Joost van Velzen Beelden Brechtje Rood
DNB schetst zwart scenario voor de Nederlandse economie. Wat gaan we merken? Vijf voorspellingen. Door de oorlog in de Oekraïne en de onzekerheid over hoe die verloopt, valt de Nederlandse economie nagenoeg stil, ziet De Nederlandsche Bank door haar verrekijker. Vijf voorspellingen.
1. Wereldhandel onder druk
Tijd om zich te herpakken heeft de Nederlandse economie niet (gehad). Het coronavirus is nauwelijks verdreven of een geheel andersoortige aartsvijand van de economie heeft zich gemeld: een oorlog, en nog wel één in Europa. De Russische agressie tegen Oekraïne drijft de energieprijzen steeds verder op. Dat zorgt voor onzekerheid en zet de wereldhandel onder druk, constateert De Nederlandsche Bank (DNB). De centrale bank van Nederland verwacht dat de groei van de nationale economie daardoor nagenoeg stilvalt. “Zodra corona weg zou zijn zou het wel goed komen met de economie, dachten we”, zegt DNB-directeur en hoofdeconoom Olaf Sleijpen. “Door logistieke knelpunten en lockdowns in Azië ontstonden al prijsstijgingen en grondstof-tekorten. Maar de Russische inval heeft alles weer anders gemaakt. Onvoorspelbaar vooral.”
De groei van de economie over het afgelopen jaar komt nog wel uit op 2,8 procent, voornamelijk door een sterke opleving aan de staart van 2021. Vanaf eind dit jaar trekt de economie volgens DNB weer aan, met een groei van 1,5 procent in 2023 en 1,7 procent in 2024. Van een recessie spreekt DNB niet. Economen van ING, ABN Amro en Rabobank houden daar, zo bleek eerder, al wel rekening mee.
2. De inflatie loopt op
Omdat niemand weet hoe de oorlog in Oekraïne zal verlopen, heeft DNB ook een scenario opgesteld waarin de energieprijzen blijven stijgen en de onzekerheid langer hoog blijft, met dus ook meer druk op de wereldhandel. Sleijpen: “Blijft de oorlog intens of niet, dat is de vraag waar alles van afhangt”. Als het antwoord daarop ja is, of zelfs nee, het wordt nog erger, gaat ook de economie dat voelen.
In zo’n meer zwartgallig economisch vergezicht heeft DNB ook een variant ingetekend waarin de toevoer van energie vanuit Rusland richting Europa abrupt tot stilstand komt. Uitgaande van dat rampscenario kan de Nederlandse economie volgend jaar met 1,5 procent krimpen en de inflatie oplopen naar 10,8 procent. Het hoeft niet per se zo ver te komen; voor nu raamt DNB de inflatie dit jaar op gemiddeld 8,7 procent. De geldontwaarding is in eerste instantie toe te schrijven aan de uitzonderlijk hoge prijsstijging van energie.
3. Het domino-effect
Maar doordat olie (en daarmee benzine en diesel) en stroom zoveel duurder zijn geworden, duwen die ook andere grondstoffen mee in opwaartse richting. De prijsstijgingen, zo ziet DNB in zijn vooruitblik, verbreden zich naar steeds meer goederen en diensten. “Energie is natuurlijk belangrijk voor bijna alle andere producten en diensten. De prijs van energie is zich nu ook gaan nestelen in andere prijzen en dat zal doorberekend worden aan de consument”, zegt Sleijpen. Hoewel de zogenoemde kerninflatie (de inflatie zonder energie en voeding) volgens DNB uiteindelijk zal afnemen naar 2,6 procent in zowel 2023 als 2024, gaan de prijsstijgingen veel Nederlandse consumenten niet in de koude kleren zitten. De macro-economische cijfers in deze raming verhullen de onderliggende verschillen tussen huishoudens, concludeert DNB. ‘Een deel van de mensen wordt relatief zwaar getroffen door de snel gestegen energieprijzen.’
4. De lonen
De overheid kan wel iets doen om de pijn te verzachten, maar wat DNB betreft moeten maatregelen voor compensatie van hogere energieprijzen wel tijdelijk blijven. De centrale bank denkt eerder dat – voor werkenden, althans – loonstijgingen een deel van de hoge inflatie kunnen opvangen. Naar verwachting loopt de contractloonstijging (bij bedrijven) op van 2,9 procent in dit jaar naar 3,9 procent volgend jaar en 4 procent in 2024. Tegelijkertijd moet volgens de rekenmeesters van DNB worden voorkomen dat lonen automatisch en volledig meestijgen met de inflatie. ‘Dat zou de inflatie verder aanwakkeren en de bedrijvigheid ondermijnen.’ Ook hier gaat het domino-effect immers op: als werkgevers hun personeel meer gaan betalen moeten ze dat doorberekenen in de kosten van de producten of diensten die ze leveren.
Het maakt allemaal dat het leven er voorlopig niet goedkoper op wordt. Daar kan zelfs een – tamelijk uitzonderlijke – renteverhoging van de Europese Centrale Bank (ECB) niet direct iets aan doen. Volgens ECB-president Christine Lagarde zullen we die eerste rentestap – die volgende maand wordt ingevoerd – nog niet meteen merken.
5. De arbeidsmarkt
Zo moeilijk als het is om het verloop van de oorlog in Oekraïne in te schatten, zo makkelijk is het om de toestand op de arbeidsmarkt te overzien. Daar heeft DNB geen verrekijker voor nodig. Er is veel te veel werkgelegenheid, wereldwijd en dus ook in Nederland. En dat blijft zo, volgens de hoofdeconoom van DNB: “We hebben hier een structureel fenomeen te pakken. In al onze scenario’s blijft de arbeidsmarkt krap.” Het is al enige tijd zo dat er meer vacatures zijn dan werklozen. DNB voorspelt dat het werkloosheidscijfer de komende jaren historisch laag zal blijven, gemiddeld zo rond de 3,5 procent. Werkgevers zullen er dus, samen met sociale partners, nog harder aan moeten trekken om het arbeidsaanbod te vergroten, stelt Sleijpen: “Omscholing, bijscholing, arbeidsprocessen efficiënter maken door bijvoorbeeld te automatiseren. Maar ook prikkels om meer uren te gaan werken zijn nodig om de extreme krapte op de arbeidsmarkt op te lossen.”
Bron: Trouw