie op het concept van de tweede begrotingswijziging 2013.
Advertentie
Welk uiteindelijk stelsel van gezondheidszorg staat de regering voor ogen en wat zijn de rollen die verschillende partijen daarin spelen?, zo vraagt het Cft zich af.
,,Het gaat dan om de vraag wie de regie heeft en wie aanstuurt.”
Niet onterecht merkt het Cft op dat de overheid ‘immers in de huidige plannen een grote rol krijgt’: zowel de verzekering via de Sociale Verzekeringsbank SVB (premiehoogte, verzekerd pakket en tarieven) als een belangrijk deel van het aanbod (via het nieuwe ziekenhuis) komen in handen van de overheid.
,,Er is dus sprake van een sterke centralisatie en inperking van de rol van particuliere partijen ten opzichte van de oude situatie”, merkt Cft-voorzitter Age Bakker op.
Een afschrift van de brief aan minister José Jardim van Financiën werd verstuurd aan de hoogste ambtenaar binnen het ministerie, de secretaris-generaal.
Het Cft schetst een beeld waarin de overheid (lees: in veel gevallen het politieke bestuur) de overhand krijgt in de gezondheidszorg:
,,Particuliere verzekeraars zullen langzaam verdwijnen en het particuliere ziekenhuis wordt in de plannen van de overheid een staatsziekenhuis.”
Het is niet de mening of een opmerking van het Cft, maar het is de vraag of de particuliere sector dit wel zo beseft.
De brief van Cft vervolgt:
,,Door het geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf zal op termijn ook de vrij gevestigde specialistische zorg onderdeel van dit ziekenhuis worden.”
Tevens zal er aandacht moeten komen voor de plek van de nu nog particuliere klinieken en laboratoria. Voor de keuze tot een sterke centralisatie ‘in plaats van marktwerking’ is volgens Bakker in de omstandigheden van Curaçao veel te zeggen, maar het veronderstelt wel dat er een duidelijke regie is die op afstand van de overheid staat.
,,De overheid kan immers met conflicterende doelstellingen geconfronteerd worden (macrobeheersbaarheid versus sluitende exploitatie bijvoorbeeld). Een onafhankelijke zorgautoriteit zou in de oorspronkelijke plannen de taak op zich nemen en het Cft verneemt dan ook graag of de oprichting van deze autoriteit op koers ligt en wat de taken worden van deze autoriteit.”
Volume van zorg verder beheersen
Er zal duidelijkheid moeten komen over de vraag welke rol particuliere verzekeraars gaan spelen in de budgetfinanciering van het Sehos (Sint Elisabeth Hospitaal) en hoe het totale zorgaanbod uiteindelijk verdeeld zal worden over het Sehos (en straks HNO, red.) en de huidige particuliere klinieken en laboratoria.
Het vraagstuk van regie is volgens het Cft overigens niet beperkt tot de situatie waarin het nieuwe ziekenhuis is opgeleverd; ook gedurende de transitieperiode is centrale aansturing noodzakelijk.
De inbreng van de gebruikers moet immers nog verwerkt worden.
Daarnaast zal er een visie moeten komen op de regie in dit stelsel en hoe gegarandeerd wordt dat het ziekenhuis efficiënt kan blijven werken.
Bij een geplande indexering van 3 procent (per jaar) is het naar het deskundig oordeel van het Cft ‘onvermijdelijk’ dat het volume van de zorg verder beheerst wordt, onder andere door een beperking van het aantal ligdagen per aandoening.
Gisteren berichtte deze krant al over de het advies van het Cft inzake de randvoorwaarden uit de businesscase, onder andere om de budgetfinanciering en bijbehorende prijsaanpassing wettelijk te verankeren. In de businesscase wordt uitgegaan van een stijging van alle kosten en uitgaven van 3 procent per jaar.
,,Het Cft merkt op, gelet op de kostenontwikkeling in de zorg wereldwijd (die veelal minimaal het dubbele betreft), dat dit een aanname is die risico’s met zich meebrengt indien niet concrete maatregelen tot efficiencyverbetering worden genomen.”
Het College verzoekt dan ook nadere toelichting bij de aangenomen prijsontwikkeling van 3 procent en meer informatie over de wijze waarop men denkt de kostenstijgingen tot dit niveau te kunnen beperken. Waar momenteel nog sprake is van tariefsfinanciering, wordt in de businesscase uitgegaan van budgetfinanciering.
Het Cft is van oordeel dat de budgetfinanciering en de wijze van prijsaanpassing dus wettelijk moeten worden vastgelegd.
Advertentie