Willemstad – Het gerecht op Curaçao is bevoegd om de zaak van het olielek vorig jaar bij Jan Kok in behandeling te nemen.
Advertentie
Dat heeft mr. P. van Schendel gisteren gevonnist nadat het Venezolaanse staatsoliebedrijf Petroleos de Venezuela SA (PdVSA), een van de gedaagde partijen in de zaak van de Stichting Monumentenzorg en Sea Shore Properties, aan de rechter de vraag had voorgelegd of de rechtbank wel bevoegd was om de zaak te behandelen.
Monumentenzorg en Sea Shore Properties spanden een zaak aan tegen
- PdVSA,
- Refinería Isla Curazao bv en
- Refinería Isla SA
voor de geleden schade als gevolg van het olielek vorig jaar augustus.
PdVSA beriep zich onder meer op het feit dat de maatschappij niet op Curaçao gevestigd is of daar kantoor houdt.
Tevens zou het bedrijf geen activiteiten ondernemen op de olielaad- en overslagterminal bij Bullenbaai.
In het verweer betoogde de raadsman van PdVSA dat Isla bv Bullenbaai exploiteert.
Isla bv en Isla SA zijn zelfstandige entiteiten die ieder hun eigen besluiten nemen.
De eisers stelden van hun kant dat PdVSA een onrechtmatige daad beging en dat het lek en de daaruit voortvloeiende schade zich op Curaçao hebben voorgedaan.
Op grond hiervan zou de lokale rechtbank bevoegd zijn om de zaak volgens eisers te behandelen.
Rechter Van Schendel gaf de eisers gelijk in zijn oordeel dat de rechtbank bevoegd is om de zaak te behandelen op de plaats waar de onrechtmatige daad zich heeft voorgedaan.
Van Schendel vonniste ook dat er voldoende samenhang bestaat tussen de vorderingen tegen
- PdVSA,
- Isla bv en
Isla SA
om op grond van doelmatigheid, een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
De Venezolaanse maatschappij PdVSA moet – nu het verzoek om de rechtbank onbevoegd te verklaren is afgewezen – een bedrag van 900 gulden betalen aan de Stichting Monumentenzorg en Sea Shore Properties, zijnde de kosten voor de behandeling van het verzoek.
Het bezwaar van PdVSA tegen de verkorte behandeling van de zaak werd door de rechtbank niet gehonoreerd.
Het bedrijf moet voor de kosten van de behandeling van het verweer 900 gulden aan de eisers betalen.
De zaak wordt op 6 januari 2014 om negen uur behandeld.
Raadsman Rogier van den Heuvel die de eisers vertegenwoordigt, verwacht dat er in april 2014 een uitspraak in de behandeling van de zaak zelf zal zijn.
Advertentie