28 C
Willemstad
• vrijdag 19 april 2024

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, April 16, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 16 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 15, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 15 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

AntilliaansDagblad | Oud-Ennia-ceo: Ten onrechte in zaak betrokken

HomeLandenArubaAntilliaansDagblad | Oud-Ennia-ceo: Ten onrechte in zaak betrokken

Volgens Van Doorn ging hij confrontatie aan met Ansary

Vlnr. advocaat Ursus van Bemmelen, Gijsbert van Doorn en advocaat Jeroen de Baar. Ennia Hushang Ansary (achtergrond)  | Antilliaans Dagblad

Willemstad – Voormalig ceo van Ennia, Gijsbert van Doorn, is op meerdere momenten de confrontatie met Hushang Ansary aangegaan en heeft – tevergeefs – geprobeerd zijn zienswijze op het gebied van onder meer beleggingen en solvabiliteit aan de orde te stellen.

Hoewel Van Doorn heeft betwist dat hij onrechtmatig heeft gehandeld jegens Ennia en zich op het standpunt stelt dat hij door Ennia en de Centrale Bank CBCS ten onrechte werd en wordt betrokken in de procedure, die volgens Van Doorn feitelijk is gericht tegen Ansary, werd de oud-bestuurder eind vorig jaar toch veroordeeld. En wel tot betaling van ruim 15,5 miljoen aan schade.

Binnenkort verstrijkt de termijn om hoger beroep aan te tekenen. Voor het instellen van hoger beroep staat namelijk een wettelijke termijn van zes weken. Het ‘Ansary-vonnis’ werd op 29 november 2021 gewezen. De zes weken zijn komende maandag 10 januari 2022 voorbij.

Van Doorn, die apart van de overige gedaagden verweer voerde, is in twee perioden werkzaam geweest bij Ennia. Van 14 maart 2005 tot 16 juni 2008 en van 25 juni 2009 tot 30 april 2011 was hij bestuurder (chief executive officer, ceo) van Ennia Holding en de verzekeraars (Schade, Zorg en Leven) en lid van het ‘investment committee’. Daarnaast was hij van 20 juli 2006 tot 1 mei 2009 bestuurder van Ennia Investments. Ralph Palm, eveneens gedaagde en ook veroordeeld, nam in maart 2011 de functie van ceo over van Van Doorn.

De aan gedaagden – Ansary, zijn dochter Nina Ansary en enkele ex-bestuurders – door Ennia/CBCS verweten gedragingen zijn grotendeels ingezet in de periode dat Van Doorn bestuurder was. Hij heeft volgens de Centrale Bank, die bij Ennia medio 2018 het roer overnam in verband met de noodregeling, ernstig verwijtbaar gehandeld, omdat hij het belang van Ennia niet voorop heeft gesteld. Hij is daarom aansprakelijk voor de geleden schade.

Van Doorn heeft, net als oud-directeuren Palm en Abdallah Andraous, naar voren gebracht dat zij nooit zélf hebben geprofiteerd. Dat is echter bij de beoordeling van de vraag of zij aansprakelijk zijn als bestuurder niet doorslaggevend, oordeelt de rechter.

Van Doorn stelt dat ‘Ansary het beleid van Ennia bepaalde’. Ook door de legal counsel is opgemerkt dat Ansary dagelijks overleg voerde met de voorzitter van het bestuur van Ennia en dat door Ansary ‘instructies werden gegeven aan het bestuur’. Volgens Van Doorn is hij meer dan eens de confrontatie aangegaan met de Amerikaanse grootaandeelhouder.

Hoe het eraan toe (kon) gaan, blijkt wel uit het volgende: op 18 januari 2011 heeft een overleg plaatsgevonden waarbij de bestuurders van Ennia (Van Doorn, Andraous, Richard Gibson, Gilbert Martina, Reinald Curiel en Marco Meuleman) en Ansary aanwezig waren. In het door Van Doorn opgemaakte verslag van dit overleg staat onder meer: ,,De uitkomst van de meeting was dat: – De heer Ansary uitermate duidelijk aangaf zelf de beleggingsbeslissingen te zullen blijven nemen, en dat wij daar als statutaire directie geen enkele rol in spelen; – De noodzaak tot het afbouwen van de posities in IC-leningen door hem niet werd onderschreven.”

Van Doorn heeft vanaf eind januari 2011 geen werkzaamheden meer verricht bij Ennia en is in april 2011 formeel uit dienst getreden. Voor de periode daarvoor geldt dat hij wel een rol had. Met betrekking tot een donatie (van Ennia) aan de Cesar Foundation bijvoorbeeld, heeft Van Doorn per e-mail van 25 februari 2010 aan Roy Beaujon, secretaris van Ennia Holding, bericht: ,,Wil je deze donatie in gang zetten zonder de verdere details te onthullen (dus niet deze mail doorsturen)? Op [Ennia Investments] uiteraard.”

Het gerecht noemt het ‘zeer opmerkelijk’ dat van deze donatie wordt gezegd dat geen verdere details moeten worden onthuld. Gedaagden hebben dat in deze procedure onverklaard gelaten, merkt het vonnis op.

Het is ‘ernstig verwijtbaar’ dat Van Doorn en andere voormalige bestuurders en Ansary als feitelijk bestuurder ‘het ertoe hebben geleid’ dat dergelijke ‘buitenissige betalingen’ vanuit Ennia werden gedaan. ,,De doelen zijn bovendien voor een belangrijk deel duidelijk gekoppeld aan Ansary zelf”, aldus de rechter.

‘Investment committee was besluit RvC’

Volgens Van Doorn kan hem niet worden verweten dat Ansary de beloofde kapitaalinjectie van 100 miljoen gulden heeft uitgevoerd middels de inbreng van aandelen. In de perioden waarin Van Doorn bestuurder was van Ennia heeft het eigen vermogen steeds een positief saldo gehad, zelfs als wordt uitgegaan van een lagere waarde van Mullet Bay op Sint Maarten.

Van Doorn voerde in de rechtsprocedure verder aan dat hij niet is betrokken bij de wijzigingen in de structuur die volgens Ennia en de Centrale Bank CBCS zouden hebben geleid tot schade en tekorten. Het instellen van het investment committee was een beslissing van de raad van commissarissen (RvC), volgens Van Doorn met medeweten van de Centrale Bank. Datzelfde geldt voor de oprichting van Ennia Investments.

Dat een aantal van de beleggingen een verhoogd concentratierisico had, heeft op zichzelf niet geleid tot schade. Zo bracht Van Doorn naar voren. De door Ennia/CBCS gestelde geleden schade is ontstaan doordat het rendement uit de deelname in Stewart & Stevenson (S&S) grotendeels niet bij Ennia is terechtgekomen. Daarin kan Van Doorn geen verwijt worden gemaakt, meent hij zelf. Datzelfde geldt voor de door Ennia/CBCS gestelde onttrekkingen en andere kosten. Dat heeft plaatsgevonden nadat Van Doorn – voor de tweede keer – was afgetreden als bestuurder. Aan Van Doorn is voor zijn functioneren als bestuurder bovendien ‘steeds decharge verleend’.

Met betrekking tot Van Doorn heeft Ennia/CBCS gesteld dat hij (ook) aansprakelijk kan worden gehouden voor schade die is ontstaan ná zijn aftreden als bestuurder, omdat het voor Van Doorn voorzienbaar was dat Ennia, met Ansary als feitelijk bestuurder, het ingezette beleid zou voortzetten en dat dit (mogelijk) tot schade voor Ennia zou leiden.

Daarin volgt het gerecht Ennia/ CBCS niet. De aansprakelijkheid van een bestuurder eindigt in beginsel bij het beëindigen van het bestuurderschap. Er is geen aanleiding om daar in deze zaak anders over te oordelen, temeer niet nu de aan Ansary cum suis verweten gedragingen van na het aftreden van Van Doorn als bestuurder niet zonder meer zijn te herleiden tot het (mede) door Van Doorn ingezette beleid.

Ennia/CBCS kan evenmin worden gevolgd in haar stelling dat Van Doorn niet ‘zomaar’ kon aftreden, maar dat hij bijvoorbeeld naar de toezichthouder had moeten stappen of aangifte had moeten doen. Van Doorn heeft tweemaal zijn ontslag ingediend bij Ennia en daarvan was de Centrale Bank op de hoogte.

,,Dit gegeven had een signaal kunnen zijn”, stelt de rechter. Bovendien blijkt uit de stukken dat onder meer de solvabiliteit van Ennia al langer de aandacht had van de Centrale Bank. In ieder geval creëert het afzien van verdere acties door Van Doorn na zijn vertrek als bestuurder als zodanig geen aansprakelijkheid voor handelen door de andere gedaagden. Van Doorn heeft tegen de verwijten van Ennia/CBCS aangevoerd dat de herstructurering in de S&S-investering en het onthouden van de upside van de investering aan Ennia heeft plaatsgehad nadat Van Doorn zijn ontslag heeft aangeboden. Hem treft daarom ook geen verwijt en hij kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de door Ennia gestelde geleden schade, aldus Van Doorn.

Ten aanzien van de olieplatforms heeft Van Doorn tegen de vordering aangevoerd dat ‘met de keuze van de investering niets mis is’. Verzekeraars investeren vaker in bijvoorbeeld parken voor zonne- of windenergie of biomassacentrales. Bovendien waren er in aanloop naar de nieuwe status van Curaçao nauwelijks beschikbare overheidsobligaties, zodat het ook nodig was om tot een andere invulling van de beleggingen te komen.

Dat een deel van de olieplatforms met verlies is verkocht, kan niet leiden tot aansprakelijkheid, meent hij. Van Doorn is bovendien niet betrokken geweest bij de terugverkoop van de olieplatforms, aldus Van Doorn.

Het staat vast dat een deel van de olieplatforms met verlies is verkocht en dat het daarbij gaat om een bedrag van in totaal ruim 11 miljoen dollar. Dat enkele feit is naar het oordeel van het gerecht onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat gedaagden voor de door Ennia geleden schade aansprakelijk zijn. ,,Daarvoor dient te worden vastgesteld dat aan hen een ernstig verwijt is te maken. De stellingen die Ennia in dat verband naar voren heeft gebracht leiden niet tot dat oordeel.”

Van Doorn heeft aangevoerd dat de gestelde ‘onttrekkingen en uitkeringen’ die volgens Ennia/ CBCS hebben geleid tot tekorten en schade pas hebben plaatsgevonden na het aftreden van Van Doorn. Zelfs als het terrein van Mullet Bay op Sint Maarten zou worden getaxeerd op de laagst getaxeerde waarde, bestond er in de periode dat Van Doorn bestuurder was ruimte tot het doen van dividenduitkeringen. Aan Van Doorn kan daarom in dit opzicht geen (ernstig) verwijt worden gemaakt, aldus Van Doorn.

Zoals Van Doorn volgens de rechter ‘terecht heeft aangevoerd’ geldt voor de uitkeringen in de jaren 2009 en 2010 dat het eigen vermogen van Ennia Holding, zelfs uitgaande van de laagste waardering van Mullet Bay, positief was.

,,Dat betekent dat uitkeringen die in die periode zijn gedaan niet hebben geleid of zouden hebben kunnen leiden tot een negatief eigen vermogen. Deze uitkeringen worden daarom buiten beschouwing gelaten. Dat betekent ook dat aan Van Doorn, die vanaf januari 2011 feitelijk niet meer werkzaam was bij Ennia, in dit opzicht geen verwijt is te maken.”

Alles bij elkaar wordt Van Doorn als gedaagde, deels hoofdelijk, gehouden tot schadevergoeding van in hoofdsom de volgende bedragen: ter zake donaties 10.574.500 gulden; salarissen aan personen die niet in dienst waren 608.363 gulden; RvC 2.053.144; privévliegtuig NetJets 2.319.730. Totaal 15.555.737 (ofwel ruim 15,5 miljoen).

Bron: Antilliaans Dagblad

Naschrift KKC

Klik hier voor het document als uw browser het onderstaand Scribd document niet kan lezen of downloaden.

De vergoedingen van Ennia commissarissen pagina 30 van vonnis CUR201903842,CUR201903843, CUR201903842, CUR201903796, CUR201903844 en CUR201903846
De excessieve vergoedingen van Ennia commissarissen volgens het vonnis CUR201903842

 

2021 11 29 – VONNIS Ennia Hushang Ansary Nina Ansary Abdallah Andraous Ralph Palm Gijsbert Van Doorn Parman… by Knipselkrant Curacao on Scribd

7 reacties

  1. Het werken hier, of het ontvangen van leningen allemaal het zelfde
    De onofficiële verklaring is dat overgrootvader moest werken zonder loon. Dat geeft ons het recht om geld te ontvangen zonder te werken.
    Dat geeft ons het recht om leningen kwijt gescholden te krijgen.
    Dat geeft ons het recht om zonder verantwoording voor ons werk te zijn.
    En wie dat niet snapt begrijpt niets van onze cultuur.
    Wie hier commentaar op heeft is ongetwijfeld een die zijn welstand te danken heeft aan het werk van mijn voorvader.
    Wie dit niet kan accepteren is een racist, oom Tom of Oreo.
    Wie zich hiertegen verzet wil eigenlijk terug naar die tijd.

  2. Voorheen was het inderdaad gewoon geld vangen en niets doen.

    Helaas zitten er ook lasten aan!

    Alleen maar goed om dit soort figuren aan te pakken!

  3. Het moddergooien is begonnen.
    Niemand is meer verantwoordelijk?
    Yopfuncties, tja daar kleven topverantwoordelijkheden aan, naast de “top” voorrechten.

  4. De kromme markt economie,
    Bij het uitblijven van normale commerciële bouw en onderhoudsprojecten zijn die nu in handen van de overheid.
    En de overheid heeft wat wat aandacht nodig heeft.
    Een normale aanbesteding zou de zaak kunnen rechtvaardigen.
    Een overzicht van wat er gedaan moet worden een bieding van wat het moet kosten.
    Kaar, zou je denken.
    Alleen welke normering wordt er toegepast?
    Ik kan wel zeggen dat ik het voor de helft kan doen maar wat gaat er gebeuren als ik op een kwart zeg dat het budget verbruikt is? (Nu al heb ik 100% meer kunnen verdienen als de concurrent die wel spot on is)
    Of mijn werk is van zodanige kwaliteit dat het eigenlijk gelijk op nieuw gedaan moet worden?
    Maakt niet uit, het is toch overheidsgeld?
    Aanbesteding worden gedaan door vrienden en familie, waarbij de vrienden status gekocht kan worden. Zo verdient de aanbesteder er ook nog wat aan. Controle is in handen van de aanbesteder. En de aanbesteder hoeft zelf geen verantwoording af te dragen.
    Er is een reden dat minister een gewilde baan is op het eiland.
    Er is een reden dat veel politici bezittingen (vastgoed,trusts, bedrijven) hebben die buiten proportioneel van hun “normale beloning” zijn.
    Aan ons de beurt, aan ons de beurt om te zuigen aan de onuitputtelijke belasting borst.
    De vorige deden het ook dus waarom wij niet?
    En daarmee is gelijk aangegeven waarom:
    – coho tegen gehouden moet worden.
    – het eiland in de financiële problemen zit
    – dat de oorzaak van de problemen niet corona is.
    – er geen vooruitgang mogelijk is in deze bestuurscultuur/structuur.

    Alles is voor de herverdeling van geld.
    We doen tientallen miljoenen in de rafinaderij, geld uit belastingen naar F &F.
    Wegenonderhoud het zelfde (en net zo effectief)
    Onderhoud van gebouwen idem
    Scholing het zelfde laken een pak.
    Enz.
    Kijk om je heen en zie het.
    Belasting is er om verdeeld te worden niet om iets effectiefs in het algemeen belang te doen.

  5. Rommelige kwestie. Iedereen heeft wel een verhaal. Wat is het verhaal van Jaime Saleh vanuit de rvc en hr directeur andrey pichardo die de salarissen en spook medewerkers goedkeurde? Worden zij ook nog ondervraagd?

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties