WILLEMSTAD — Vooralsnog speelt er niets binnen de Orde van Advocaten in verband met het pleidooi van Chester Peterson afgelopen donderdag in de rectificatiezaak, die de directeur van de Centrale Bank – Emsley Tromp – tegen de stichting Kòrsou Fuerte i Outonomo heeft aangespannen.
Het pleidooi heeft voor veel commentaar en reacties gezorgd, zowel binnen als buiten de advocatuur.
Peterson begon zijn pleidooi door te zeggen:
“Er waart een spook door Curaçao, het spook van de intellectuele daders van de moord op Wiels. Velen menen dat dit spook vandaag in deze zaal aanwezig is. Het is immers een feit dat, naast andere geruchten, in ieder geval ook het hardnekkige gerucht op Curaçao de ronde doet dat de echte moordenaars van Wiels of de intellectuele beramers of financiers van die moord bij en rondom Tromp gezocht moeten worden.”
De vraag zou gesteld kunnen worden of deze uitspraken jegens Tromp onrechtmatig zijn of niet. Wij menen dat noch voormelde uitspraken noch onze door Tromp gehekelde uitspraken in ons persbericht onrechtmatig mogen worden beoordeeld.” Vicedeken van de orde van advocaten Everet Wilsoe zegt kennis te hebben genomen van de publicaties, maar voor zover hij weet speelt er nog niets hierover bij de orde. Feit is echter wel dat er onderling veel commentaar wordt geleverd over de zaak.
Volgens Wilsoe kan een advocaat ‘in het heetst van de strijd’ heel ver gaan in zijn pleidooi om zijn klant te verdedigen, zolang hij de grenzen van het toelaatbare qua normen en waarden niet overschrijdt. “De mogelijkheid bestaat altijd dat de tegenpartij alsnog een klacht indient bij de Raad van Toezicht”, aldus Wilsoe.
Ook binnen de orde kan het een en ander plaatsvinden.
“Leden kunnen een gesprek aanvragen met de deken. Deze kan hierop een gesprek aanvragen met de betrokkenen. Op basis van mogelijke klachten die binnenkomen, kan de deken ook een klacht indienen bij de Raad van Toezicht.”
Peterson en Eldon ‘Peppie’ Sulvaran zijn partners en hebben samen advocatenkantoor Sulvaran & Peterson. Woensdag al trok het kantoor de aandacht, toen Sulvaran in een opiniestuk fel van leer trok tegen de rechterlijke macht. Een wrakingsverzoek tegen rechter Mijnssen werd afgewezen. Sulvaran wilde niet dat deze rechter een verzoek van zijn cliënt om niet aan de Verenigde Staten uitgeleverd te worden, zou behandelen. Op basis van afwijzing van de wraking stelde Sulvaran ‘dat de rot behoorlijk
Bron: Amigoe