Na veroordeling kan ontzetting uit actief en/of passief kiesrecht volgen
Willemstad – Voor zover bekend, bepaalt de wet waar het betreft het lidmaatschap van de Staten niets ingeval een lid van de Staten de status van verdachte krijgt, zoals nu van toepassing is voor MFK-fractieleider Gerrit Schotte.
Maar als iemand schuldig wordt bevonden en een veroordeling krijgt tot gevangenisstraf van ten minste een jaar, dan is in het Wetboek van Strafrecht van Curaçao een regeling opgenomen over ‘ontzetting van rechten’, bijvoorbeeld actief en passief kiesrecht, namelijk dat dit actief en/of passief kiesrecht kan worden ontnomen.
Of formeel gezegd: ontzetting van ‘het recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen of tot lid van deze organen te worden verkozen of beide’.
Zo blijkt als deze krant een jurist om advies vraagt.
,,De ontzetting kan onder andere worden uitgesproken bij misdrijven tegen
- de veiligheid van het Koninkrijk of Land;
- bij misdrijven tegen de koninklijke waardigheid en tegen de waardigheid van gouverneur;
- bij misdrijven tegen hoofden van bevriende staten en andere internationaal beschermde personen;
- bij misdrijven betreffende de uitoefening van staatsplichten en staatsrechten;
- bij misdrijven tegen de openbare orde;
- bij terroristische misdrijven;
- bij deelname aan een criminele of terroristische organisatie;
- en bij ambtelijke omkoping.
De ontzetting uit het passief en/of actief kiesrecht kan bijvoorbeeld niet worden uitgesproken bij een veroordeling voor witwassen.”
Verder bepaalt artikel 43 van de Staatsregeling van Curaçao dat ‘de leden van de Staten rechtstreeks worden gekozen door de ingezetenen van Curaçao met de Nederlandse nationaliteit die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt’ en ‘van het kiesrecht is uitgesloten hij die wegens het begaan van een daartoe bij landsverordening aangewezen delict bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van ten minste een jaar en hierbij tevens is ontzet van het kiesrecht’.
De jurist wijst vervolgens op de relevantie van artikel 45 lid 3 van de Staatsregeling van Curaçao:
,,Bij landsverordening kunnen regels worden gesteld voor de vervallenverklaring van het lidmaatschap van een lid van de Staten, dat wegens het begaan van een delict bij onherroepelijk rechterlijke uitspraak is veroordeeld tot een vrijheidsstraf. De landsverordening regelt de misdrijven waarvoor het lidmaatschap van de Staten kan worden vervallen verklaard alsmede de beroepsmogelijkheid van het betrokken Statenlid bij het Hof van Justitie.”
Deze landsverordening is er, maar moet volgens de geraadpleegde jurist nog worden aangepast aan het in 2012 in werking getreden nieuwe Wetboek van Strafrecht.
bron: Antiliaans Dagblad
Advertentie