Oranjestad – Aruba heeft tot en met het vierde kwartaal van 2021 een gerealiseerd financieringstekort van de collectieve sector van 495 miljoen florin. Het tekort past binnen het door de Rijksministerraad (RMR) voorlopige maximaal toegestane financieringstekort van 598 miljoen.
Het financieringstekort van het Land is 534 miljoen, zoals het Antilliaans Dagblad begin deze week berichtte aan de hand van de jongste uitvoeringsrapportage van Financiënminister Xiomara Maduro (MEP) van Aruba.
Overigens werd de rapportage ‘niet tijdig’ gestuurd naar het College Aruba financieel toezicht (CAft); in plaats van op uiterlijk 15 februari gebeurde dat op 21 februari.
Het financieringsoverschot van de overige entiteiten in de Arubaanse collectieve sector is 39 miljoen, met name door een overschot bij de ATA (Aruba Tourism Authority).
De uitvoeringsrapportage tot en met het vierde kwartaal toont ten opzichte van de begroting 2021 een ‘lagere realisatie van de directe belastingbaten’ van 32 miljoen florin. ,,Dit betreft met name de loonbelasting, de winstbelasting de dividendbelasting”, merkt CAft op.
Ook is er sprake van een sterke terugval van deze belastingsoorten ten opzichte van de realisatie in het eerste coronacrisisjaar 2020. Gelet op de sterke economische groei in 2021 is de terugval ten opzichte van 2020 bij de loonbelasting en de winstbelasting ‘opvallend’, aldus CAft-voorzitter Raymond Gradus in een brief aan minister Maduro.
De indirecte belastingbaten nemen in 2021 ten opzichte van 2020 wel toe, namelijk met 25 procent. Ook de invoerrechten nemen in 2021 toe, maar blijven 7 procent achter bij de begroting. Het CAft vraagt een toelichting bij het achterblijven van de baten uit de directe belastingbaten en de invoerrechten ten opzichte van de begroting.
De overige middelen, de niet-belastingbaten, vallen 10 miljoen hoger uit dan geraamd in de begroting 2021. Deze hogere baten zijn toe te schrijven aan de middelen uit de categorie retributies, leges en rechten, en de categorie overige ontvangsten. ,,De hogere realisatie wordt door Aruba onvoldoende toegelicht”, meent het College.
De vergelijking van de lastenniveaus van 2019 en 2021, waaruit de aan de coronacrisis gerelateerde steunmaatregelen en de arbeidsvoorwaardenkorting zijn weggelaten, laat zien dat de lasten in de periode 2019-2021 met ongeveer 70 miljoen zijn gestegen.
De belangrijkste oorzaken zijn de toename in de PPP-beschikbaarheidsvergoedingen, de rentekosten, de uitgaven aan goederen en diensten en overige lasten. De stijging van de rentelasten wordt veroorzaakt door de uitgifte van staatsobligaties in 2020 ter waarde van 172 miljoen tegen een rente van 5,3 procent.
In de categorie overige lasten is de toename met name toe te schrijven aan de lasten aan onderstand. CAft: ,,Omdat de beschikbaarheidsvergoedingen en de rentelasten nauwelijks kunnen worden beïnvloed, dient Aruba zich bij het beheersen van de lasten te richten op de andere lastencategorieën.”
Met de stijging van de werkgelegenheid zal het beroep op de onderstand afnemen, redeneert het College. Dit is reeds zichtbaar in de tweede helft van 2021 en de verwachting is dat de werkloosheid in 2022 zal afnemen.
Het CAft constateert dat er ‘onvoldoende uitvoering’ wordt gegeven aan de maatregelen van het Beleidsplan Verlaging Personeelslasten (BVP), waardoor een structurele verlaging van de personeelslasten in 2021 uitblijft. ,,Zo zijn in 2021 de overwerkvergoedingen gestegen, terwijl het BVP voorschrijft dat deze moeten dalen”, constateert Gradus.
De personeelslasten tonen weliswaar een lagere realisatie ten opzichte van het jaar 2020. Hiermee voldoet Aruba aan de personeelslastennorm van het protocol. ,,Het CAft merkt echter op dat deze daling het gevolg is van het eerste voljaarseffect in 2021 van de 12,6 procent korting op de arbeidsvoorwaarden van het overheidspersoneel, welke maatregel een tijdelijk karakter heeft.”
Als het niveau van de Arubaanse ambtelijke personeelslasten van 2021 vergeleken wordt met 2020, waarbij gecorrigeerd wordt voor de korting van 12,6 procent, dan wordt de personeelslastennorm in 2021 volgens het CAft ‘niet gehaald’.
Uit de rapportage tot en met het vierde kwartaal blijkt dat de realisatie van de overheidslasten aan goederen en diensten lager is dan begroot. ,,De realisatie in 2021 ligt substantieel hoger dan in de pre-coronaperiode (2015-2019). In de begroting van 2022 wordt het niveau van de lasten flink verhoogd ten opzichte van de realisatie van 2021.” Het CAft heeft meerdere malen gewezen op deze ‘zorgwekkende ontwikkeling’ van de lasten.
Bron: Antilliaans Dagblad
Creatief boekhouden .
Vreemd , heel vreemd .