29 C
Willemstad
• vrijdag 19 april 2024

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, April 16, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 16 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 15, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 15 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

Column Zambesi revisited | Dikke vette pech als je in een gerechtelijke procedure een corrupte rechter tegenkomt (17)

HomeLandenCuraçaoColumn Zambesi revisited | Dikke vette pech als je in een gerechtelijke...

Column door dr. Jose M. Eustatia

Dr. Joe M. Eustatia
Dr. Jose ‘Joe’ M. Eustatia

Inderdaad: dikke vette pech als je in een gerechtelijke procedure een corrupte rechter tegenkomt. Want je bent dan onherroepelijk het haasje. Want de onafhankelijkheid van een rechter is, hoe corrupt hij ook mag zijn, via de grondwet gedekt.

Het staat een klager vrij de minister president en de hoogste geestelijke voor het gerecht te dagen. Maar een rechter? Neen, de Nederlandse rechter wordt verondersteld een soort moderne heilige te zijn. De grondwet garandeert de Nederlandse rechter het privilege altijd en overal in staat van genade te verkeren en immuun te zijn voor alle kwaad dat via de buitenwereld tot hen mag komen. Het komt er kortom op neer dat je de Nederlandse rechter nooit iets kunt maken.

Maar een rechter die in een nevenfunctie een scheve schaats heeft gereden, kan die dan wel voor het gerecht worden gedaagd? Ja dat kán; maar wel volledig voor eigen risico. Dat risico is zoals mijn ervaring heeft uitgewezen niet gering: Ik heb aan de lijve ervaren hoe gevaarlijk het kan zijn een foute rechter te ontmaskeren.

Ik mag me ook niet verschuilen achter het excuus dat ik niet wist dat het de integere, onkreukbare en edelachtbare rechters van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Caribisch Nederland (GHvJC) wél was toegestaan om van alle mogelijke en onmogelijke leugens gebruik te maken om een foute collega uit de wind te houden. Want elke burger hoort immers de wet te kennen en hoort te weten dat LA LOI C’EST MOI nog steeds geldt; maar dan wel exclusief voor de Nederlandse rechter. Maar erger nog, ik wist ook niet dat ik door het ontmaskeren van een bewezen foute rechter de terechte toorn van alle rechters van het GHvJC over mij zou uitroepen.

Ik moet achteraf dan ook in alle deemoed toegeven dat mij terecht verwijtbare vermetelheid mag worden verweten. Want niet op de hoogte zijn van het feit dat de integriteit van de Nederlandse rechter, in tegenstelling tot de Poolse rechter en rechters uit zonniger zuidelijker landen, een axioma is………. Onvergeeflijk en onaanvaardbaar, want iedere burger dient immers de wet te kennen.

Een axioma is in de wiskunde en de logica een niet bewezen maar als grondslag aanvaarde bewering. Axioma’s zijn anders dan velen denken niet beperkt tot het domein van de wiskunde. De microbiologie kent de postulaten van Koch en in de rechtsgeleerdheid is het axioma van de altijd integere en onkreukbare Nederlandse rechter boven elke discussie verheven.

Ik was zo naïef om na een groot aantal verloren procedures, me in oprechte verbazing te blijven afvragen wat ik dan allemaal fout deed om steeds weer het lid op de neus te krijgen. Ik heb vier wrakingsprocessen tegen mr. Frans gevoerd die alle vier, ondanks een overvloed aan bewijs, werden afgewezen; dat gold ook de vier tuchtprocedures tegen de met mr. Frans V heulende advocaten en met name tegen mr. Ruben D die mr. Frans V had overgehaald om van een valse akte gebruik te maken; een artikel 12 procedure om het OM te dwingen een strafzaak tegen mr. V en zijn kompaan advocaat mr. Ruben D op te starten, werd met het dubieuze argument “opzet niet bewezen” afgewezen; en vervolgens werd ik ook in de civiele procedure in EERSTE AANLEG in het ongelijk gesteld: Mr. PVlng, de plv. rechter die mijn klacht behandelde, hield ondanks alle argumenten voor het tegendeel, vast aan de echtheid van de akte van mr. Ruben D. Dan ben je natuurlijk bij voorbaat reddeloos verloren.

Maar ik blééf me in alle oprechtheid afvragen wat ik nog meer moest doen om de rechters over de streep te trekken. Ik besloot de hulp in te roepen van de ENIGE advocaat die zich bereid had getoond mij bij te staan.

Nogmaals de enige van het uurtje factuurtje-gilde; want de andere leden van die gilde maakten, du moment zij mij zagen aankomen, zich rap uit de voeten. Om te voorkomen dat ik hun een vraag zou stellen, laat staan hen zou vragen mij in rechte bij te staan. Ik aanvaardde de uitgestoken hand van mr. RM. Want een advocaat, zo redeneerde ik, zou misschien wél in staat zijn de rechters ervan te overtuigen dat mr. Frans V opzettelijk van een valse akte gebruik had gemaakt en alleen al op grond daarvan zich voor valsheid in geschrifte diende te verantwoorden.

Ik heb gedurende het overleg met mr. RM toch even een “uitstapje” gemaakt richting de bekende publicist mr. Paul Ruijs. Paul Ruijs is volgens mij een van de weinige personen voor wie de Nederlandse rechters doodsbang zijn. In elk door hem gepubliceerd artikel, worden rechters immers tot hun groot verdriet met subliem onderbouwd feitenmateriaal door de mangel gehaald.

Ruijs reageerde op mijn vraag voor additioneel advies als volgt

From: paul ruijs <[email protected]>

Sent: Thursday, October 11, 2018 1:41 PM

To: jose Eustatia <[email protected]>

Subject: Re: URGENT Gaarne een betaald advies

Geachte heer Eustatia,

Afgezien van de betaling: ik acht mijzelf niet competent om een zinnig woord te zeggen over de door u opgeworpen vragen. Mijn ervaring is dat magistraten allemaal snappen aan welke kant hun boterham gesmeerd wordt. Anders gezegd: ongeacht de feiten of de regels e.d. sluit men de gelederen. Men neemt de beslissing die HEN het beste uitkomt. Alleen uw advocaat weet dat nog niet of weet het wel maar doet uit goed gemeend eigen belang alsof.

Hoe dan ook, succes!

Ik heb me niet door de brief van Ruijs laten ontmoedigen. Achteraf had ik dat natuurlijk beter wel kunnen doen; want in tegenstelling tot mij, wist Ruijs op basis van jarenlange ervaring toen al dat het met mijn zaak grondig mis zou lopen.

Ik behield het vertrouwen in mr. RM en moet bekennen dat hij zijn uiterste best heeft gedaan. Maar ja, als je het met onwillige honden moet doen, is de kans dat je een haas vangt wel zeer klein.

Advocaat mr. RM heeft alles opnieuw en op zeer nadrukkelijke wijze onder de aandacht van de rechters van het college van Hoger Beroep gebracht.
Men mag zich dan ook afvragen wat de rechters van dat college dat mij ook in Hoger Beroep in het ongelijk stelde, dan wel wilden horen. Die rechters werden met een akte geconfronteerd die sowieso vragen over zijn “echtheid” opriep; een van de partijen uit die akte, nota bene de enige solvente wederpartij, bleek van wege een ontbrekende handtekening aan het arbitrageproces te zijn onttrokken, waardoor het arbitrale vonnis van mr. Frans V niet executeerbaar was. Allemaal gegevens die zelfs bij een pas beginnende rechter de seinen op rood hadden moeten zetten.

Advocaat mr. RM legde de rechters in duidelijke zelfs voor een zwak begaafde begrijpelijke taal uit, dat de advocaat die een partij vertegenwoordigt niet verplicht is een handtekening onder een akte te plaatsen. Als de advocaat een bepaalde partij niet wenst te vertegenwoordigen, moet hij dat duidelijk en voor alle partijen herkenbaar aangeven. Dat is niet gebeurd. Dat betekent dat men onder geen beding op grond van de ontbrekende handtekening mag afleiden dat er een partij aan de procedure zou zijn onttrokken. Aan de rechters was dus meer dan duidelijk uitgelegd dat arbiter mr. Frans V, een ervaren rechter, desondanks tóch de conclusie had getrokken dat de VOF aan het arbitrageproces was onttrokken en daarmee het onweerlegbaar bewijs had geleverd zich aan valsheid in geschrifte schuldig te hebben gemaakt.

Dat klemt te meer, als men rekening houdt met het feit dat mr. Frans V nooit de moeite heeft genomen om de partij te horen die door het aan het proces onttrekken van de enige solvente partij, zeer hard zou worden getroffen.

Een terugkerend refrein: ook de rechters van het College van Beroep waren niet te overtuigen. Ze durfden nadat ik de echtheid van de akte met de grond gelijk had gemaakt, zich niet meer te beroepen op het ongeloofwaardig libelletje van hun collega mr. Gijs L, maar kozen voor een naar hun mening effectievere route: “de akte hoefde niet aan forensisch onderzoek te worden onderworpen, omdat de uitslag van dat onderzoek toch geen invloed zou hebben op het bedrag dat door de arbiter aan klager was uitgekeerd

Je moet wel lef hebben om een klager op die manier het bos in te sturen: Ik heb de rechters van het College van Beroep een financieel verslag doen toekomen waarin het aanzienlijke bedrag dat de corrupte arbiter mij door de neus had geboord, was berekend. Dat verslag moet ongetwijfeld ongelezen ter zijde zijn gelegd.

Ik stel, alle gekheid op een stokje zettend, vast dat als dit rechtspraak is, we net zo goed de eerste de beste landloper onder zijn boom vandaan kunnen halen, hem een toga aantrekken, een bef onder zijn kin binden en hem vragen recht te spreken.

Het enige wat in deze discussie niet aan enige twijfel onderhevig is, is het opvallende feit dat mr. Frans V de opdrachten van de frauduleuze advocaat mr. Ruben D naar de letter heeft uitgevoerd. Ik had in het door mr. Frans V geleide arbitrageproces geen schijn van kans: het arbitrageproces dat bedoeld was om mij genoegdoening te verschaffen voor het mij door witteboordencriminelen aangedane onrecht, werd een tégen mij gericht proces. Een proces waar het slachtoffer zich met alle middelen heeft moeten verweren om niet naar de ondergang te worden geleid. En in toenemende mate paradoxaal: ook de civiele procedures die door mij werden opgestart om de frauduleuze gang van zaken in het arbitrageproces aan de kaak te stellen met verzoek mij alsnog de gevraagde genoegdoening te verschaffen, ontaardden in een complete deconfiture; een parodie op de rechtspraak.

Voor mij is het een feit dat dit niet de eerste opdracht is die mr. Frans V in de rol van “rechter-makelaar” heeft aanvaard. Het blijft een open en naar alle waarschijnlijkheid nooit te beantwoorden vraag, hoe mr. Ruben D zonder omwegen rechtstreeks bij mr. Frans V is uitgekomen met het verzoek als “zijn” arbiter in het door mij aangevraagd arbitrageproces te fungeren.

Het kan niet anders dan dat de sluwe consigliere mr. Ruben D op de hoogte was van enkele voor het grote publiek onbekende “specifieke kwaliteiten” van rechter mr. Frans V. Mr. Ruben D moet per se op de hoogte zijn geweest van die “specifieke kwaliteiten”. Hij voelde zich daarom volkomen vrij om in alle gemoedelijkheid concrete afspraken met rechter mr. Frans V te maken. Na consensus te hebben bereikt, over de in het arbitrageproces te volgen lijn, werd mr. Frans V tegen alle procedurele regels in door mr. Ruben D als een modern paard van Troje het arbitrageproces “ingeparachuteerd”.

Men zal moeten toegeven dat mr. Ruben D zich geen volgzamere arbiter had kunnen indenken. Het is ondenkbaar dat een als arbiter bijklussende rechter onder normale omstandigheden bereid zou zijn om zo zeer in de fout te gaan voor de persoon die hem het baantje van arbiter had bezorgd. Want een vetpot mag je dat baantje niet noemen. Mr. Frans V heeft het desondanks gepresteerd om in het door hem geleide arbitrageproces meer dan twintig deels partijdige, deels ongeloofwaardige en foute, maar merendeels corrupte besluiten af te geven. Dat is niet normaal

Velen zullen zich daarom met mij afvragen wat voor extra contraprestatie mr. Ruben D aan mr. Frans V voor zijn onvolprezen diensten wel zal hebben aangeboden. Ik heb in het in het begin de vermeende als beloning bedoelde contraprestaties met ”judaspenningen” aangeduid; maar ik werd door een kenner van planten en dieren er op geattendeerd dat een judaspenning een plant is. Maar ik heb de aanduiding gehandhaafd in de hoop dat de symboliek vooral voor niet plantenkenners duidelijk is. De judaspenning als metafoor voor smeergeld.

Het is een feit dat mr. Frans V zich in de Bonairiaanse zaak zeer nadrukkelijk heeft laten kennen als een rechter die bereid was “zaken te regelen”. Maar mr. Ruben D kon daar niet van op de hoogte zijn geweest toen hij mr. Frans in 2009 benaderde met verzoek zijn mestkarretje te trekken. Ik stel daarom nogmaals dat rechter mr. Frans V in het “ons kent ons”- circuit enige bekendheid moet hebben genoten als iemand met wie zaken kon worden gedaan; en de sluwe consigliere mr. Ruben D zal een van de eersten, zo niet de eerste zijn geweest die daarvan op de hoogte was.

Ik herinner me dat toen ik een van de inmiddels zich teruggetrokken maar toentertijd bekende advocaat benaderde met het verzoek mij enige informatie over mr. Frans V te verschaffen, zijn reactie was van iemand die keek of hij water zag branden. Hij smeekte mij letterlijk “zijn oude dag niet te verstoren”. Dus geheimzinnigheid alom. Ook een vooraanstaand ex-politicus en bestuurder wilde niet haar achterste van haar tong laten zien toen ik het gesprek op mr. Frans V bracht.

Ik heb in eerdere columns bekend gemaakt dat mr. Frans V gewend was zich met valse verwijzingen op internet aan te prijzen als mediator. Mr. Frans V heeft zich indertijd gehaast om na mijn publicaties zijn valse berichten van het internet te halen.

Een saillant detail: een Amerikaanse programmeur slaagde erin met een speciaal programma de van het internet verwijderde advertenties van mr. Frans V weer boven water te halen. Bedoeld als plaagstoot richting mijn kwelgeest. Mr. Frans V heeft ook niet kunnen voorkomen dat de Nederlandse Mediatorsvereniging (NMv) in een brief aan mij bevestigde dat mr. Frans V in zijn op internet geplaatste advertenties onjuiste informatie had verschaft. In de brief van het NMv werd zonder omwegen vastgesteld dat Mr. Frans V nooit lid was geweest van het NMv. Ik citeer uit die brief:

Een andere formele weg dan de civiele procedure is er dus niet. Met de inhoud van uw zaak kan de NMv niets, daarvoor is eenvoudig geen reglement of wettelijke bevoegdheid. Naast natuurlijk het gegeven dat de heer Veenhof geen lid is (geweest) van de NMv”.

Ik heb die brief meer malen integraal gepubliceerd. Ik heb de leden van het college van beroep ook een kopie gegeven als bewijs van de dubieuze betrouwbaarheid van mr. Frans V.

Samenvattend kunnen we stellen dat er meer dan voldoende bewijs was geleverd om te mogen aannemen:
(1) dat de valsheid van de akte onweerlegbaar was bewezen;
(2) dat mr. Frans V doelbewust van de valse akte gebruik had gemaakt en
(3) dat mr. Frans V doelbewust valse conclusies had getrokken uit een in de akte ontbrekende handtekening.

Kortom mr. Frans V had ondanks dat hij wist althans geacht mocht worden te weten dat de akte vals was, toch ten nadele van ondergetekende van die akte gebruik gemaakt. Voldoende bewijs om mr. Frans V als een partijdige en frauduleuze arbiter weg te zetten; en tevens voldoende reden om af te zien van de feitelijk eufemistische aanduiding “omgepraat”, om de troebele relatie tussen een rechter en de eerder voor fraude veroordeelde consigliere mr. Ruben D aan te geven.

Ik wil duidelijk en direct zijn. Niemand kan met de geboden uitleg twijfelen aan mijn gelijk. Dat geldt ook voor de rechters van het GHvJC die wellicht in hun vuistje hebben gelachen bij het idee mij een poepje te hebben laten ruiken. Dat geldt ook voor de zielige media die zich op de borst kloppen de bewakers van de democratie te zijn, maar ondertussen ook met alle macht meehelpen de deksels op de beerputten te houden.

Ik vraag me alleen af of die rechters niet enige barmhartigheid hadden kunnen tonen door mij op het bestaan van het eerder genoemde axioma te wijzen. Als ik had geweten dat rechters, zelfs als ze hun eigen moeder hadden vermoord, niet mogen worden veroordeeld, had ik wellicht me achter de oren gekrabd en er nog een nachtje over geslapen.

Nu werd ik veroordeeld tot het betalen van hoge proceskosten aan een advocaat van wie onweerlegbaar was bewezen dat hij zich aan valsheid in geschrifte schuldig had gemaakt; en aan andere advocaten die met de meest schaamteloze leugens zich hebben ingespannen om de “omgeprate” mr. Frans V uit de wind te houden.

Waar het spreekwoord spreekt van waar een wil is een weg, geldt ook het omgekeerde: De rechters van het GHvJC zouden zelfs als ik gevraagd had de Paus van Rome als getuige te mogen oproepen om mijn gelijk te bevestigen dat niet hebben toegestaan. Ik had inderdaad een getuige, weliswaar niet de paus van Rome maar wel de auditor van het kantoor van de door mr. Frans V zelf aangestelde accountant deskundige.

Die auditor had onder ede kunnen bevestigen dat hij een valse, voor mij nadelige opdracht van mr. Frans V had ontvangen. De plv. rechter mr. PVlng die de zaak in Eerste Aanleg voorzat, was zo onbeschaamd zijn weigering de getuige op te roepen te onderbouwen met een verwijzing naar mr. Frans V. Mr. Frans V zou hebben laten weten dat het stuk waar ik naar verwees “niet bestond”. De getuige hoefde volgens plv. rechter mr. PVlng “dus” niet te worden opgeroepen.

Ik was eerder al, door het inschakelen van de in zijn vakgroep als een zwaargewicht beschouwde accountant drs. W Curiel RA, erin geslaagd mr. Frans V te dwingen een corrupt besluit terug te draaien. Mr. Frans V had de accountant deskundige opgedragen om voor het bepalen van de mij toekomende goodwill, alleen gebruik te maken van de door de tegenpartij opgemaakte jaarstukken. Het was mij bekend dat deze jaarstukken door en door waren gecorrumpeerd. Ik stond er dan ook op dat ook de grootboeken voor dat onderzoek zouden worden gebruikt.

De arbiter zag zich van wege het door accountant Curiel uitgebrachte rapport, genoodzaakt een nieuw arbitraal tussenvonnis op te stellen waarin zijn eerdere opdracht aan de accountant deskundige werd herzien.
Er waren dus eigenlijk weinig additionele argumenten nodig om toen al te concluderen dat mr. Frans V een partijdige arbiter was.

Ik heb de rechters van het GHvJC als “cherry on the pie” op nog een twintigtal de verbeelding tartende corrupte besluiten van de als arbiter bijklussende rechter mr. Frans V getrakteerd. Er zijn in de voorgaande columns al meerdere malen naar die corrupte besluiten verwezen.

Als toppunt geldt wellicht het door mr. Frans V in zijn arbitrale eindvonnis vastgelegde opmerking dat hij de liegende, bedriegende en stelende cliënten van consigliere Mr. Ruben D, niet op een enkele onrechtmatige daad heeft kunnen betrappen. Ik zal in de volgende column beginnen met het geven van enkele additionele voorbeelden van de corrupte besluiten van mr. Frans V, waaraan niet recentelijk aandacht is besteed.

Ik wens het volgende onder ieders aandacht te brengen: Mr. Frans V heeft zich voor zijn corrupte besluiten beroepen:

a) op het dubieuze gezag van een advocaat die eerder van wege fraude tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf was veroordeeld.
b) op het dubieuze gezag van een fiscalist die tot tweemaal toe van wege dubieuze praktijken zijn hoge functie heeft moeten opgeven.
c) op het dubieuze gezag van een accountant die van wege wangedrag tijdelijk uit het register van het NIVRA werd geschrapt.
d) op het dubieus gezag van een kandidaat notaris die met de cliënten van mr. Ruben D had meegewerkt aan het manipuleren van de statuten van de door haar opgemaakte akte.
e) op het dubieuze gezag van andere liegende en bedriegende advocaten
f) op het dubieuze gezag van de cliënten van mr. Ruben D die zich als liegende, bedriegende en stelende witteboordencriminelen hebben opgesteld.

Ik heb me lang in verbazing en verbijstering afgevraagd wat je nog meer zou moeten doen om deze mr. Frans V die eerder al in Bonaire een hele scheve schaats had gereden, veroordeeld te krijgen. Ik kwam er pas laat achter niet voldoende te hebben beseft dat mr. Frans V met het eerder op Bonaire torpederen van een strafrechtelijk onderzoek heel wat krediet had opgebouwd bij zijn principalen in Nederland. Men zou hem dus niet makkelijk laten vallen.

Er is in de opgemelde procedures sprake geweest van een concreet samenwerkingsverband tussen de rechters van het GHvJC en een uit meerdere leden bestaande groep die men terecht mag aanduiden als een (semi)crimineel samenwerkingsverband.

Daarbij hebben de rechters van het GHvJC doelbewust het belang het slachtoffer/de klager ter zijde geschoven om het belang te dienen van hun collega rechter mr. Frans V.

De rechters van het GHvJC zullen ongetwijfeld het feit dat mr. Frans V zich door de frauduleuze advocaat mr. Ruben D had laten “ompraten” om een valse akte te gebruiken, als een hoogst complicerende factor hebben ervaren. Zij hebben zich echter niet hierdoor laten afleiden. Zij hebben met een volledige miskenning van de belangen van klager het kennelijk belangrijker geacht doel nagestreefd: het uit de wind houden van hun collega, rechter mr. Frans V.

Daardoor werden – ongewild wellicht – ook de belangen gediend van bewezen witteboordencriminelen. Witteboordencriminelen die nota bene in eerdere, aan het arbitrageproces voorafgaande procedures door de rechters van het GHvJC streng hun plaats was gewezen. Maar dat lag anders; dat waren procedures waar nog geen “omgeprate” en vals spelende rechter bij betrokken was. De rechters van het GHvJC werden toen niet gehinderd door een foute collega wiens belangen zij per se moesten dienen.

De rechters van het GHvJC hebben na niet al te lang wikken en wegen geoordeeld dat aan het kwade besluit van het slachtofferen van klager niet viel te ontkomen. Ze beschouwden klager als het zoenoffer, het lam dat op het altaar van het dogma van de altijd integere Nederlandse rechter móést worden geofferd. Want alleen door dat zoenoffer te brengen, zouden zij erin slagen de waarheid van de altijd integere en onkreukbare Nederlandse rechter te conserveren. Dat zij daarvoor de meest ongeloofwaardige argumenten moesten gebruiken en de meest flagrante leugens moesten debiteren, het deerde hun niet. Ook het in die operatie aan hun laars moeten lappen van hun integriteit namen ze voor lief. Dat was in hun beleving immers een tijdelijk en te overkomen ongemak; een erfzonde die met het aantrekken van een nieuwe toga zou worden uitgewist.

De in deze zaak optredende advocaten meenden dat zij in het mijnenveld waarin ze moesten opereren, geen andere keus hadden dan de kant van de rechters te kiezen. Zij waren zich immers terdege bewust van hun steevast ontkende, maar wel degelijk bestaande ondergeschiktheid aan de rechterlijke macht.

Deze column ging vooral over het onrechtmatig ontwijkend gedrag van de rechters van het GHvJC. Mijn ervaring op dat gebied sluit nauw aan bij een door Prof dr. Ir. Anton van Putten In het Elektronisch  journaal van de Nederlandse rechtspraak Hollandpromote.com (juni  2020) gepubliceerd artikel.

Van Putten wijdt in dat artikel een kritische beschouwing aan het misbruik van ‘belang’ in de Nederlandse rechtspraak. Het zelfstandig naamwoord ‘belang’ speelt volgens de auteur een in de rechtspraktijk onderschatte, doch cruciale rol: Een door een belanghebbende gestelde rechtsvraag wordt te vaak ongemotiveerd terzijde geschoven van wege vermeend gebrek aan belang. Het willens en wetens weigeren om in het geding gebrachte rechtsvragen te beoordelen dat vaak in rechtsweigering resulteert, is volgens de auteur in strijd met de ministerieplicht van de rechter.

Ik heb in Hoger Beroep de rechters gevraagd de al op het eerste gezicht als gemanipuleerd ogende akte aan deskundig forensisch onderzoek te laten onderwerpen. Het verzoek werd afgewezen, omdat ik geen belang bij dat onderzoek zou hebben. Want Ik zou toch geen hoger bedrag uitgekeerd krijgen dan het door de arbiter vastgestelde bedrag. Onrechtmatige rechtsweigering op basis van flagrante leugens.

Er is vaker in de Nederlandse rechtspraak sprake geweest van rechtzoekenden die het met kromspraak moesten stellen. Er zijn publicaties waarin aangegeven wordt dat dit zelfs tot zelfmoord heeft geleid. De toeslagenaffaire is een recent voorbeeld van hoe hulpbehoevenden niet alleen door de overheid maar ook door rechters op de meest onbarmhartige manier in de kou werden gelaten. Het unieke van de in deze columns beschreven casus is dat MEERDERE rechters in opeenvolgende procedures doelbewust de zijde hebben gekozen van oplichters, bedriegers, fraudeurs en valsheid in geschrifte plegers.

Mijn verhaal is gewoonweg te bizar voor woorden. Het zou als het niet met ONWEERLEGBARE bewijsstukken zou zijn onderbouwd, nauwelijks zijn te geloven: Rechters die in opeenvolgende procedures doelbewust de kant kiezen van “the dark world”…..? Dat is voor iedereen een niet te behappen demasqué.

Ik begrijp nu pas – na deze zelf opgedane bizarre ervaring – de wezenlijke betekenis van het uit de criminologie afkomstige begrip SECUNDAIRE VICTIMISATIE. Het begrip secundaire victimisatie beschrijft het ondraaglijke verdriet van het slachtoffer van een misdrijf, dat vervolgens slachtoffer wordt van instanties die niet naar hem willen luisteren, maar hun ogen en oren alleen aan de criminelen lenen die hem hebben opgelicht.

Er is in deze casus echter één duidelijk verschil: er was geen sprake van een door omstandigheden bepaald ongewenst en achteraf betreurd negatief verloop. In tegendeel; hier was sprake van niet te ontkennen, in talloze procedures hardnekkig volgehouden boos opzet!

Onlangs citeerde Tommy Wieringa in een van zijn prachtige columns in de NRC, rapper Typhoon. Typhoon zong “Wees moedig in je ongemak”. Ik herken dit.

Wordt vervolgd.

Dr. Jose ‘Joe’ M. Eustatia (1938) studeerde medicijnen aan de Universiteit van Nijmegen. Hij promoveerde in 1971 tot doctor in de geneeskunde op het proefschrift de vermenigvuldiging van virussen in lymphocytyen; een toentertijd zeer besproken onderwerp. In 1972 keerde hij als specialist in de laboratoriumgeneeskunde (hoofdvak Bacteriologie) naar Curacao alwaar hij tot 1998 als arts-bacterioloog en hoofd Landslaboratorium werkzaam is geweest. Eustatia heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de studie omtrent het voorkomen en de bestrijding van HIV-infecties (AIDS) op Curacao. Lees meer…

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties