Oranjestad – Volgens de regering heeft het Gerecht in Eerste Aanleg afgelopen vrijdag acties in het onderwijs laten stilleggen. Vakbondsleider Josephine Albertus van Simar, één van de gedaagde partijen, noemt dit ‘manipulatie’.
Vrijdag diende het kort geding dat de regering had aangespannen tegen twee vakbonden: lerarenvakbond Simar en de algemene vakbond Seppa. Na afloop bracht de regering een korte persverklaring uit. Daarin stond dat de rechtszaak was aangespannen, omdat de vakbonden hadden aangekondigd dat hun leden minder uren gaan werken om het korten van 12,6 procent op hun salaris te compenseren.
De regering wil deze manier van actievoeren voorkomen, omdat dit schadelijk is voor het onderwijs. Bovendien is het in de ogen van de regering tegen de wet. De regering heeft voorgesteld om 5 procent van het salaris terug te geven, in ruil voor vakantiedagen.
Volgens de regering heeft de rechter vrijdag tijdens het kort geding besloten dat de onderwijsacties worden stilgelegd tot en met de dag van de uitspraak, 2 maart.
,,Manipulatie”, reageert Albertus van Simar. Volgens haar heeft de rechter al op 1 februari, en niet pas op 11 februari tijdens het kort geding, een ordemaatregel opgelegd. Die ordemaatregel houdt in dat de vakbond heeft ingestemd om geen actie te voeren in het onderwijs, totdat in het kort geding uitspraak is gedaan.
,,Het kort geding is vrijdag niet afgerond, de rechter heeft geen uitspraak gedaan. Dus het is logisch dat de vakbond zich aan de ordemaatregel houdt en dat de acties nog steeds stilliggen.” De vakbondsleider vindt het erg jammer dat de regering steeds probeert om de bevolking met informatie te manipuleren.
Ze eindigt haar reactie met de vraag waarom na afloop van het kort geding de directeur van Directie Financiën niet heeft gezegd dat het de regering van Aruba is geweest die heeft bedacht om 12,6 procent op de salarissen van ambtenaren te korten. Of, waarom er niet is gezegd door de regering dat er na 22 maanden nog steeds geen structureel plan is om de overheidskosten te verlagen.
Bron: Antilliaans Dagblad