Willemstad – Een inmiddels in Brazilië wonende vrouw heeft in Nederland in hoger beroep wederom een afwijzing gekregen voor het verkrijgen van een uitkering middels de Algemene nabestaandenwet (Anw).
Advertentie
Ondanks haar moeilijke sociale en financiële situatie, die onder meer het gevolg is van het overlijden van haar echtgenoot, de medische situatie van haar dochter en de belasting in verband met grondbezit in Nederland, kan het gerecht het verzoek van de vrouw niet goedkeuren.
De man overleed als gevolg van drugsgebruik in Suriname maar woonde op Curaçao.
Het vonnis stelt:
,,Niet aannemelijk is dat de echtgenoot op het moment van zijn overlijden in 2005 ingezetene van Nederland was. Bij de aanvraag heeft de vrouw vermeld dat de woonplaats van de echtgenoot Curaçao was. Daarvoor heeft zij inlichtingen uit het Bevolkingsregister van 15 februari 2002 van het Eilandgebied Curaçao en een vergunning tot verblijf in de Nederlandse Antillen van 21 december 1998 op naam van de echtgenoot overgelegd. In een brief van 21 maart 2010 heeft appellante toegelicht dat de echtgenoot in Suriname is overleden, maar op Curaçao woonde.”
De vrouw vond dat de uitkering ten onrechte was geweigerd omdat de familie van haar echtgenoot altijd aan de Nederlandse samenleving heeft bijgedragen.
Zij heeft aangevoerd dat de echtgenoot is overleden door drugsgebruik, ondanks haar pogingen het drugsgebruik te stoppen, waarbij zij door de familie zou zijn tegengewerkt.
De vrouw heeft ook betaald voor de schulden die haar echtgenoot gemaakt had en erop gewezen dat haar dochter ernstig ziek is en een dure medische behandeling en medicijnen nodig heeft.
Ook heeft de vrouw aangevoerd dat de echtgenoot gronden en gebouwen in Nederland bezat, en dat zij belasting moet betalen voor de percelen die zij bezit.
Het Hof stelt echter dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat echtgenoot ten tijde van zijn overlijden in Nederland werkzaam was.
,,De omstandigheid dat de echtgenoot de Nederlandse nationaliteit had en in Nederland grond of gebouwen bezat, is onvoldoende om te concluderen dat hij in Nederland woonde of werkte”, zo staat tot slot in het vonnis.
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie