Parlementariërs willen snel antwoorden
WILLEMSTAD — De Staten hebben gisteren de slachtoffers van de ramp bij het 
kruithuis aan de Seru Loraweg herdacht met een minuut stilte. Dit gebeurde voor een debat over het onderwerp, dat onder meer door PNP-Statenlid Humphrey Davelaar was aangevraagd. In het debat uitten Statenleden hun medeleven met de slachtoffers, terwijl enkelen ook stil stonden bij de vraag wie voor de ramp verantwoordelijk kan worden gehouden.
Ofschoon Davelaar in zijn verzoek om de aanwezigheid van de verantwoordelijke ministers had gevraagd, konden zij gisteren door omstandigheden niet aanwezig zijn.
Davelaar verzocht toch de regering om toe te zien op een goede zorgverlening en bijstand voor de slachtoffers en hun familieleden.
Ook deed hij een beroep op de regering om een dag van nationale rouw af te kondigen, om zo de slachtoffers te eren.
De PNP’er vroeg zich tevens af of er wel sprake was van adequate opslag van vuurwerk op Curaçao en mocht dit niet zo zijn, waarom er toch vergunningen voor de import van meer vuurwerk werden afgegeven.
MAN-lid en voormalig minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) Charles Cooper benadrukte gisteren dat de schuld voor de explosie van afgelopen zaterdag niet bij de Dienst Openbare Werken (DOW) moet worden gezocht.
Tijdens zijn interventie in de Staten wees Cooper erop dat DOW alleen met de opslag van vuurwerk is belast.
Het vervoeren van vuurwerk van en naar het kruithuis valt onder de verantwoordelijkheid van de brandweer, aldus het MAN-lid.
Hij gebruikte ook krantenfoto’s om aan te tonen dat het kruithuis ‘zijn werk had gedaan’, zoals hij het gisteren had verwoord.
“Kijk maar naar de foto’s. Het dak en de deuren zijn weg. De muren hebben het gehouden. Dit is ook de bedoeling, op deze manier beperk je de schade voor de omgeving zo veel mogelijk”
, aldus Cooper, die zijn collega’s opriep om geen voortijdige conclusies te trekken, voordat het onderzoek door de autoriteiten daadwerkelijk heeft aangetoond wat er is gebeurd.
Voor MFK-Statenlid Amerigo Thodé was het overduidelijk wie verantwoordelijk is voor de explosie bij het kruithuis.
“Dit heeft plaatsgevonden in een gebouw van de overheid. Het is een taak van de overheid. Dus de overheid is verantwoordelijk.”
Volgens hem dienen diegenen die de verantwoording dragen voor wat er gebeurd is, hier rekenschap voor af te leggen.
Thodé drong er bij de autoriteiten op aan om de nodige stappen te ondernemen om herhaling van deze ‘tragedie’ te voorkomen.
PAR-Statenlid Omayra Leeflang maakte zich zorgen over de grote hoeveelheid vuurwerk die nu op het eiland is.
Zij rekende uit dat dat nu al meer dan 400 ton is.
Dit is meer dan het dubbele van de hoeveelheid bij de vuurwerkramp in Enschede.
Leeflang gaf aan van de regering te willen weten waar dit vuurwerk is opgeslagen, of deze opslag wel adequaat is en of het geen gevaar vormt voor de samenleving.
Ook verzocht zij de regering om zo snel mogelijk werk te maken van de instelling van een coördinator rampenbestrijding voor Curaçao.
PS-lid Melvin ‘Mac’ Cijntje gaf op zijn beurt aan dat door de jaren heen tal van rapporten zijn opgesteld over het kruithuis, maar dat opeenvolgende regeringen er niets mee hebben gedaan.
Zo haalde het PS-lid een rapport van de DOW uit 2007 aan, waarin al werd aangegeven dat het kruithuis moest verhuizen vanwege het grote gevaar voor de omgeving en de staat van de opslag van vuurwerk.
Hij riep zijn collega’s op om niet aan de ‘blame game’ te doen en ook het resultaat van het onderzoek af te wachten.
Alex Rosaria (Pais) greep de vergadering van gisteren aan om de drie slachtoffers bij naam te noemen en om hun nabestaanden sterkte te wensen met de feestdagen voor de deur.
Hij benadrukte dat de Curaçaose gemeenschap verantwoordelijk is voor de explosie bij het kruithuis, terwijl hij aandrong op maatregelen om herhaling hiervan te voorkomen.
Ook MAN-lid Hensley Koeiman, die afgelopen zaterdag de ontwikkelingen letterlijk op de voet had gevolgd, stond stil bij de nabestaanden en de slachtoffers.
Hij had wel zijn vraagtekens bij het gebeuren op de bewuste dag.
“Ik was afgelopen zaterdag bij de Seru Loraweg. Ik moest van de autoriteiten mijn auto achterlaten om te voet verder te gaan. Op een bepaald moment mocht ik niet verder, maar ik zag gewoon kinderen in tuinen spelen. Ik mocht niet verder omdat het te gevaarlijk was, maar was het dan niet te gevaarlijk voor de mensen in het bewuste gebied en had men hen niet moeten evacueren?”
, vroeg hij zich af.