WILLEMSTAD — Het motorschip de Seamaster, waar begin september door de Curaçao Port Authorities (CPA) en dochtermaatschappij KTK beslag op werd gelegd, mag van de rechter niet onderhands verkocht worden en zal daarom geveild moeten worden.
Het gehavende schip lag tot eind november aan de derde jetti in de Caracasbaai aangemeerd, zonder dat de liggelden (pier- en havengelden) en de beveiliging werden betaald.
De derving van inkomsten voor CPA bedroeg op het moment dat het schip naar de kleine pier tegenover de vroegere Baya Beachclub werd verplaatst, ongeveer 640.000 gulden.
De huisadvocaat van CPA hoopte op toestemming van de rechter om het schip onderhands te verkopen, aangezien zich twee potentiële kopers hebben aangediend en dit een mogelijke kostenbesparing had kunnen opleveren.
“De kosten om de veiling onder andere aan te kondigen, zullen ongeveer tussen de 3000 en 4000 gulden bedragen”
, aldus Braam.
‘Creatief ’
De advocaat licht toe dat de rechter heeft gemeend dat een onderhandse verkoop niet op de wet gebaseerd is.
“Ik heb middels een nieuwe insteek gepoogd aan te tonen dat het schip wel degelijk onder de uitzonderingen zou vallen, waardoor een dergelijke verkoop mogelijk zou moeten zijn. Het is namelijk zo dat er binnen de wet uitzonderingen worden gehanteerd voor bijvoorbeeld vruchten van bomen of vlees, omdat het hier om bederfelijke waar gaat. Ik heb gemeend dat dit schip eigenlijk als bederfelijke waar moet worden gezien, waarbij door het verstrijken van tijd (aangezien binnendringend water weggepompt moet worden) de conditie achteruitgaat. De rechter ging hier niet mee akkoord, maar ik kreeg wel de feedback dat het een ‘creatieve poging’ was”
, aldus een lachende Braam.
Hij stelt dat de eigenaren van het schip en de eigenaar van het scheepvaartagentschap dat het schip vertegenwoordigt, Rivelino Marcano, aansprakelijk blijven voor het verschil tussen de mogelijke opbrengst van de veiling en de derving van inkomsten.
De veiling zal omstreeks 1 januari plaatsvinden.