30 C
Willemstad
• donderdag 28 maart 2024

Extra | Journaal 26 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, March 25, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 25 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, March 22, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 22 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, March 21, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

Ingezonden: Brief Wilsoe aan de Staten

HomeLandenCuraçaoIngezonden: Brief Wilsoe aan de Staten

 

Bron: Versgeperst
Door:  Redactie

Versgeperst Staten NIEUWS INGEZONDEN Elmer Wilsoe Curaçao brief  ingezonden" style="float:left;margin right:10pxCURAÇAO –  Vandaag deelt Karel Frielink zijn reactie op de brief van de minister Elmer Wilsoe aan de Staten. In de brief schrijft de minister over zijn relatie met de procureur-generaal.

Wat het meest opvalt is dat de MvJ willekeurig en dus selectief hengelt in een grabbelton van argumenten. Zo doet hij aan de ene kant een beroep op een uitspraak van de rechter ter rechtvaardiging van zijn handelwijze (GEA 4 april 2012, beslaglegging onrechtmatig), aan de andere kant beklaagt hij zich erover dat hij als democraat “namens het volk van Curaçao” toestemming nodig heeft van de niet democratisch gekozen rechter alvorens het OM een aanwijzing te geven. Hij vindt zelfs dat de Consensus-Rijkswet OM (c-RW OM) – als de bron van alle kwaad – gewijzigd moet worden, omdat de door hem aan het OM te geven specifieke aanwijzing eerst door het GemHvJ getoetst dient te worden (art. 13).

Doordat hij zijn memo aan de Staten besluit met de aankondiging dat de wetgeving op dat punt gewijzigd zal moeten worden, maakt hij de kwestie inzake Dos Santos tot een koninkrijksprobleem en stevent hij dus af op een ramkoers met Nederland, die immers toezicht wil houden op de rechtshandhaving in de Cariben (vanuit een nogal argwanende houding ten opzichte van de politiek alhier). Nederland zal dus niet snel instemmen met een wijziging van een rijkswet op dit punt (rechterlijke controle op ministeriële aanwijzing)

Bovendien vergist de MvJ zich ook op ander terrein. Ook zonder die rijkswet zal hij vaak de tussenkomst van de rechter nodig hebben. Immers, in de rechtshulpverdragen (ook met de VS) is steevast de bepaling opgenomen dat het rechtshulpverzoek aan de nationale wetgeving dient te voldoen, en die schrijft regelmatig een rechterlijke machtiging voor bij de toepassing van dwangmiddelen in het andere land. Dit wordt zelfs uitdrukkelijk zo voorgeschreven in de Overeenkomst Koninkrijk-VS mbt inbeslagneming en confiscatie van (kort gezegd) criminele opbrengsten (1992; zie art. 2 lid 2 en art. 3). Soms dient de MvJ dus twee keer met een rechterlijke toets te worden geconfronteerd: bij de toets in het kader van een politieke aanwijzing, en bij de toets in het kader van de strafvorderlijke OM-vordering.

De MvJ heeft gelijk als hij zegt dat hij als MvJ is aangewezen als de bevoegde autoriteit in het rechtshulpverkeer (met de VS). Maar hij heeft geen gelijk als hij daaruit de conclusie trekt dat de strafvorderlijke bevoegdheid van het OM, die in het andere land tot uitvoering moet worden gebracht, behoort tot “een eigen autoriteit of competentie van MvJ”, m.a.w. dat de MvJ zelf bevoegd zou zijn en dus een eigen wettelijke titel zou hebben om tot inbeslagneming etc in het andere land te verzoeken. Dat is absurptie van een OM-bevoegdheid (na rechterlijke machtiging).

Het enige waartoe de MvJ bevoegd is – en alleen dat heeft hij aan de PG gemandateerd – is de bevoegdheid om het verzoek van het OM (of een andere rechterlijke autoriteit in de zin van het verdrag) door te geleiden (vroeger: per diplomatieke post) naar het aangezochte land. Dit blijkt ook uit een diplomatieke nota aan de Ambassade van de VS in Den Haag (1983) waarin art. 14 van het rechtshulpverdrag nader wordt toegelicht met betrekking tot het begrip ‘bevoegde autoriteit’: de verzoeken om rechtshulp, die overeenkomstig de nationale wetgeving worden gedaan, zijn doorgaans van het OM of de rechter afkomstig maar zullen door de MvJ worden “doorgezonden”.

Dit neemt niet weg dat de MvJ politiek verantwoordelijk is en blijft voor het rechtshulpverkeer. Die verantwoordelijkheid houdt in dat hij ‘algemene’ aanwijzingen kan geven over de wijze waarop de internationale contacten dienen te verlopen. De MvJ kan zelfs een ‘specifieke’ aanwijzing geven, maar dan behoort hij eerst die aanwijzing door het GemHvJ te laten toetsen, aldus art. 13 lid 2 c-RW OM. Ander ingrijpen door de Mvj die de PG belet uitvoering te geven aan wettelijke bepalingen inzake het internationale rechtshulpverkeer is strafrechtelijk verboden (art. 2:344 Wetboek van Strafrecht Curaçao).

Het bezwaar van de MvJ tegen deze ‘ondemocratische’ rechterlijke toetsing steunt op zijn argument dat die toetsing in Nederland (en in Aruba) niet bestaat. Ook dat is niet juist, althans niet helemaal. Als de MvJ in Nederland een specifieke aanwijzing geeft – hetgeen tot nu toe slechts eenmaal (in een euthanasiezaak) is voorgekomen – , dient die in het strafdossier te worden opgenomen, zodat de rechter daarvan kan kennisnemen. Betreft het een aanwijzing tot niet-vervolging, dan dient het parlement daarvan op de hoogte te worden gesteld (art. 128, leden 5 en 6, Ned. RO).

Omdat de MvJ die plicht tot rechterlijke toetsing maar lastig vindt, probeert hij die te omzeilen door zijn interventie steevast te omschrijven als een ‘algemene opdracht’ (waarvoor geen rechterlijke toetsing in de zin van c-RW OM is vereist). Dit woordspelletje is erg doorzichtig. De MvJ kan moeilijk beweren dat het corrigeren van een OM-handelwijze – z.i. berustend op het negeren van een rechterlijke uitspraak in een concrete zaak – kan worden gelijkgesteld met de ‘algemene opdracht dat het OM zich aan de wet moet houden’. Dat lijkt me het statement van het jaar.

Kortom, alles wijst er vooralsnog op dat de MvJ zijn macht misbruikt door zich een strafvorderlijke bevoegdheid van het OM in feite toe te eigenen en daarbij de PG onder zware politieke druk te zetten. Hij handelt formeel juridisch onjuist – de wijze waarop het OM aan een rechterlijke beslissing uitvoering geeft is een zaak tussen de rechterlijke instanties van de beide landen – en bovendien in strijd met de politieke mores (dat een MvJ zich van bemoeienis met een individuele strafzaak dient te onthouden, tenzij hij hele stevige argumenten heeft). Hij dient in elk geval de schijn van vermenging met een persoonlijk c.q. partijpolitiek belang te vermijden. Waarom maakt de MvJ zich zo druk om die ‘ene loterijhouder’?

De brief van minister Elmer Wilsoe aan de Staten:
Brief minister Wilsoe

Dit artikel is geplaatst in

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties