WILLEMSTAD — PARStatenlid Glenn Sulvaran heeft een serieuze waarschuwing geuit richting de coalitie over de concept- huurovereenkomst voor het gebouw van het St. Thomas College.
Volgens hem riekt de overeenkomst naar corruptie. “Als het zo is laat ik jullie opsluiten”, zei hij gisteren tijdens het Statendebat tegen minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD) Carlos Trinidad (PS) .
Verschillende overheidsdiensten, waaronder de Burgerlijke Stand (‘Kranshi’) moeten in het nieuwe gebouw worden ondergebracht. Volgens Sulvaran is het verdacht dat, volgens het besluit van de Raad van Ministers, is afgeweken van de eis van openbare aanbesteding bij de zoektocht naar een ander onderkomen voor de overheidsdiensten. Volgens hem is de concepthuurovereenkomst eerst uitonderhandeld met belanghebbenden en pas daarna is het voorstel om naar het St. Thomas College te verhuizen naar de Raad van Ministers gestuurd.
Dat Wetgeving en Juridische Zaken pas achteraf om advies wordt gevraagd en de minister een ambtenaar zal aanwijzen om het contract te ondertekenen, is voor Sulvaran nog meer bewijs dat er iets verkeerds aan de hand is. Hij vindt het vreemd dat Römer zich opwerpt als vertegenwoordiger van de eigenaren, maar dat er geen enkel bewijs is geleverd dat Römer inderdaad door de eigenaren gemachtigd is. Sulvaran wil weten wie de eigenaren van het gebouw zijn.
De overheid moet dat weten, zodat zij zeker is dat ze geen zaken doet met bijvoorbeeld criminelen. “Dat Römer zelf het contract opstelt en dit zelf als verhuurder ondertekent is ook niet te vertrouwen.”
Verder vraagt Sulvaran zich af waarom nergens in het contract staat hoeveel vierkante meters het St. Thomas College in totaal is, zodat dit vergeleken kan worden met het contract voor het huidige gebouw waarin Kranshi is gehuisvest.
Ook bevreemdt het het PAR-Statenlid dat nergens in het contract staat vermeld wie de verzekering van het gebouw op zich neemt. “Dit hoort de eigenaar te doen.”
Dat de overheid als huurder zelf moet investeren in de verbouwing en bij het niet-verlengen van het contract geen enkel recht heeft op vergoeding voor de verbouwingen, is voor Sulvaran bewijs dat de verhuurder zo snel mogelijk zijn investering over de rug van de overheid wil terugverdienen en met een gebouw wil achterblijven dat veel meer waard is dan op het moment dat het verhuurd is.
Het contract stelt dat de huur voor minimaal twee jaar is met de mogelijkheid op verlenging voor vijf jaar. Bij een huurbedrag van 125.000 gulden per maand komt dit neer op 3 miljoen gulden in twee jaar tijd. Dat de verhuurder maar voor 35.000 gulden per jaar aan onderhoud in het gebouw steekt, kan volgens Sulvaran ook niet. “Wat als na een jaar blijkt dat het dak lekt en dat er voor 200.000 gulden een nieuw dak op gezet moet worden? Moet de regering ook hiervoor opdraaien?”