26 C
Willemstad
• zaterdag 9 november 2024

Extra | Journaal 1 november 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursdayday, October 31, 2024

 Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 31 Oktober 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Wednesday, October 30, 2024

 Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 30 Oktober 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Tuesday, October 29, 2024

 Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

AntilliaansDagblad | ‘Maritieme cluster van groot belang’

HomeLandenCuraçaoAntilliaansDagblad | ‘Maritieme cluster van groot belang’

Analyse MEO: Nog aanzienlijk onbenut potentieel dokbedrijf

Willemstad – De bijdrage van de maritieme cluster aan het bbp (bruto binnenlands product) bedraagt pre-corona, in 2019 dus, plusminus 7 procent. Van de totale werkgelegenheid op Curaçao wordt ongeveer 11 procent gegenereerd door de maritieme cluster.

 

,,Benadrukt moet worden dat economische waarde van de cluster nog belangrijker is, gezien het feit dat Curaçao voor de voorziening van onder andere grondstoffen, halffabricaten, kapitaal- en consumentengoederen en ook voor de export afhankelijk is van deze cluster”, aldus de MEO-analyse ‘Economische Waarde Damen Shiprepair Curaçao’ in handen van het Antilliaans Dagblad.

De focus van de lokale overheid is erop gericht om de maritieme cluster te stimuleren en te faciliteren om verdere groei, uitbreiding en vooral behoud van de sector te waarborgen. Dit kan worden gerealiseerd door nieuwe markten te betreden en aan te boren door gebruik te maken van zowel de bestaande cluster als de strategische ligging van Curaçao in het zuidelijke Caribisch gebied – op de vaarroutes van en naar het Panamakanaal.

De haven en de scheepswerf zijn strategisch gelegen naast belangrijke handelsroutes en beschikken over voldoende faciliteiten, vervolgt het ministerie van Economische Ontwikkeling. De functie van Damen Shiprepair Curaçao (DSCu) is tweeledig: de scheepswerf trekt schepen naar Curaçao aan voor reparatie en bedient eveneens schepen die andere segmenten binnen het havengebied aandoen.

Het valt de redactie van deze krant op dat voor de analyse door MEO nog gebruik wordt gemaakt van ‘kerngegevens DSCu’ die uitgaan van vier dokken: de twee vaste dokken (Antillia en Beatrix) en de twee drijvende dokken (Curaçao en Damen) die Damen enkele jaren terug naar Curaçao liet komen, maar die al enige tijd door slechte conditie buiten gebruik zijn.

DSCu onderscheidt zich van overige scheepswerven in de regio met een ‘full-servicedienstverlening’ inclusief ‘bunker’ en ‘slops’. Bovendien heeft DSCu toegang tot schepen die vanuit de hele wereld opereren. Het wervingsgebied van DSCu (Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied) neemt deel aan grote Line Services van en naar Azië, Europa, de Middellandse Zee, Noord-Amerika, Oceanië, Zuid-Amerika, Midden-Amerika en West-Afrika.

Het potentieel aan vloten in het wervingsgebied van DSCu betreft plusminus 50 lijndienstbedrijven die zo’n 145 lijnvaartdiensten aanbieden met elk minimaal twee vloten. Dit impliceert dat minimaal maar liefst 300 schepen in het wervingsgebied van DSCu varen.

De marktsegmenten waarop DSCu zich richt, zijn gebaseerd op het type schepen waarin DSCu gespecialiseerd is voor reparatie. Het betreft containerdiensten, eigenaars van de lading, reders en beheerders, eigenaars van de tankers, reders en beheerders en offshore baggerbedrijven en reders. Bovendien heeft DSCu agenten over de hele wereld die het bedrijf vertegenwoordigen.

Damen Curaçao bedient in de regio circa 10 procent van de totale regionale marktomvang, terwijl het ‘onbenut potentieel in een bredere marktomvang’ op maar liefst circa 78 procent wordt geschat. Dat is gebaseerd op data van Damen zelf, alsmede berekeningen van MEO.

Leveranciers en aannemers
DSCu is ook van waarde voor lokale leveranciers en aannemers die hun diensten en/of producten leveren en werkzaamheden verrichten op de werf. Dat geldt tevens voor de lokale overheids-nv’s. Buiten de reikwijdte van de analyse vallen de financiële dienstverleners, zoals de banken. Bekend is wel dat twee lokale bankbedrijven hun aanvankelijke financiering met een korting hebben beëindigd.

Het is onduidelijk hoe de huidige situatie is, maar een jaar geleden constateerde MEO dat er aannemers zijn die voor 100 procent werkzaam zijn voor Damen, op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat deze bedrijven ook voor 100 procent afhankelijk zijn van DSCu ‘en dus geen bestaansrecht hebben bij een mogelijke verdwijning van de activiteiten’.
In totaal gaat het hier om negen bedrijven met in totaal 204 werknemers van het totaalaantal van 445 werknemers dat via de aannemersbedrijven werkzaam is op de werf.

Dit impliceert dat de voornoemde werknemers (204) indirect louter afhankelijk zijn van de werf. Samen vertegenwoordigen deze bedrijven plusminus 19 procent van de productiewaarde van DSCu.

Het aandeel van 6 procent van Damen in de totale inkomsten van overheids-nv’s Curoil en Curgas betreft volgens de MEO-analyse de indirecte inkomsten uit bunkeringactiviteiten voor schepen die voor onderhoud en/of reparatie de havens van Curaçao aandoen. Het directe aandeel van DSCu in de totale omzet van Curoil is overigens nagenoeg te verwaarlozen, namelijk 0,17 procent.

Behalve van de lokale sleep- en afmeerdiensten die verzorgd worden door Kompania di Tou Kòrsou (KTK), dochter van havenbedrijf Curaçao Ports Authority (CPA), kan volgens MEO worden gesteld dat de overheids-nv’s met een mogelijke verdwijning van het dokbedrijf vanuit andere – nog aan te boren – bronnen op relatief korte termijn het inkomstenverlies zouden kunnen terugverdienen.

Indien de herstart van de Isla-raffinaderij uitblijft in combinatie met mogelijke voortzetting van de tegenvallende ontwikkelingen rond Bullenbaai en het cruisetoerisme zal dit naar alle waarschijnlijkheid resulteren in ‘een mogelijke reorganisatie van KTK’, zo werd in maart 2021 gemeld. Intussen is bekend dat KTK dit jaar 25 procent op de personeelskosten moet bezuinigen, wat met de huidige stand neerkomt op circa 20 (van de bestaande 83) werknemers.

Toch stelt MEO: ,,In deze tijden van crisis kan geen enkel bedrijf het zich permitteren om inkomsten mis te lopen, maar in dit specifieke geval worden voor de overige overheids-nv’s geen noemenswaardige effecten verwacht en/of mogelijke risico’s voor de continuïteit voorzien.”

Bron: Antilliaans Dagblad

1 reactie

  1. Als je de laatste alinea leest, en daarna alles wat daar voor staat, da krijg je de indruk dat bij MEO een paar middelbare scholieren dit rapport in elkaar hebben geflanst

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties