DE LAATSTE tijd horen we veel geschreeuw om meer geld voor onderwijs vrij te maken, geld dat ook bedoeld is om het voortgezet onderwijs gratis te maken, waarvoor zelfs de minister van Financiën verantwoordelijk is gesteld. Volgens ons wordt deze discussie niet helemaal zuiver gevoerd. De huidige regering is twintig maanden aan de macht en heeft intussen al drie Onderwijs-ministers gekend.
Vandaag is ons onderwijs net zo ver als twintig maanden geleden. Dat is een toonbeeld van onvermogen en een gebrek aan visie op hetgeen wij willen met onderwijs in ons land. Door gebruik te maken van gegevens die we hebben gekregen over het schooljaar 2008- 2009, konden we een analyse en vergelijking maken van het katholiek schoolbestuur en het protestant-christelijk schoolbestuur. We hebben geconstateerd dat de kosten per leerling voor beide schoolbesturen gemiddeld ongeveer 5700 gulden per jaar bedragen.
Dat is een berekening gebaseerd op wat beide schoolbesturen aan subsidie ontvangen en wat ze van de ouders ontvangen. Bij het katholiek schoolbestuur worden dat ‘studiekosten’ genoemd en bij het protestant schoolbestuur ‘inkomsten van leden’. Die totaalbedragen zijn gedeeld door het aantal leerlingen bij dat schoolbestuur.
Let op, dat geldt voor het funderend en het voortgezet onderwijs samen!
In het bedrag van 5700 gulden zijn begrepen de salarissen van het schoolbestuur, de directie, leerkrachten en overig personeel; materiaal, boeken, water en energie, verzekeringen, belastingen, onderhoud, schoonmaak, alles. Alleen het schooluniform valt er buiten. Dat wil zeggen dat als de regering wil voldoen aan de wetten en de verdragen met betrekking tot het recht van elk kind op onderwijs, ongeacht zijn financiële positie, dan moeten wij als gemeenschap ongeveer 5700 gulden per jaar per kind betalen.
Daarbij moeten we er wel rekening mee houden dat elk jaar alles duurder wordt, ook voor elk kind dat op school zit. Dat betekent dus dat de regering aan de schoolbesturen als subsidie moet geven: 5700 gulden keer het aantal kinderen van vier tot en met achttien jaar dat onder het betreffende schoolbestuur valt.
Het bedrag van 5700 gulden is wat de gemeenschap nu al betaalt voor het onderwijs, een deel door het volk dat belasting betaalt, en een deel alleen door ouders van schoolgaande kinderen. Er is alleen onvoldoende controle van de overheid, om te garanderen dat de gelden die uit de regeringskas naar het onderwijs gaan, door de schoolbesturen ook efficiënt worden gebruikt voor het onderwijs. Met andere woorden, als de overheid het bedrag dat ouders betalen voor haar rekening neemt, en al dat geld correct wordt gebruikt voor het onderwijs, dan is er zeker voldoende geld om zowel het funderend als het voortgezet onderwijs gratis te maken.
Bij het vergelijken van de twee bovengenoemde schoolbesturen, hebben we geconstateerd dat beide schoolbesturen, om hun taak funderend en voortgezet onderwijs te verzorgen, 5700 gulden per leerling per jaar verbruiken, maar als we alleen al kijken naar de gebouwen van beide schoolbesturen, zien we een enorm verschil voor wat betreft onderhoud en schoonmaak.
Als we ook kijken naar de kwaliteit van het onderwijs van beide schoolbesturen, dan constateren we weer een enorm verschil, en zo kunnen we nog wel even doorgaan voor wat betreft de kwaliteitsverschillen.
Het punt is dat er een zeer strenge controle moet komen op alle schoolbesturen en we moeten eisen dat ze de taak waarvoor ze worden gesubsidieerd, naar behoren uitvoeren. Gratis onderwijs moet geen emotionele schreeuw zijn, en ook geen politieke stunt. Om gratis onderwijs te realiseren moeten we een structureel beleid invoeren en ons richten op een efficiënt gebruik van de middelen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Er moet een structureel beleid voor de schoolboeken komen, bijvoorbeeld door een centrale inkoop (via FMS?).
Laat de schoolbesturen hun lijsten bij die instantie inleveren, zodat die instantie offertes kan vragen en kan onderhandelen. Kom met een structureel beleid voor schooluniformen en laat een overheidsinstantie een offerte vragen bij bedrijven die uniformen kunnen maken.
Structureer het onderhoud van de scholen en eis verantwoording van de stichting die daarvoor subsidie ontvangt.
Analyseer of het in die stichting geïnvesteerde geld bijdraagt aan de ontwikkeling van onze kinderen. Als dat niet zo is, stop dan de subsidie en investeer direct in de schoolbesturen. Het kan niet zo zijn dat we zomaar extra geld in het onderwijs pompen, absoluut niet. We moeten onderzoeken en het gebruik van de onderwijssubsidie optimaliseren.
Wij van de stichting ‘Famia Claret pa Hustisia’ zijn ervan overtuigd dat als we dat doen, we zien dat er voldoende geld beschikbaar is om ook het voortgezet onderwijs gratis te maken.
Onderwijsbeleid voor ons land is een zaak van ons allemaal, en waar we kunnen leveren we een bijdrage!
FREDERIK CLARET
(Fundashon Claret pa Hustisia)
Curaçao