DEN HAAG — Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties neemt een afwachtende houding aan met betrekking tot de eventuele dollarisatie van St. Maarten. Maar de invoering van de dollar zal hoe dan ook weinig gevolgen hebben voor de prijzen op St. Maarten of op St. Eustatius en Saba, schrijft hij aan de Tweede Kamer.
Advertentie
De fracties van de PvdA en VVD vroegen in een gezamenlijke brief een reactie van de minister op het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) om de dollar in te voeren op St. Maarten.
“Bij mijn weten heeft de regering van St. Maarten nog niet officieel op dit herhaalde advies gereageerd. Ook nu zijn mij tot zover geen voornemens tot dollarisatie van de regering bekend”, antwoordt de minister.
Plasterk erkent dat er sprake is van een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans van de monetaire unie in 2012, dat veroorzaakt wordt door Curaçao, maar dat er geen signalen zijn van minder vertrouwen in de Antilliaanse gulden.
“Om de huidige trend om te buigen en negatieve gevolgen te voorkomen voert de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten een verkrappend monetair beleid in de vorm van een verhoogde kasreserveverplichting voor de banken en een kredietplafond”, aldus Plasterk.
Hij heeft ook geen signalen ontvangen over een eventuele devaluatie van de Antilliaanse gulden, die al sinds 1971 aan de dollar gekoppeld is via een vaste wisselkoers.
De minister schrijft verder dat een eventuele dollarisatie weinig gevolgen zal hebben voor de prijzen, omdat de dollar al gebruikt wordt op St. Eustatius en Saba en ook een belangrijke rol speelt op St. Maarten.
“Het is niet te verwachten dat invoering van de dollar op St. Maarten leidt tot prijsstijging van vanuit St. Maarten geïmporteerde producten”, schrijft hij.
Tot slot schrijft Plasterk dat Curaçao en St. Maarten zelf moeten kijken of ze de Antilliaanse gulden ooit willen vervangen door een Caribische gulden.
Als St. Maarten toch de dollar invoert, dan ligt die beslissing bij Curaçao.
bron: Amigoe
Advertentie