Den Haag/Willemstad – Omdat Curaçao ‘nog voldoende middelen’ heeft – volgens het College financieel toezicht (Cft) – krijgt Curaçao voorlopig geen nieuwe liquiditeitssteun. Voor Aruba trekt Nederland de beurs wel flink open: 237 miljoen florin voor het tweede kwartaal.

Sint Maarten kan 39 miljoen krijgen, maar de Staten moeten dan wel eerst helderheid geven: Landspakket/Coho of aanklacht bij de VN? De Rijksministerraad (RMR) heeft dat gisteren besloten in verband met financiële steun aan de autonome CAS-eilanden.

Met Curaçao, Aruba en Sint Maarten heeft Nederland eind 2020 een akkoord bereikt over de Landspakketten, waarin hervormingen zijn overeengekomen. Als voorwaarde voor het ontvangen van de noodzakelijke liquiditeitssteun moeten de eilanden deze hervormingen doorvoeren. Over Curaçao heeft het Cft geconstateerd dat voor de maanden april, mei en juni ‘de liquiditeitsbehoefte nihil is’, aldus demissionair staatssecretaris Raymond Knops, die stelt dat er de afgelopen periode ‘over het algemeen’ constructief is samengewerkt aan de uitvoering van de maatregelen opgenomen in de eerste Uitvoeringsagenda.

,,Er zijn verschillende belangrijke stappen gezet, maar er is ook een aantal onderwerpen dat nadere aandacht behoeft.” Curaçao heeft aan enkele voorwaarden voor de, eerdere, derde tranche liquiditeitssteun ‘nog niet voldaan’.

Het gaat om: 1. Het vóór 1 januari 2021 vaststellen van de landsverordeningen die zien op de verlaging van 25 procent op het totale pakket arbeidsvoorwaarden van Statenleden en ministers per 1 juli 2020; en 2. Het vóór 1 januari 2021 vaststellen van de wet die ziet op de maximering van de arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen binnen de (semi)publieke sector en de korting op het totale pakket arbeidsvoorwaarden met 12,5 procent van personeel en topfunctionarissen van aan de overheid gelieerde entiteiten.

,,Zolang Curaçao deze landsverordeningen niet vaststelt en in werking laat treden, zal het land niet in aanmerking kunnen komen voor verdere tranches liquiditeitssteun”, aldus de RMR.

Voor Aruba heeft het CAft de liquiditeitsbehoefte geraamd op 237 miljoen voor het tweede kwartaal. Hierbij heeft de RMR het verzoek van Aruba gehonoreerd om 20 miljoen via de liquiditeitssteun beschikbaar te stellen voor de aflossing van verstrekte schatkistpromessen. Indien Aruba aanvullende schatkistpromessen uitgeeft in 2021, zal dit bedrag moeten worden terugbetaald. Nadat Aruba de tweede Uitvoeringsagenda heeft ondertekend, wordt de 237 miljoen verstrekt.

Sint Maarten – en vooral de coalitie in de Staten – moet eerst helderheid bieden voordat het verdere financiële steun uit Nederland kan ontvangen. De RMR wil weten waar politiek Philipsburg precies staat. De regering- Jacobs heeft op 17 maart al aan dit verzoek voldaan en de steun voor het hervormingstraject ‘ondubbelzinnig bevestigd’.

Een brief van Statenvoorzitter Rolando Brison (UP) ontving Knops pas kort voor de RMR, op 24 maart. ,,Hoewel in deze brief wordt verklaard dat er bij een meerderheid van de fracties in de Staten nog steeds steun bestaat voor het Landspakket en het traject richting de Rijkswet Coho, biedt de brief geen enkele helderheid over hoe deze steun zich verhoudt tot de ingediende petitie (bij de Speciaal Rapporteur Racisme en de Working Group of Experts on People of African Descent van de Verenigde Naties, red.), die eveneens gesteund wordt door een meerderheid van de Staten.”

Voor de RMR is dit aanleiding voor vragen: ,,Want hoe kan er steun zijn voor het Landspakket en het traject richting de Rijkswet Coho, maar ook voor een petitie waarin nadrukkelijk verzocht wordt om het stopzetten van exact dit traject?”

Om deze reden heeft de RMR besloten Sint Maarten nogmaals te verzoeken om duidelijkheid te geven. ,,Zolang opheldering over de ontstane situatie en het al of niet bestaan van politieke steun voor dit traject uitblijft, kan van Nederland niet verlangd worden nadere liquiditeitssteun te verstrekken.”

Bron: Antilliaans Dagblad van 27 maart 2021