De vergadering zou oorspronkelijk vandaag plaatsvinden maar werd uitgesteld om de Raad van Commissarissen (RvC) en de Raad van Bestuur (RvB) de kans te geven intern met elkaar te beraadslagen.

De bijeenkomst werd aangevraagd door Shigemoto tijdens een bespreking in maart met Jamaloodin waarbij de bezorgdheid van St. Maarten over de stagnatie bij de Centrale Bank werd geuit. De Sintmaartense minister bracht naar voren dat het niet in het belang van de twee landen was dat deze situatie langer voortduurt.

De zeven leden tellende RvC en leden van de RvB komen op 21 april in vergadering bijeen voor intern beraad over het onderwerp. Robert Pietersz is onlangs, op 2 april op St. Maarten en op 5 april op Curaçao, beëdigd als tijdelijk RvC-lid.

Shigemoto hoopt dat hangende zaken aangepakt worden. Het betreft onder andere de uitgifte van de obligatielening voor de haven van St. Maarten, de 2012 begroting voor de bank en de laatste ontwikkelingen rondom de First Curaçao International Bank (FCIB) en de uitspraken van de Nederlandse officier van justitie over de rol van de Centrale Bank in deze aangelegenheid.

“De situatie vereist dat de RvC een standpunt inneemt over de onderwerpen rond de CBCS. Wat dit standpunt ook moge zijn, de RvC is als eerste verantwoordelijk voor het functioneren van de CBCS middels de directeuren en niet de ministers van Financiën”, verklaarde Shigemoto zondagavond in een communiqué.

“Zolang deze zaken niet aangepakt worden, kan iedereen blijven speculeren. Ik maak mij vooral zorgen over het internationale beeld van de bank en beide landen. St. Maarten wenst niet langer ten onrechte omringd te worden door negativisme”, verklaarde de minister.

Spies

De Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Liesbeth Spies verklaarde vrijdag dat alle beslissingen over de toekomst van de CBCS in overleg tussen de drie landen Curaçao, St. Maarten en Nederland genomen moesten worden.

Shigemoto reageerde met de stelling: “Ik ben het met de Nederlandse minister eens dat er een tripartiete overleg over de stand van zaken moet worden gehouden. Wij zijn echter nog niet zover gevorderd in het proces. Ik moet stellen dat de Nederlandse regering in deze zaak geen beslissingen kan nemen voor de twee landen.”

Hij voegde eraan toe dat de onafhankelijke status van de CBCS steeds gewaarborgd moest worden evenals haar rol in monetaire en financiële stabiliteit en de relatie met instituties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).