Willemstad – De Cubanen die vanaf 2006 met succes in Amerika miljoenenclaims toegewezen kregen tegen hun voormalige werkgever de Curaçaose Dok Maatschappij (CDM) mogen van de rechter in de VS verder procederen tegen ook het Land Curaçao.
Advertentie
Het Amerikaanse Hof van Beroep van het Zuidelijke District van Florida wijst de bezwaren en het verzoek van het Land Curaçao tot het niet-ontvankelijk verklaren van de drie Cubanen, die onder erbarmelijke omstandigheden werkzaam zijn geweest bij CDM, af.
De rechters willen eerst de inhoudelijke beslissing in de procedure afwachten.
Al eerder wonnen de Cubanen zaken tegen het Curaçaose Droogdok, dat werd veroordeeld tot het betalen van 80 miljoen dollar (met rente zou dat intussen nog verder zijn opgelopen) voor het gebruik van de arbeidskrachten ‘als moderne slaven’, in verband met afspraken tussen CDM en de regering van Cuba.
Omdat CDM niet betaalt, en ook eenvoudigweg niet kán betalen, zijn de Cubanen een nieuwe zaak begonnen tegen het Land Curaçao, dat aandeelhouder is van de overheids- nv CDM. Zoals eerder bericht, wordt sinds enige tijd wel onderhandeld tussen het Dok en de Cubanen, maar naar verluidt liggen de standpunten nog ver uit elkaar. Ook liggen er al beslagen.
Het Land Curaçao en het Koninkrijk, waar Curaçao deel van uitmaakt, beriepen zich in hun verzoek aan het gerecht tot nietontvankelijkheidsverklaring, op de zogenoemde Foreign Sovereign Immunities Act (FSIA). Het beroep is afgewezen vanwege gebrek aan rechtsmacht.
De Amerikaanse rechtbank ziet bovendien mogelijkheden om de immuniteit van Curaçao te negeren en de zaak voort te zetten op basis van één van de uitzonderingen in de FSIA, namelijk de zogenoemde ‘commercial activity’. Verder wordt in het complexe tussenvonnis ook gesteld dat zolang de zaak niet inhoudelijk is behandeld, de immuniteit zoals gewaarborgd in de FSIA, komt te vervallen.
Overigens wordt in ditzelfde tussenvonnis wel duidelijk gesteld dat er niet zomaar wordt voorbijgegaan aan het immuniteitsvraagstuk, maar dat dit te zijner tijd aan de orde komt.
Bron: Antilliaans Dagblad