Onno den Hollander
Blote voetjes in het zand, biertjes in de hangmat en éindelijk uitslapen. Wie hard werkt, moet hard uitrusten. Quote maakte een serie met ondernemers die een sabbatical namen. Zo ook Edward van de Ridder, die naar Curacao ging. ‘De mensen lachen je uit als je een maand vooruit plant.’
Edward van de Ridder (48) studeerde economie en communicatie zette zijn eerste stappen in de reclamewereld bij TBWA begon in 2005 met twee partners reclamebureau Noise werkt nu als head of strategy bij reclamebureau Alfred en elke vrijdagmiddag als Daddy Daycare.
Een sabbatical van zeven maanden. Bestemming: Curaçao. Hoe verkoopt een reclameman dat aan zijn dochters van 7 en 8 jaar oud? ‘Met een powerpoint, natuurlijk,’ lacht Edward van de Ridder. ‘Ik liet de stranden zien, het snorkelen en een manege, want ze zijn gek op paarden. Toen waren ze verkocht.’
Van de Ridder had zijn reclamebureau Noise zien uitgroeien tot een groep van meerdere bedrijven en wilde een pas op de plaats maken. ‘Mijn liefde zit bij de reclame, maar hoe groter het bedrijf werd, hoe minder ik met de inhoud bezig kon zijn. Ik dacht: onder een palmboom kom ik vast tot wereldschokkende inzichten over hoe ik het roer volledig om kan gooien.’
Ook zijn vrouw zag de reis wel zitten, dus werden de koffers gepakt en vertrok het gezin naar de Cariben. Het luilekkerleven kon beginnen. ‘In Nederland ben ik een enorme stuiterbal, maar ik bleek ook heel goed te zijn in nietsdoen. We stonden op 6 uur ’s ochtends op, brachten de kinderen naar school en gingen een uurtje sporten. Daarna dronken mijn vrouw en ik een kopje koffie op het strand. Zij hielp overdag met het opzetten van een nieuwe strandtent en ik mocht al die maanden Daddy Daycare spelen. Heerlijk.’
Van de Ridder leefde op teenslippers. Hij deed boodschappen, haalde de kinderen van school en lag dagelijks op het strand. Soms probeerde hij een boek te lezen in de hangmat, maar bij iedere poging viel hij na vijf minuutjes al in slaap. Lacht: ‘Ik heb veel kleine siësta’s gedaan, ja.’ Bracht hij dan wel eens een bezoekje aan het nabijgelegen Bonaire, Miami, of Colombia? ‘Zelfs dat niet. We genoten van ons relaxte leven op het eiland. Die uitstapjes hebben we niet eens nodig gehad.’
Toch zat het gezin niet helemaal stil. ‘We hebben wel een cursus Papiaments gedaan. Curaçao is een kletseiland, maar niet iedereen spreekt goed Nederlands. Die cursus hielp om de bewoners beter te leren kennen.’ Ook haalde Van de Ridder zijn duikbrevet en werd er veelvuldig gesnorkeld. ‘Bij Playa Grandi. Dat is een vissersstrandje waar de vissen schoongemaakt worden. De resten gooien ze terug in zee, daarom leven daar enorme zeeschildpadden. Het is zo rustgevend om die prachtige dieren te zien bewegen en er zelf tussen te zwemmen. Echt magisch.’
Zelfs in zee bleek het ritme van leven traag. Van de Ridder genoot ervan, net als van de ongedwongenheid op het eiland. ‘De mensen leven niet met een agenda op zak. Ze komen elkaar spontaan tegen bij een happy hour of een barbecue. Als je donderdag afspreekt om zondag iets leuks te gaan doen, dan hebben ze daar tijd voor. Maar wil je een maand van tevoren een afspraak maken dan lachen ze je vrolijk uit.’
Ook in het verkeer komt die flexibiliteit terug. ‘Er kan zomaar file ontstaan als twee bekenden elkaar tegemoet rijden. Dan draaien ze het raampje open en gaan ze uitvoerig bijkletsen op de drukste weg van het eiland. Niemand maakt zich daar druk over. Iedereen wacht gewoon tot het gesprekje is afgelopen. Goed he?’
Het zonnige leven onder een palmboom bracht inderdaad een wereldschokkend inzicht: ‘Dat ik mijn vak fantastisch vind en het liefst weer terug de reclamewereld in wilde gaan. Na zeven maanden, precies toen mijn teenslippers versleten waren, kwam ik uitgerust terug in Nederland en kon ik vrijwel direct bij Alfred (reclamebureau, red.) beginnen. De teenslippers heb ik als aandenken op mijn veranda gehangen.’
Bron: Quote